RN 2012/55
Enquêterecht. Kunnen onmiddellijke voorzieningen worden getroffen nadat de enquêteprocedure is geëindigd?
HR 23-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1056 (e-Traction)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, G. Snijders
- Zaaknummer
11/00690
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- LJN
BV1056
- Roepnaam
e-Traction
- JCDI
JCDI:ADS911176:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV1056, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2011
- Wetingang
BW art. 2:349a lid 2, 355 lid 3, 356, 357
Essentie
Enquêterecht. Voorziening.
Kunnen onmiddellijke voorzieningen worden getroffen nadat de enquêteprocedure is geëindigd?
Samenvatting
Betrokkenen zijn (al dan niet middellijk) aandeelhouders in e-Traction Europe B.V. (‘de vennootschap’). De vennootschap houdt zich bezig met het vermarkten en verkopen van ‘TheWeel’, een milieuvriendelijk en energiebesparend aandrijfsysteem dat in verschillende voertuigen kan worden ingebouwd en waarvoor octrooien zijn verkregen. Tussen betrokkenen bestaan ernstige verschillen omtrent het te voeren beleid bij de vennootschap. Hierdoor is sprake van een impasse in de bedrijfsvoering en worden leveranciers niet of nauwelijks betaald. De werknemers van de vennootschap vragen bij de Ondernemingskamer een onderzoek naar het beleid en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.