Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/596
Heimelijk filmen van een ander kan belaging opleveren.
HR 21-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:673
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/05533
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200665:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:673, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1285, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2019
- Wetingang
Art. 285b Sr
Essentie
Heimelijk filmen van een ander kan belaging opleveren.
Het hof, dat de verdachte heeft vrijgesproken van belaging, heeft miskend dat de heimelijkheid van de gedragingen van de verdachte er niet aan in de weg hoeft te staan dat hij heeft gehandeld ‘met het oogmerk een ander te dwingen iets te dulden’. Het kan immers zijn dat de verdachte, door bewust en gedurende langere tijd heimelijk en onopgemerkt te filmen, heeft willen bewerkstelligen dat die ander zich niet kon verzetten tegen het gefilmd worden en aldus werd gedwongen dat filmen te dulden.
Samenvatting
De in art. 285b ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.