Einde inhoudsopgave
Staffelbesluit pensioenen
7.1 Variabele pensioenuitkeringen, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, PW
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Inwerkingtreding
07-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Artikel 10a, tweede lid, PW biedt sinds 1 september 2016 aanspraakgerechtigden met een premie- of kapitaalovereenkomst de mogelijkheid om te kiezen tussen vaste of variabele pensioenuitkeringen. Bij de keuze voor een variabele pensioenuitkering wordt het kapitaal voor de pensioengerechtigde gedeeltelijk risicodragend doorbelegd in de uitkeringsfase. Dit vermindert de afhankelijkheid van de rentestand op één aankoopmoment. De keuze tussen vaste of variabele pensioenuitkeringen moet uiterlijk op de pensioeningangsdatum worden gemaakt. De hierdoor optredende variatie in de omvang van pensioenuitkeringen komt op basis van artikel 18d, vierde lid, Wet LB niet in strijd met de voorwaarde uit artikel 18d, eerste lid, onderdeel b, Wet LB waarin staat dat de hoogte van de uitkeringen en de mate van variatie uiterlijk op de pensioeningangsdatum worden vastgesteld.