Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/946
EEX-Verordening (44/2001). Bevoegdheid inzake onrechtmatige daad op voet art. 5 sub 3 EEX-Vo; geen bevoegdheid rechter van de plaats waar uitsluitend (initiƫle) vermogensschade wordt geleden als rechtstreeks gevolg van een elders gepleegde onrechtmatige daad. Vervolg van HR 9 januari 2015, NJ 2015/44 en HvJ EU 16 juni 2016, C-12/15.
HR 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2358
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2017
- Magistraten
Mrs.Ā E.J.Ā Numann, G.Ā Snijders, M.V.Ā Polak, T.H.Ā Tanja-vanĀ denĀ Broek, M.J.Ā Kroeze
- Zaaknummer
13/03881
- Conclusie
A-GĀ mr.Ā P.Ā Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2358, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15ā09ā2017
ECLI:NL:PHR:2017:516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09ā06ā2017
ECLI:NL:HR:2015:36, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09ā01ā2015
ECLI:NL:PHR:2014:1848, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03ā10ā2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15ā11ā2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12ā04ā2013
- Wetingang
Art. 5 sub 3 EEX-Verordening
Essentie
EEX-Verordening (44/2001). Bevoegdheid inzake onrechtmatige daad op voet art. 5 sub 3 EEX-Vo; geen bevoegdheid rechter van de plaats waar uitsluitend (initiƫle) vermogensschade wordt geleden als rechtstreeks gevolg van een elders gepleegde onrechtmatige daad. Vervolg van HR 9 januari 2015, NJ 2015/44 en HvJ EU 16 juni 2016, C-12/15.
Het standpunt van eiseres tot cassatie dat voor internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter uit hoofde van art. 5 aanhef en onder 3 EEX-Vo voldoende is dat zij als gevolg van de aan verweerders in cassatie verweten handeling in Nederland initiƫle vermogensschade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.