Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/256
Verduistering van geldbedragen door secretaris stichting (meermalen gepleegd), art. 321 Sr 1. Bewijsklachten (opzet op) wederrechtelijkheid en opzet op wederrechtelijk toe-eigenen van geldbedragen. 2. Is sprake van burgerpseudodienstverlening a.b.i. art. 126ij Sv? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 14-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:239
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
21/01959
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:239, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1184, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2022
Essentie
Verduistering van geldbedragen door secretaris stichting (meermalen gepleegd), art. 321 Sr 1. Bewijsklachten (opzet op) wederrechtelijkheid en opzet op wederrechtelijk toe-eigenen van geldbedragen. 2. Is sprake van burgerpseudodienstverlening a.b.i. art. 126ij Sv? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01959
Datum 14 februari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 22 april 2021, nummer 22-000731-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de verdachte.