Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1353
Klacht voldoet niet aan eisen cassatiemiddel.
HR 01-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2338
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 november 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/03761
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BP2338
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2338, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2338, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2010
- Wetingang
Sv art. 437
Essentie
In cassatie is aangevoerd dat het hof blijk had moeten geven te hebben onderzocht of de dagvaarding ‘in eerste en tweede aanleg aan alle bekende en door verzoeker opgegeven GBA en verblijfsadressen op juist wijze is betekend’. Deze klacht houdt niet voldoende duidelijk in waarom het hof zijn oordeel over de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep nader had moeten motiveren en waarom zijn oordeel over de geldigheid van de inleidende dagvaarding onbegrijpelijk zou zijn. De klacht voldoet daarom niet aan de aan een cassatiemiddel te stellen eisen.
A-G: klacht is gegrond.
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.