Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 818
HR, 25-09-2007, nr. 02598/06
HR 25-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7685
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02598/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA7685
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal publiekrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA7685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25ā09ā2007
ECLI:NL:HR:2007:BA7685, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25ā09ā2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 16ā01ā2006
- Wetingang
Sr art. 326
Essentie
Valse hoedanigheid bij oplichting.
Verdachte heeft als bemiddelaar in de verkoop en aankoop van woningen en als tussenpersoon van verzekeringen reeds ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten om voor de aangevers geld in depot te houden, niet de intentie had om met de hem verstrekte bedragen om te gaan zoals was voorgespiegeld. Op grond daarvan heeft het Hof kunnen oordelen dat de verdachte telkens valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid de hoedanigheid van bonafide bemiddelaar in financiĆ«le diensten en vertrouwenspersoon die aan hem verstrekt geld tijdelijk als āeen goed huisvaderā zou beheren, heeft aangenomen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.