Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Raad
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 15-09-2006
- Redactionele toelichting
Zie ook het Vaststellingsbesluit reglement van orde van de Raad 2006.
- Bronpublicatie:
15-09-2006, PbEU 2006, L 285 (uitgifte: 16-10-2006, regelingnummer: 2006/683/EG 2006/683/Euratom)
- Inwerkingtreding
15-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-09-2006, PbEU 2006, L 285 (uitgifte: 16-10-2006, regelingnummer: 2006/683/EG 2006/683/Euratom)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Reglement van de Raad van 15 september 2006
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 207, lid 3, eerste alinea,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 121, lid 3,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De Europese Raad heeft tijdens de bijeenkomst van 15 en 16 juni 2006 erop gewezen dat het geloof en vertrouwen van de burgers in de Europese Unie alleen kan worden versterkt door hen rechtstreeks over EU-activiteiten te informeren, en met name nog grotere openheid en transparantie te betrachten. Daarom moeten, zoals door de Europese Raad is afgesproken, de werkzaamheden van de Raad, vooral bij beraadslaging over wetgeving in het kader van de medebeslissingsprocedure, nog meer in de openbaarheid worden gebracht, met dien verstande dat de efficiëntie ervan ten volle moet worden verzekerd. Voorts moeten maatregelen worden getroffen voor een drastische verbetering van de technische middelen om 's Raads beraadslagingen en debatten in alle officiële talen van de instellingen van de Europese Unie uit te zenden, met name via internet.
De Raad zal in december 2006 het effect van deze openbaarheid op de werkefficiëntie evalueren.
- (2)
Voorts verdient het aanbeveling dat de programmering van de Raadswerkzaamheden wordt gestroomlijnd. Daarom moet de huidige regeling worden vervangen door een systeem met een 18-maandenprogramma, dat door de drie voorzitterschappen voor de betreffende periode ter goedkeuring aan de Raad zal worden voorgelegd.
- (3)
Ten slotte is het wenselijk dat de bepalingen over de schriftelijke procedure worden gewijzigd en verduidelijkt, om deze procedure beter te laten functioneren en ervoor te zorgen dat de beantwoording van vragen van leden van het Europees Parlement, de benoeming van leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en leden van het Comité van de Regio's, alsmede het overgaan tot raadpleging van andere instellingen en organen, sneller hun beslag krijgen,
BESLUIT: