Besluit periodieke registratie Wet BIG
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2023
- Bronpublicatie:
16-12-2022, Stb. 2022, 522 (uitgifte: 20-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2022, Stb. 2022, 522 (uitgifte: 20-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de toepassing van artikel 8, eerste lid, van de wet worden de volgende registers aangewezen:
- a.
het register van verpleegkundigen;
- b.
het register van fysiotherapeuten;
- c.
het register van verloskundigen;
- d.
het register van artsen;
- e.
het register van tandartsen;
- f.
het register van apothekers;
- g.
het register van psychotherapeuten;
- h.
het register van gezondheidszorgpsychologen;
- i.
het register van physician assistants;
- j.
het register van orthopedagogen-generalist;
- k.
het register van klinisch technologen.
2.
De inschrijving in een register als bedoeld in het eerste lid, wordt doorgehaald indien na de desbetreffende in artikel 8, tweede lid, van de wet bedoelde datum een periode van vijf jaren is verstreken.
3.
Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de periode, genoemd in het tweede lid, stelt Onze Minister de geregistreerde schriftelijk op de hoogte van het naderen van het einde van deze periode. Hierbij wordt de geregistreerde erop attent gemaakt dat diens registratie in het register zal worden doorgehaald, tenzij voor het verstrijken van de periode, genoemd in het tweede lid, een aanvraag tot herregistratie is ingediend waarop nog niet is beslist.
4.
Personen van wie de registratie in het register is doorgehaald vanwege het niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 8, tweede lid, onderdelen b of c, van de wet en die niet zijn doorgehaald op grond van de artikelen 7, onderdelen c, d of e, of 42, tweede lid, van de wet, aan wie geen ontzegging van het recht wederom in het register te worden ingeschreven als bedoeld in artikel 48, vierde lid, van de wet is opgelegd of die niet zijn geschorst op grond van artikel 48, eerste lid, onderdeel d, van de wet mogen hun gewezen titel onder de toevoeging van ‘niet praktiserend’ blijven gebruiken.
5.
Wanneer de inschrijving van een specialist wordt doorgehaald uit een specialistenregister waarvoor een regeling geldt als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de wet nadat de periode van vijf jaren, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verstreken, dan wordt die periode verlengd tot vier maanden na de datum van doorhaling van de inschrijving uit het specialistenregister. De termijn van zes maanden, bedoeld in het derde lid, wordt in dat geval verkort tot twee maanden.