Besluit periodieke registratie Wet BIG
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2023
- Bronpublicatie:
16-12-2022, Stb. 2022, 522 (uitgifte: 20-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2022, Stb. 2022, 522 (uitgifte: 20-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Bijzondere onderwerpen
1.
De in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de wet bedoelde werkzaamheden worden in de in artikel 2 bedoelde periode verricht gedurende minimaal 2080 uren waarbij het de ingeschrevene vrijstaat de werkzaamheden naar eigen inzicht te spreiden over die periode. In afwijking van de eerste volzin, geldt voor de ingeschrevenen in een register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder g, h of j, een periode van minimaal 3120 uren. In de gevallen bedoeld in artikel 2, vijfde lid, wordt bij de toepassing van de eerste en tweede zin, uitgegaan van een periode van vijf jaar die eindigt op het tijdstip waarop de inschrijving in het register moet worden doorgehaald.
2.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld inzake de werkzaamheden die meetellen bij de berekening van het aantal uren waarbinnen werkzaamheden zijn verricht op het terrein van het desbetreffende beroep.
3.
Voor het vaststellen van het aantal uren waarin de werkzaamheden zijn verricht, worden de uren meegerekend waarop de ingeschrevene op grond van een arbeidsovereenkomst dan wel een aanstellingsbesluit werkzaamheden zou hebben verricht, maar deze niet heeft verricht vanwege:
- a.
ziekte, doch dit per jaar tot een maximum van zesmaal de in de arbeidsovereenkomst overeengekomen dan wel in het aanstellingsbesluit vastgestelde arbeidstijd per week;
- b.
betaald verlof in verband met vakantie zoals vastgelegd in de arbeidsovereenkomst dan wel in het aanstellingsbesluit;
- c.
zwangerschaps- en bevallingsverlof;
- d.
adoptieverlof;
- e.
een algemeen erkende feestdag;
- f.
zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- g.
de uren besteed aan buitengewoon verlof, indien deze worden opgenomen voor invulling van werkzaamheden die overeenkomen met werkzaamheden die worden verricht binnen het desbetreffende beroep.
4.
Voor het vaststellen van het aantal uren waarin de werkzaamheden zijn verricht door een ingeschrevene, die niet in loondienst werkzaam is, worden de uren meegerekend waarop de ingeschrevene gewoon is werkzaamheden te verrichten maar deze niet heeft verricht vanwege:
- a.
ziekte, doch dit per jaar tot een maximum van zesmaal het aantal uren dat de ingeschrevene gewoon is per week werkzaamheden te verrichten;
- b.
vakantie, doch dit per jaar tot een maximum van zesmaal het aantal uren dat de ingeschrevene gewoon is per week werkzaamheden te verrichten;
- c.
zwangerschaps- en bevallingsverlof;
- d.
adoptieverlof;
- e.
een algemeen erkende feestdag;
- f.
zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- g.
de uren besteed aan buitengewoon verlof, indien deze worden opgenomen voor invulling van werkzaamheden die overeenkomen met werkzaamheden die worden verricht binnen het desbetreffende beroep.