Einde inhoudsopgave
Besluit nr. 3/90 tot vaststelling en toepassing van de algemene voorschriften, de algemene voorwaarden en de procedurevoorschriften voor bemiddeling en arbitrage inzake uit de door de Commissie beheerde middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds gefinancierde overeenkomsten voor werken, leveringen en diensten
Bijlage II Algemene voorwaarden voor door het Europees ontwikkelingsfonds (EOF) gefinancierde overeenkomsten voor werken
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1991
- Bronpublicatie:
29-03-1990, PbEG 1990, L 382 (uitgifte: 31-12-1990, regelingnummer: 3/90)
- Inwerkingtreding
01-06-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-1990, PbEG 1990, L 382 (uitgifte: 31-12-1990, regelingnummer: 3/90)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Inhoud
Inleidende bepalingen
Art. 1 Definities
Art. 2 Recht en taal van de overeenkomst
Art. 3 Rangorde van de contractuele bescheiden
Art. 4 Kennisgevingen en schriftelijke mededelingen
Art. 5 Directie en vertegenwoordiger van de directie
Art. 6 Cessie
Art. 7 Onderaanneming
Verplichtingen van de opdrachtgever
Art. 8 Verstrekken van bescheiden
Art. 9 Toegang tot de bouwplaats
Art. 10 Bijstand met betrekking tot plaatselijke voorschriften
Art. 11 Achterstallige betalingen aan het personeel van de aannemer
Verplichtingen van de aannemer
Art. 12 Algemene verplichtingen
Art. 13 Leiding van de werken
Art. 14 Personeel
Art. 15 Uitvoeringsgarantie
Art. 16 Verzekering
Art. 17 Algemeen tijdschema
Art. 18 Specificatie van de prijzen
Art. 19 Tekeningen van de aannemer
Art. 20 Toereikendheid van de inschrijvingsprijzen
Art. 21 Buitengewone risico's
Art. 22 Veiligheid op de bouwplaatsen
Art. 23 Bescherming van de belendende eigendommen
Art. 24 Belemmering van het verkeer
Art. 25 Kabels en leidingen
Art. 26 Uitzetten van de werken
Art. 27 Uit afbraak afkomstige materialen
Art. 28 Vondsten
Art. 29 Hulpwerken
Art. 30 Bodemonderzoek
Art. 31 Verband met andere werken
Art. 32 Octrooien en licenties
Aanvang en vertragingen
Art. 33 Opdracht tot aanvang van uitvoering
Art. 34 Uitvoeringstermijn
Art. 35 Verlenging van de uitvoeringstermijn
Art. 36 Vertraging bij de uitvoering
Art. 37 Wijzigingen
Art. 38 Schorsing
Materialen en werkuitvoering
Art. 39 Dagboek
Art. 40 Kwaliteit van de werken en de materialen
Art. 41 Inspectie en proefnemingen
Art. 42 Afkeuring
Art. 43 Eigendom van bouwstoffen en materialen
Betaling
Art. 44 Algemeen
Art. 45 Overeenkomsten op basis van voorlopige prijzen
Art. 46 Voorschotten
Art. 47 Inhoudingen
Art. 48 Prijsherziening
Art. 49 Meting
Art. 50 Termijnbetalingen
Art. 51 Eindafrekening
Art. 52 Rechtstreekse betalingen aan onderaannemers
Art. 53 Achterstallige betalingen
Art. 54 Betaling aan derden
Art. 55 Aanspraak op bijbetaling
Art. 56 Betalingen in vreemde valuta
Oplevering en onderhoud
Art. 57 Algemene bepalingen
Art. 58 Keuring bij voltooiing van het werk
Art. 59 Gedeeltelijke oplevering
Art. 60 Voorlopige oplevering
Art. 61 Onderhoudsverplichtingen
Art. 62 Eindoplevering
Contactbreuk en beëindiging van de overeenkomst
Art. 63 Contractbreuk
Art. 64 Beëindiging van de overeenkomst door de opdrachtgever
Art. 65 Beëindiging van de overeenkomst door de aannemer
Art. 66 Overmacht
Art. 67 Overlijden
Beslechting van geschillen
Art. 68 Beslechting van geschillen
Inleidende bepalingen
Artikel 1. Definities
1.1
Voor de toepassing van de onderhavige algemene voorwaarden en van de overeenkomst wordt verstaan onder:
EEG: de Europese Economische Gemeenschap.
