Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Raad
Artikel 7 Wetgevingsprocedure en openbaarheid
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Deze wijziging wordt van kracht op 11-12-2009.
- Bronpublicatie:
01-12-2009, PbEU 2009, L 325 (uitgifte: 01-12-2009, regelingnummer: 2009/937/EU)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2009, PbEU 2009, L 325 (uitgifte: 01-12-2009, regelingnummer: 2009/937/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Raad beraadslaagt en stemt in openbare zitting over een ontwerp van wetgevingshandeling. Daartoe bevat de agenda een deel genaamd ‘Wetgevingsberaadslagingen’.
2.
De aan de Raad voorgelegde documenten die zijn vermeld onder een agendapunt van het deel ‘Wetgevingsberaadslagingen’ worden openbaar gemaakt, evenals de delen van de notulen van de Raad die op dat agendapunt betrekking hebben.
3.
De openbare zittingen van de Raad met betrekking tot het deel ‘Wetgevingsberaadslagingen’ van zijn agenda, worden met audiovisuele middelen voor het publiek toegankelijk gesteld, met name in een luisterzaal, en via videostreaming in alle officiële talen van de instellingen van de Europese Unie uitgezonden. Een opname ervan moet minstens een maand lang op de internetsite van de Raad beschikbaar zijn. Het resultaat van de stemming wordt visueel weergegeven.
Het secretariaat-generaal draagt er zorg voor het publiek vooraf op de hoogte te brengen van de dagen en — bij benadering — het uur waarop deze audiovisuele uitzendingen plaatsvinden en treft alle praktische maatregelen om voor een behoorlijke toepassing van dit artikel te zorgen.
4.
De uitslag van de stemmingen en de stemverklaringen van de leden van de Raad of hun vertegenwoordigers in het bemiddelingscomité in kader van de gewone wetgevingsprocedure, alsmede de verklaringen in de Raadsnotulen en de punten van deze notulen betreffende de vergadering van het bemiddelingscomité, worden openbaar gemaakt.
5.
Wanneer hem wetgevingsvoorstellen of -initiatieven worden voorgelegd, onthoudt de Raad zich ervan instrumenten aan te nemen waarin de Verdragen niet voorzien, zoals resoluties, conclusies of andere verklaringen dan die welke de aanneming van de handeling vergezelden en voor opneming in de notulen van de Raad bestemd zijn.