Einde inhoudsopgave
Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000
Artikel 3 Verzekeringstechnisch nadeel
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
19-06-2023, Stcrt. 2023, 17727 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: 2022-0000127186)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2023, Stcrt. 2023, 17727 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: 2022-0000127186)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Het verzekeringstechnisch nadeel, bedoeld in de artikelen 7, vierde lid, en 7b, derde lid, van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vanuit de risicopremie en de premie voor nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen is gezamenlijk het verzekeringstechnisch nadeel.
2.
Het verzekeringstechnisch nadeel is niet negatief en een uitkomst kleiner dan nul wordt op nul gesteld.
3.
De compensatie ter vergoeding van het verzekeringstechnisch nadeel heeft mede betrekking op de kosten die redelijkerwijs verbonden zijn aan de behandeling van het vrijstellingsverzoek.
4.
Indien er op de dag van uittreding sprake is van een financieringsachterstand dan wel onderdekking, mag dit er niet toe leiden dat de financieringsachterstand wordt verhaald op de bij het bedrijfstakpensioenfonds achterblijvende werkgevers. De werkgever aan wie de vrijstelling is verleend dient dan op dezelfde wijze als de achterblijvende werkgevers bij te dragen in de financiering van de achterstand. Partijen kunnen overeen komen dat dit in een keer wordt afgerekend