RvdW 2020/610:Medeplegen smaadschrift, art. 261 lid 1 Sr. 1. Blijkens zittingsverbalen in h.b. geen verweer gevoerd dat een van de klachten niet binnen wettelijke termijn van drie maanden is ingediend. 2. O.g.v. art. 592a (oud) Sv (thans art. 532 Sv) dient rechter, in geval voeging b.p. in geding, in zijn uitspraak tevens te beslissen over kosten door b.p. en verdachte gemaakt en ten behoeve van tenuitvoerlegging nog te maken. O.g.v. art. 361 lid 6 Sv dient deze beslissing in de uitspraak te worden opgenomen. Zodanige beslissing komt in uitspraak hof niet voor, maar wel ligt in oordeel besloten dat het voor kostenveroordeling geen gronden aanwezig heeft geacht. HR herstelt verzuim. Samenhang met 18/02798.