Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 813
HR, 28-09-2007, nr. C06/098HR
HR 28-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4910
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/098HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BA4910
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA4910, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA4910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2007
Essentie
Onteigening. Onderhandelingsplicht ex art. 17 Ow.
Falende motiveringsklachten tegen het oordeel van de rechtbank dat het object van het minnelijk overleg tussen partijen steeds duidelijk is geweest, dat de Provincie aan de vereisten van art. 17 Ow heeft voldaan, en dat een serieuze doch vruchteloos gebleken poging is gedaan het te onteigenen perceel in der minne te verwerven.
Partij(en)
1. [Eiser 1],
2. [Eiser 2], beiden te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. C.M.E. Verhaegh,
tegen
De Provincie Zuid-Holland, zetelende te 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, adv. M.W. Scheltema.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.