Einde inhoudsopgave
Beschikking Nr. 406/2009/EG inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen
Artikel 6 Rapportering, evaluatie van de vooruitgang, wijzigingen en herziening
Geldend
Geldend vanaf 25-06-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 140 (uitgifte: 05-06-2009, regelingnummer: 406/2009/EG)
- Inwerkingtreding
25-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 140 (uitgifte: 05-06-2009, regelingnummer: 406/2009/EG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten moeten in hun verslagen die op grond van artikel 3 van Beschikking nr. 280/2004/EG worden ingediend, het volgende opnemen:
- a)
hun jaarlijkse broeikasgasemissies die voortvloeien uit de uitvoering van artikel 3;
- b)
het gebruik, de geografische spreiding en de soorten van kredieten die overeenkomstig artikel 5 worden gebruikt, alsmede de op die kredieten toegepaste kwalitatieve criteria;
- c)
geraamde vooruitgang bij de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van deze beschikking, met inbegrip van informatie over nationale beleidsmaatregelen en nationale ramingen;
- d)
informatie over geplande aanvullende nationale beleidsmaatregelen gericht op een beperking van hun broeikasgasemissies die verder gaat dan hun verplichtingen uit hoofde van deze beschikking met het oog op de uitvoering van een internationale overeenkomst inzake klimaatverandering als bedoeld in artikel 8.
2.
Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van kredieten uit soorten projecten die door exploitanten in de Gemeenschapsregeling niet kunnen worden gebruikt, verstrekt die lidstaat een gedetailleerde rechtvaardiging van het gebruik van die kredieten.
3.
De Commissie beoordeelt in het op grond van artikel 5, leden 1 en 2, van Beschikking nr. 280/2004/EG ingediende verslag of de vooruitgang die de lidstaten maken voldoende is om aan hun verplichtingen in het kader van deze beschikking te voldoen.
Bij het opstellen van deze beoordeling wordt rekening gehouden met de geboekte vooruitgang bij de communautaire beleidsinitiatieven en maatregelen en informatie van de lidstaten overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van Beschikking nr. 280/2004/EG.
Om de twee jaar, te beginnen met de voor 2013 gerapporteerde broeikasgasemissies, heeft de beoordeling ook betrekking op de geraamde vooruitgang van de Gemeenschap bij het nakomen van haar reductieverbintenis en van de lidstaten bij het nakomen van hun verplichtingen in het kader van deze beschikking.
4.
In het in lid 3 bedoelde verslag beoordeelt de Commissie de algehele uitvoering van deze beschikking, waaronder het gebruik en de kwaliteit van de CDM-kredieten en de behoefte aan verdere gemeenschappelijke en gecoördineerde beleidsmaatregelen op communautair niveau in de onder deze beschikking vallende sectoren, om de lidstaten te ondersteunen bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van deze beschikking, en doet zij zo nodig voorstellen.
5.
Wanneer dit voor de uitvoering van deze beschikking aangewezen is, doet de Commissie voorstellen tot wijziging van Beschikking nr. 280/2004/EG en neemt zij wijzigingen aan in Beschikking nr. 2005/166/EG van de Commissie (1), met het oog op de inwerkingtreding van de wijzigingsbesluiten op 1 januari 2013, om met name het volgende te waarborgen:
- a)
snellere, efficiënte, transparante en kosteneffectieve monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies;
- b)
de ontwikkeling van nationale ramingen van de broeikasgasemissies in de periode na 2020.
Voetnoten
Beschikking 2005/166/EG van de Commissie van 10 februari 2005 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (PB L 55 van 1.3.2005, blz. 57).