Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1367
Hof heeft onvoldoende onderzocht of door de verdachte weloverwogen afstand is gedaan van zijn recht op rechtsbijstand.
HR 17-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI2315
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 november 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/01313
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BI2315
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI2315, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑11‑2009
- Wetingang
EVRMart. 6 lid 3 sub c ; Svart. 28 lid 1, 41, 503 lid 1, 509a, 509d lid 3
Essentie
Verdachte is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens de moord op een achtjarig kind in een klaslokaal. In hoger beroep heeft de ontkennende verdachte aangegeven zichzelf te willen verdedigen. Gelet op de juridische merites van de zaak en hetgeen er voor de verdachte op het spel stond, lijdt het geen twijfel dat met rechtsbijstand ter terechtzitting een wezenlijk belang was gemoeid. Het Hof heeft dat belang klaarblijkelijk onderkend en de verdachte meermalen in de gelegenheid gesteld om, zo hij dat wenste, zich alsnog met de ter terechtzitting aanwezige toegevoegde raadsman te verstaan. Dat neemt niet weg dat het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.