ACS-Staten: de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, die de ACS-EEG-Overeenkomst hebben ondertekend.
ACS-EEG-Overeenkomst: de toepasselijke Overeenkomst tussen de ACS-Staten en de EEG.
Overeenkomst: de door de partijen aangegane en ondertekende overeenkomst voor de uitvoering van de werken, met inbegrip van alle bijlagen alsook alle bescheiden die er een geheel mee vormen.
Aannemer: de partij waarmee de opdrachtgever de overeenkomst sluit.
Opdrachtgever: de Staat of de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtsperson[lees: rechtspersoon] door of namens welke de overeenkomst met de aannemer gesloten wordt.
Staat van de opdrachtgever: de ASC-Staat[lees: ACS-Staat] op het grondgebied waarvan de overeenkomst voor werken moet worden uitgevoerd.
Directie: de overheidsdienst, dan wel de publiekrechtelijke rechtspersoon, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die door de opdrachtgever is aangewezen overeenkomstig de wetgeving van de Staat van de opdrachtgever en belast is met de leiding over en/of controle van de uitvoering van de overeenkomst voor werken, en aan wie de opdrachtgever krachtens de overeenkomst rechten en/of bevoegdheden kan delegeren.
Vertegenwoordiger van de directie: iedere door de directie krachtens de overeenkomst als zodanig aangewezen natuurlijke of rechtspersoon die bevoegd is de directie bij de uitvoering van haar taak en bij de uitoefening van de aan haar overgedragen rechten en/of bevoegdheden te vertegenwoordigen. Waar taken en rechten en/of bevoegdheden van de directie aan haar vertegenwoordiger zijn gedelegeerd, duidt de term directie dus ook haar vertegenwoordiger aan.
Werken: de tijdelijke en duurzame werken die krachtens de overeenkomst moeten worden uitgevoerd.
Bouwstoffen: machines, apparaten, bestanddelen en alle zaken die krachtens de overeenkomst moeten worden geleverd om in de werken te worden geïntegreerd.
Materieel: toestellen en andere machines en, indien van toepassing krachtens de wet en/of praktijk van de Staat van de opdrachtgever, de tijdelijke voorzieningen op de bouwplaats die nodig zijn voor de uitvoering van de werken, met uitzondering van bouwstoffen of andere zaken die deel moeten uitmaken van de duurzame werken.
Becijferd bestek: het document dat een opgave per post bevat van de onder een overeenkomst tegen eenheidsprijs uit te voeren werken met voor elke post vermelding van de hoeveelheid en de overeenkomstige eenheidsprijs.
Staat van eenheidsprijzen: de volledig gespecificeerde staat van de prijzen, met inbegrip van de specificatie van het totaalbedrag, die door de aannemer samen met zijn inschrijving is ingediend en zonodig gewijzigd, en die deel uitmaakt van de overeenkomst tegen eenheidsprijs.
Specificatie van het totaalbedrag: de gespecificeerde lijst van percentages en prijzen waaruit blijkt hoe de prijs van een op een totaalbedrag gebaseerde overeenkomst is opgebouwd, maar die geen deel uitmaakt van de overeenkomst.
Aannemingssom: het in de overeenkomst genoemde en als eerste raming bedoelde bedrag dat verschuldigd is voor de uitvoering van de werken, leveringen of diensten, of enig ander bedrag waarvan aan het eind van de overeenkomst wordt vastgesteld dat het krachtens de overeenkomst verschuldigd is.
Stelpost: een in de overeenkomst opgenomen en als zodanig aangeduid bedrag voor de uitvoering van werk of de levering van goederen, materialen, bouwstoffen of diensten, of voor onvoorziene uitgaven; dit bedrag kan op last van de directie geheel, gedeeltelijk of in het geheel niet worden gebruikt.
Tekeningen: de tekeningen van de opdrachtgever en de directie en de door de directie goedgekeurde tekeningen van de aannemer, bestemd voor de uitvoering van de werken.
Bouwplaats: de plaatsen waar de opdrachtgever de werken laat uitvoeren en de andere plaatsen die volgens de overeenkomst deel uitmaken van de bouwplaats.
Onderhoudstermijn: de in de overeenkomst bepaalde termijn onmiddellijk na de datum van voorlopige oplevering, tijdens welke de aannemer de uitvoering van de werken overeenkomstig de opdrachten van de directie moet voltooien en gebreken moet verhelpen.
