AB 2016/343:Onteigening SNS Reaal en SNS Bank. Vaststelling schadeloosstelling burgerlijke rechter na toetsing onteigeningsbesluit door bestuursrechter. Duaal stelsel Wet financieel toezicht. Reikwijdte formele rechtskracht onteigeningsbesluit.

AB 2016/343

Onteigening SNS Reaal en SNS Bank. Vaststelling schadeloosstelling burgerlijke rechter na toetsing onteigeningsbesluit door bestuursrechter. Duaal stelsel Wet financieel toezicht. Reikwijdte formele rechtskracht onteigeningsbesluit.

Documentgegevens:

HR 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:661, m.nt. G.A. van der Veen (Ministerie van Financiën/VEB c.s.,Schadeloosstellingsprocedure SNS REAAL)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 20 maart 2015
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
Zaaknummer: 13/04831
Noot: G.A. van der Veen
Roepnaam: Ministerie van Financiën/VEB c.s.
Schadeloosstellingsprocedure SNS REAAL
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS924423:1
Vakgebied(en): Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2015:661, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2013
Wetingang: Art. 2:403, 3:277, 6:11 BW; art. 198 Rv; art. 6:6, 6:8, 6:9, 6:10, 6:11 Wft

Essentie

Onteigening SNS Reaal en SNS Bank. Vaststelling schadeloosstelling burgerlijke rechter na toetsing onteigeningsbesluit door bestuursrechter. Duaal stelsel Wet financieel toezicht. Reikwijdte formele rechtskracht onteigeningsbesluit.

Samenvatting

Gelet op de uitspraak van de Afdeling dient in de onderhavige schadeloosstellingsprocedure te worden uitgegaan van de formele rechtskracht van het onteigeningsbesluit en daarmee van de rechtmatigheid van de onteigening, behoudens voor zover het betreft de onteigening van de vermogensbestanddelen als vermeld in art. 1 lid 2, onder b, van het besluit.

Betoogd wordt dat hetgeen door de minister aan zijn (onteigenings)besluit ten grondslag is gelegd en door de Afdeling voldoende dragend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.