Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/375
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf; weigeren contra-expertise geoorloofd?; maatstaf; motiveringseisen; weigering betrokkene tot medewerking aan onderzoek?; onbegrijpelijk oordeel.
HR 08-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY7925
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 maart 2013
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/05425
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BY7925
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Geneeskundige behandeling
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY7925, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY7925, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2012
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf; weigeren contra-expertise geoorloofd?; maatstaf; motiveringseisen; weigering betrokkene tot medewerking aan onderzoek?; onbegrijpelijk oordeel.
De rechter is overeenkomstig de algemene regels in de verzoekschriftprocedure vrij een verzoek tot het verrichten van nader onderzoek door een deskundige af te wijzen. Niettemin moet, gelet op de ingrijpende aard van de door de rechter te nemen, tot vrijheidsbeneming leidende beslissing worden aangenomen dat een verzoek tot het verrichten van een nader onderzoek door een deskundige slechts gemotiveerd kan worden afgewezen. De eisen die aan de motivering moeten worden gesteld, hangen af van de omstandigheden van het geval, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.