Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/381
Deelneming aan een criminele organisatie en ne bis in idem.
HR 23-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:387
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/00603
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:387, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:31, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Deelneming aan een criminele organisatie en ne bis in idem.
Na een vervolging wegens een concreet delict staat het ne bis in idem-beginsel in de weg aan vervolging wegens het deelnemen aan een criminele organisatie als de deelneming van de verdachte op niets anders betrekking heeft dan het begaan van het delict waarvoor hij al is vervolgd. Vervolging t.z.v. art. 140 Sr is in ieder geval mogelijk als de tenlastelegging ook ziet op andere deelnemingsgedragingen dan het begaan van het concrete delict waarvoor de verdachte al is vervolgd en/of op andere delicten waarop het oogmerk van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.