Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 780
HR, 11-09-2007, nr. 01891/06
HR 11-09-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA3618
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 september 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
01891/06
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA3618
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA3618, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑09‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA3618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑09‑2006
- Wetingang
Sr art. 231
Essentie
Een ‘niet op zijn naam gesteld reisdocument’ cfm art. 231 Sr kan ook een vals reisdocument zijn.
Mede in het licht van de wetsgeschiedenis van art. 231 Sr valt niet in te zien waarom niet meer gesproken zou kunnen worden van een niet op de naam van de drager gesteld reisdocument indien dat document vals of vervalst zou blijken te zijn. Het in de MvT gegeven voorbeeld van het gebruik van een niet-vervalst reisdocument diende onmiskenbaar om een leemte in de voordien geldende strafbepaling aan te duiden, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.