Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1349
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; apparaatsfout; ‘hardheidsclausule’; ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 04-11-2011, BU3348 (Beroepschrift)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 november 2011
- Magistraten
mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
11/00902
- Conclusie
wnd. A-G Hammerstein
- LJN
BU3348
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BU3348, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BU3348, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2011
- Wetingang
Rv art. 282a, 427b; Wgbz art. 3 lid 3
Essentie
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; apparaatsfout; ‘hardheidsclausule’; ontvankelijkheid cassatieberoep.
In cassatie worden partijen in alle gevallen vertegenwoordigd door een advocaat. Deze moet op grond van zijn deskundigheid en kennis ten aanzien van de procedure in cassatie zonder meer geacht worden op de hoogte te zijn van de hier aan de orde zijnde termijn en van de ver strekkende gevolgen die de wet verbindt aan overschrijding daarvan. Nochtans vindt de Hoge Raad aanleiding toepassing te geven aan de ‘hardheidsclausule’ van art. 282a lid 4 Rv in zaken waarin door de gerechtelijke administratie die met de inning van griffierechten in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.