Einde inhoudsopgave
Protocol tot wijziging van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, 1961
Artikel 21 Voorbehouden
Geldend
Geldend vanaf 08-08-1975
- Bronpublicatie:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Staat kan, op het tijdstip van ondertekening of bekrachtiging van of toetreding tot dit Protocol, een voorbehoud maken met betrekking tot enigerlei hierin vervatte wijziging met uitzondering van de wijzigingen van artikel 2, zesde en zevende lid, ( artikel 1 van dit Protocol), artikel 9, eerste, vierde en vijfde lid, ( artikel 2 van dit Protocol), artikel 10, eerste en vierde lid, ( artikel 3 van dit Protocol), artikel 11 ( artikel 4 van dit Protocol), artikel 14 bis ( artikel 7 van dit Protocol), artikel 16 ( artikel 8 van dit Protocol), artikel 22 ( artikel 12 van dit Protocol), artikel 35 ( artikel 13 van dit Protocol), artikel 36, eerste lid, letter (b), ( artikel 14 van dit Protocol), artikel 38 ( artikel 15 van dit Protocol) en artikel 38 bis ( artikel 16 van dit Protocol).
2.
Een Staat die voorbehouden heeft gemaakt kan te allen tijde door middel van een schriftelijke kennisgeving alle of een gedeelte van zijn voorbehouden intrekken.