Einde inhoudsopgave
Protocol tot wijziging van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, 1961
Artikel 6 Wijzigingen van artikel 14, eerste en tweede lid, van het Enkelvoudig Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 08-08-1975
- Bronpublicatie:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Artikel 14, eerste en tweede lid, van het Enkelvoudig Verdrag wordt als volgt gelezen:
1
(a)
Indien het Comité, op grond van de bestudering van door de Regeringen aan hem krachtens de bepalingen van dit Verdrag overgelegde gegevens, of op grond van gegevens verstrekt door organen van de Verenigde Naties of door gespecialiseerde organisaties of, mits zij op aanbeveling van het Comité door de Commissie zijn goedgekeurd, door andere intergouvernementele organisaties dan wel internationale niet-gouvernementele organisaties die ter zake rechtstreeks bevoegd zijn en die krachtens artikel 71 van het Handvest van de Verenigde Naties consultatieve status bezitten bij de Economische en Sociale Raad of die bij bijzondere overeenkomst met de Raad een soortgelijke status genieten, een objectieve aanleiding heeft te veronderstellen, dat de doelstellingen van dit Verdrag ernstig in gevaar worden gebracht doordat een bepaalde Partij, een bepaald land of gebied in gebreke blijft de bepalingen van dit Verdrag uit te voeren, heeft het Comité het recht de betrokken Regering voor te stellen overleg te openen of deze te verzoeken een verklaring te geven. Indien een Partij, een land of een gebied, zonder dat zij of het in gebreke blijft de bepalingen van dit Verdrag uit te voeren, een belangrijk centrum is geworden, of indien er aanwijzingen zijn dat een ernstig gevaar bestaat dat zij of het een belangrijk centrum kan worden van clandestiene verbouw, produktie of vervaardiging van, of van sluikhandel in of clandestien verbruik van verdovende middelen, heeft het Comité het recht de betrokken Regering voor te stellen overleg te openen. Onverminderd het recht van het Comité de aandacht van de Partijen, de Raad en de Commissie te vestigen op de in letter (d) hieronder bedoelde aangelegenheid, behandelt het Comité een aan een Regering krachtens deze letter gedaan verzoek om gegevens en om toelichting of een voorstel tot overleg en het met een Regering gevoerde overleg als vertrouwelijk.
(b)
Nadat het Comité maatregelen heeft genomen krachtens letter (a) hierboven, kan het, indien het ervan overtuigd is dat zulks noodzakelijk is, de betrokken Regering verzoeken de corrigerende maatregelen ter verzekering van de uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag te nemen, die onder de omstandigheden noodzakelijk kunnen blijken.
(c)
Het Comité kan, indien het een zodanig optreden noodzakelijk acht ten einde een in letter (a) van dit lid bedoelde aangelegenheid te kunnen beoordelen, de betrokken Regering voorstellen dat op haar grondgebied een onderzoek van de aangelegenheid wordt verricht op de wijze die de Regering passend acht. Indien de betrokken Regering besluit tot dit onderzoek over te gaan, kan zij het Comité vragen de deskundigheid en de diensten ter beschikking te stellen van een of meer personen met de vereiste bevoegdheid om de functionarissen van de Regering bij te staan bij het voorgestelde onderzoek. De persoon of personen die het Comité voornemens is ter beschikking te stellen, is of zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Regering. De modaliteiten van dit onderzoek en de termijn waarbinnen het onderzoek moet zijn voltooid, worden vastgesteld in overleg tussen de Regering en het Comité. De Regering deelt het Comité de resultaten van het onderzoek mede en geeft de corrigerende maatregelen aan welke zij nodig acht.
(d)
Indien het Comité constateert dat de betrokken Regering in gebreke is gebleven een bevredigende verklaring te geven op het tijdstip waarop haar dit krachtens letter (a) hierboven werd verzocht, of in gebreke is gebleven de corrigerende maatregelen te nemen waarom haar werd verzocht krachtens letter (b) hierboven, of dat er een ernstige situatie is die gezamenlijk optreden op internationaal niveau vereist ten einde deze te corrigeren, kan het de aandacht van de Partijen, de Raad en de Commissie op deze aangelegenheid vestigen. Het Comité treedt zo op, indien de doelstellingen van dit Verdrag ernstig in gevaar worden gebracht en het niet mogelijk is geweest de aangelegenheid op een andere wijze bevredigend op te lossen. Het treedt eveneens zo op, indien het constateert dat er een ernstige situatie is die gezamenlijk optreden op internationaal niveau vereist ten einde deze te corrigeren en dat het aan de Partijen, de Raad en de Commissie ter kennis brengen van een zodanige situatie de meest passende methode is om zulk een optreden te vergemakkelijken; na bestudering van de verslagen ter zake van het Comité en, indien beschikbaar, van de Commissie, kan de Raad de aandacht van de Algemene Vergadering op de aangelegenheid vestigen.
2
Wanneer het Comité overeenkomstig het eerste lid, letter (d), hierboven de aandacht van Partijen, de Raad en de Commissie vestigt op een zodanige aangelegenheid, kan het, indien het ervan overtuigd is dat zulk een gedragslijn noodzakelijk is, Partijen aanbevelen de invoer van verdovende middelen, de uitvoer van verdovende middelen of beide van of naar het betrokken land of gebied te staken, hetzij voor een bepaald tijdvak, hetzij totdat het Comité gunstig oordeelt over de toestand in dat land of gebied. De betrokken Staat kan de zaak aan de Raad voorleggen. ’