Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1378
Bevoegdheid tot uitreiking appeldagvaarding met toepassing van art. 408a Sv. HR: art. 81RO.
HR 17-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8624
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 november 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
07/12976
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ8624
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8624, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ8624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2009
Essentie
Bevoegdheid tot uitreiking appeldagvaarding met toepassing van art. 408a Sv. HR: art. 81RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 oktober 2007, nummer 23/002020-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. J.F. van der Brugge, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.F. van der Brugge, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.