Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1358
Onrechtmatige daad Staat/miskenning recht op eerlijk proces door na fourneren voor arrest gelegenheid te geven tot toevoegen stukken aan procesdossier buiten medeweten wederpartij?
HR 20-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ1251
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 november 2009
- Magistraten
Mrs. A.G. Pos, J.W. Ilsink, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
07/12588
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BJ1251
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ1251, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ1251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2007
- Wetingang
BW art. 6:162; EVRMart. 6
Essentie
Onrechtmatige daad Staat/miskenning recht op eerlijk proces door na fourneren voor arrest gelegenheid te geven tot toevoegen stukken aan procesdossier buiten medeweten wederpartij?
Falende klacht dat het recht op een eerlijk proces is geschonden doordat de toenmalige wederpartij in cassatie na het fourneren van stukken voor arrest met medewerking van iemand werkzaam bij de Hoge Raad of het Parket een in eerste aanleg ter griffie gedeponeerd en in appel door de rechter opgevraagd rapport heeft toegevoegd aan haar procesdossier zonder dat thans eisers tot cassatie daarvan op de hoogte zijn gesteld. De klacht faalt omdat het oordeel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.