Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/398
Europees aanhoudingsbevel en procedures van overlevering tussen lidstaten. Met oog op strafvervolging uitgevaardigd Europees aanhoudingsbevel. Gronden tot weigering van tenuitvoerlegging.
HvJ EU 15-01-2013, ECLI:EU:C:2013:8 (Jozef Križan e.a. /Slovenská inšpekcia životného prostredia)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
15 januari 2013
- Magistraten
V. Skouris, K. Lenaerts, A. Tizzano, M. Ilešič, L. Bay Larsen, J. Malenovský, A. Borg Barthet, J.-C. Bonichot, C. Toader, J.-J. Kasel, M. Safjan
- Zaaknummer
C-416/10
- Conclusie
A-G J. Kokott
- LJN
BZ0061
- Roepnaam
Jozef Križan e.a. /Slovenská inšpekcia životného prostredia
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:8, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 15‑01‑2013
- Wetingang
Verdrag van Aarhus (milieu-aangelegenheden)
Essentie
Jozef Križan e.a. tegen Slovenská inšpekcia životného prostredia.
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Najvyšší súd Slovenskej republiky (Slowakije) bij beslissing van 17 augustus 2010.
Europees aanhoudingsbevel en procedures van overlevering tussen lidstaten. Met oog op strafvervolging uitgevaardigd Europees aanhoudingsbevel. Gronden tot weigering van tenuitvoerlegging.
Art. 267 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een nationale rechter, zoals de verwijzende rechter, ook dan verplicht is om ambtshalve een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te stellen, wanneer de zaak na de vernietiging van zijn eerste beslissing en terugverwijzing door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.