Einde inhoudsopgave
Protocol tot wijziging van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, 1961
Artikel 13 Wijziging van artikel 35 van het Enkelvoudig Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 08-08-1975
- Bronpublicatie:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Artikel 35 van het Enkelvoudig Verdrag wordt als volgt gelezen:
‘Met inachtneming van hun grondwettelijk stelsel, rechtsstelsel en administratief stelsel, dienen Partijen:
- (a)
regelingen te treffen op nationaal niveau voor de coördinatie van preventieve en repressieve maatregelen tegen de sluikhandel; te dien einde kunnen zij een daarvoor in aanmerking komende instantie aanwijzen, die zich met deze coördinatie zal belasten;
- (b)
elkaar bij te staan bij de bestrijding van de sluikhandel in verdovende middelen;
- (c)
nauw met elkaar en met de bevoegde internationale organisaties waarvan zij lid zijn, samen te werken ten einde een gecoördineerde strijd tegen de sluikhandel te voeren;
- (d)
ervoor zorg te dragen, dat de samenwerking tussen de desbetreffende instanties op vlotte wijze verloopt;
- (e)
ervoor te zorgen, dat indien rechtsbescheiden naar het buitenland worden gezonden ten behoeve van een strafvervolging, dit op vlotte wijze geschiedt aan de door de Partijen daartoe aangewezen instanties. Deze bepaling tast het recht van een Partij niet aan te eisen, dat de rechtsbescheiden haar langs diplomatieke weg worden toegezonden;
- (f)
wanneer zij zulks passend achten, het Comité en via de Secretaris-Generaal de Commissie, behalve de in artikel 18 vereiste gegevens, tevens gegevens te verstrekken inzake clandestiene activiteiten met betrekking tot verdovende middelen binnen hun grenzen, met inbegrip van gegevens inzake clandestiene verbouw, produktie, vervaardiging en gebruik van, en sluikhandel in verdovende middelen; en
- (g)
de in de voorgaande letter bedoelde gegevens voor zover mogelijk te verstrekken op de wijze en op de tijdstippen die het Comité verzoekt; op verzoek van een Partij, kan het Comité adviseren bij het verstrekken van de gegevens en bij het streven naar beperking van de clandestiene activiteiten met betrekking tot verdovende middelen binnen de grenzen van die Partij.’