Eindopleveringscertificaat: de aan het eind van de onderhoudstermijn door de directie aan de aannemer afgegeven verklaring(en) dat de aannemer heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot uitvoering, voltooiing en onderhoud van de betrokken werken.
Dag: kalenderdag.
Termijnen: de contractuele termijnen die ingaan op de dag welke volgt op de datum van de akte of gebeurtenis die als beginpunt voor die termijnen geldt. Is de laatste dag van de termijn geen werkdag, dan verstrijkt de termijn aan het einde van de eerstvolgende werkdag na de laatste dag van de termijn.
Schriftelijk: in handschrift, machineschrift of druk, met inbegrip van telexen, telegraafberichten en telefaxen.
Mededelingen: certificaten, kennisgevingen, opdrachten en instructies uit hoofde van de overeenkomst.
Dienstorder: schriftelijke instructies of opdrachten van de directie aan de aannemer betreffende de uitvoering van de werken.
Nationale valuta: de valuta van de Staat van de opdrachtgever.
Vreemde valuta: elke toegelaten valuta die niet de nationale valuta is, en die in de overeenkomst is vermeld.
Algemene schadevergoeding: het niet vooraf in de overeenkomst bepaalde bedrag dat door een rechtbank of arbitrage-instantie wordt toegekend of door de partijen is overeengekomen als aan de benadeelde partij verschuldigde compensatie voor conctractbreuk door de andere partij.
Gefixeerde schadevergoeding: het in de overeenkomst vermelde bedrag dat de aannemer bij wijze van compensatie aan de opdrachtgever verschuldigd is wanneer hij verzuimt de werken of een deel daarvan te voltooien binnen de bij de overeenkomst voorgeschreven termijnen, of dat de ene partij aan de andere partij verschuldigd is voor enig ander in de overeenkomst gespecificeerd geval van contractbreuk.
Bijzondere voorwaarden: de in de overeenkomst opgenomen bijzondere voorwaarden, die door de opdrachtgever zijn opgesteld als onderdeel van de uitnodiging tot inschrijving en waar nodig van wijzigingen zijn voorzien, en die bestaan uit:
- a)
wijzigingen in de onderhavige algemene voorwaarden;
- b)
bijzondere contractuele bepalingen;
- c)
technische specificaties; en
- d)
andere aangelegenheden met betrekking tot de overeenkomst.
1.2
De opschriften en titels in deze algemene voorwaarden mogen niet als onderdeel daarvan worden beschouwd of bij de interpretatie van de overeenkomst in aanmerking worden genomen.
1.3
Indien de context zulks toestaat worden in het enkelvoud gebruikte woorden geacht ook het meervoud te omvatten en vice versa, en worden mannelijke woorden geacht ook het vrouwelijk te omvatten en vice versa.
1.4
Woorden die personen of partijen aanduiden omvatten ook vennootschappen en iedere andere organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit.
Artikel 2. Recht en taal van de overeenkomst
2.1
Behoudens andersluidende bepalingen in de bijzondere voorwaarden is het recht van de Staat van de opdrachtgever van toepassing op de overeenkomst.
2.2
In alle aangelegenheden die niet onder deze algemene voorwaarden vallen, is het recht van toepassing dat op de overeenkomst van toepassing is.
2.3
De taal van de overeenkomst en van alle mededelingen tussen de aannemer, de opdrachtgever en de directie of hun vertegenwoordigers wordt in de bijzondere voorwaarden bepaald.
Artikel 3. Rangorde van de contractuele bescheiden
Tenzij in de overeenkomst anders is bepaald, wordt de rangorde van de contractuele bescheiden in de bijzondere voorwaarden vastgesteld.
Artikel 4. Kennisgevingen en schriftelijke mededelingen
4.1
Tenzij anders bepaald in de bijzondere voorwaarden, worden mededelingen tussen de opdrachtgever en/of de directie enerzijds en de aannemer anderzijds per post, telegraaf, telex of telefax gezonden aan dan wel persoonlijk afgegeven op de daartoe door hen aangewezen adressen.
4.2
Indien de afzender een ontvangstbewijs verlangt, moet hij daarvan melding maken in zijn mededeling; wanneer er een uiterste datum van ontvangst voor de mededeling is voorgeschreven, is hij gehouden een dergelijk ontvangstbewijs te verlangen. In ieder geval moet de afzender de nodige maatregelen treffen om de ontvangst van zijn mededeling te verzekeren.
4.3
Telkens wanneer in de overeenkomst sprake is van betekening of afgifte van een kennisgeving, instemming, goedkeuring, certificaat of besluit, wordt daarmee, tenzij anders bepaald, een schriftelijke kennisgeving, instemming, goedkeuring, certificaat of besluit bedoeld en moet het gebruik van de woorden ‘kennisgeven’, ‘verklaren’ of ‘besluiten’ dienovereenkomstig worden opgevat. Een dergelijk(e) instemming, goedkeuring, certificaat of besluit mag niet zonder geldige reden worden geweigerd of uitgesteld.
Artikel 5. Directie en vertegenwoordiger van de directie
5.1
De directie vervult de in de overeenkomst omschreven taken. Behoudens uitdrukkelijk beding in de overeenkomst is de directie niet gerechtigd de aannemer van een van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst te ontheffen.
5.2
De directie kan in voorkomend geval, met behoud van haar uiteindelijke aansprakelijkheid, taken en bevoegdheden die bij haar berusten aan haar vertegenwoordiger delegeren en deze delegatie te allen tijde intrekken of de vertegenwoordiger vervangen. Delegatie, intrekking of vervanging gebeuren schriftelijk en hebben geen rechtsgevolgen voordat de aannemer er een afschrift van heeft ontvangen.
5.3
Elke mededeling die door de vertegenwoordiger van de directie overeenkomstig de voorwaarden van een dergelijke delegatie aan de aannemer wordt gedaan, heeft dezelfde gevolgen als wanneer zij van de directie zelf was uitgegaan, met dien verstande dat:
- a)
wanneer de vertegenwoordiger van de directie verzuimt werk, materialen of bouwstoffen af te keuren, dit geen afbreuk doet aan het recht van de directie om dat alsnog te doen en de nodige opdrachten tot verbetering te geven;
- b)
het de directie vrijstaat om de mededeling ongedaan te maken of te wijzigen.
5.4
Instructies en/of opdrachten van de directie worden gegeven in de vorm van dienstorders. Deze orders worden gedateerd, genummerd en door de directie in een register genoteerd; afschriften ervan worden zo nodig ter hand gesteld aan de vertegenwoordiger van de aannemer.
Artikel 6. Cessie
6.1
Cessie is alleen geldig in de vorm van een schriftelijk akkoord waarbij de aannemer zijn in de overeenkomst vastgelegde opdracht of een deel daarvan aan een derde overdraagt.
6.2
Het is de aannemer verboden om de overeenkomst of een deel ervan, dan wel enig voordeel of recht uit hoofde ervan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever over te dragen, tenzij dit geschiedt:
- a)
door een zekerheid ten gunste van de banken van de aannemer te stellen voor alle bedragen die krachtens de overeenkomst verschuldigd zijn of opeisbaar zullen worden; of
- b)
door het verhaalrecht van de aannemer tegen aansprakelijke derden over te dragen aan de verzekeraars van de aannemer, wanneer deze diens schade of aansprakelijkheid hebben vergoed.
6.3
Voor de toepassing van artikel 6.2 ontslaat de instemming van de opdrachtgever met een cessie de aannemer niet van zijn verplichtingen voor het reeds uitgevoerde of niet overgedragen deel van de in de overeenkomst vastgelegde opdracht.
6.4
Wanneer de aannemer zijn overeenkomst zonder toestemming heeft overgedragen, kan de opdrachtgever zonder formele kennisgeving rechtens de in de artikelen 63 en 64 vastgestelde sancties wegens contractbreuk opleggen.
6.5
Cessionarissen moeten voldoen aan de op de gunning van de overeenkomst toepasselijke criteria om als zodanig in aanmerking te komen.
Artikel 7. Onderaanneming
7.1
Onderaanneming is alleen geldig in de vorm van een schriftelijk akkoord waarbij de aannemer de utvoering[lees: uitvoering] van een deel van zijn overeenkomst aan een derde toevertrouwt.
7.2
Onderaanneming kan niet geschieden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever aan de aannemer. De in onderaanneming te geven werken en de identiteit van de onderaannemers worden aan de opdrachtgever meegedeeld. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.3 betekent de opdrachtgever binnen 30 dagen na ontvangst van de mededeling zijn beslissing aan de aannemer, waarbij hij in voorkomend geval opgave doet van de redenen waarom toestemming wordt geweigerd.
7.3
Bij de keuze van onderaannemers geeft de aannemer de voorkeur aan natuurlijke personen of vennootschappen van de Staat van de opdrachtgever, die in staat zijn het gevraagde werk op soortgelijke voorwaarden te verrichten.
7.4
Onderaannemers moeten voldoen aan de op de gunning van de overeenkomst toepasselijke criteria om als zodanig in aanmerking te komen.
7.5
Onverminderd artikel 52 heeft de opdrachtgever geen contractuele betrekkingen met onderaannemers.
7.6
In dezelfde mate als voor handelingen, in gebreke blijven en nalatigheden van hemzelf, zijn gemachtigden of werknemers, is de aannemer aansprakelijk voor handelingen, in gebreke blijven en nalatigheden van zijn onderaannemers en hun gemachtigden of werknemers. De goedkeuring door de opdrachtgever van de onderaanneming van een deel van de overeenkomst of van de onderaannemer die een deel van de werken zal uitvoeren, ontslaat de aannemer van geen enkele verplichting krachtens de overeenkomst.
7.7
Ingeval een onderaannemer zich ter zake van de uitvoering van het werk of de door hem geleverde goederen, materialen, bouwstoffen of diensten tegenover de aannemer verbonden heeft tot na de onderhoudstermijn krachtens de overeenkomst, is de aannemer na het verstrijken van de onderhoudstermijn te allen tijde gehouden, op verzoek en op kosten van de opdrachtgever, zijn vorderingsrecht voor de rest van de tijd waarvoor die verbintenis loopt, onmiddellijk aan de opdrachtgever over te dragen.
7.8
Wanneer de aannemer zonder goedkeuring een onderaannemingsovereenkomst aangaat, kan de opdrachtgever zonder formele kennisgeving rechtens de in de artikelen 63 en 64 vastgestelde sancties wegens contractbreuk opleggen.
Verplichtingen van de opdrachtgever
Artikel 8. Verstrekken van bescheiden
8.1
Binnen 30 dagen nadat de aannemer de uitvoeringsgarantie overeenkomstig artikel 15 heeft verstrekt, ontvangt hij van de directie kosteloos een afschrift van de tekeningen die met het oog op de uitvoering van de overeenkomst zijn gemaakt, alsook twee afschriften van de specificaties en andere contractuele bescheiden. Voor zover ze beschikbaar zijn, kan de aannemer extra afschriften van deze tekeningen, specificaties en andere bescheiden kopen. De aannemer retourneert alle tekeningen, specificaties en andere contractuele bescheiden aan de opdrachtgever wanneer deze het onderhoudscertificaat verstrekt of bij de eindoplevering.
8.2
Tenzij zulks voor toepassing van de overeenkomst noodzakelijk is, mag de aannemer de door de opdrachtgever verstrekte tekeningen, specificaties en andere bescheiden niet gebruiken of aan derden doorgeven zonder voorafgaande toestemming van de directie.
8.3
De directie heeft het recht de aannemer dienstorders te geven met de aanvullende documenten en instructies die vereist zijn voor een behoorlijke en correcte uitvoering van de werken en voor het verhelpen van gebreken.
Artikel 9. Toegang tot de bouwplaats
9.1
Te gepasten tijde en naar gelang van het verloop van de werkzaamheden stelt de opdrachtgever de bouwplaats en de toegang daartoe ter beschikking van de aannemer, overeenkomstig het in deze algemene voorwaarden bedoelde uitvoeringsplan. De aannemer biedt andere betrokken personen redelijke gelegenheid om hun werkzaamheden uit te voeren, als bepaald in de bijzondere voorwaarden of als verlangd bij dienstorder.
9.2
Terrein dat de opdrachtgever aan de aannemer beschikbaar heeft gesteld, mag door de aannemer alleen voor de uitvoering van de opdracht worden gebruikt.
9.3
De aannemer behoudt hem ter beschikking gestelde gebouwen tijdens het gebruik in goede staat en herstelt ze, indien de opdrachtgever of de directie dit verzoekt, na voltooiing van de opdracht, behoudens normale slijtage, in hun oorspronkelijke toestand.
9.4
De aannemer heeft geen recht op vergoeding voor verbeteringen door werk dat hij op eigen initiatief heeft uitgevoerd.
Artikel 10. Bijstand met betrekking tot plaatselijke voorschriften
10.1
De aannemer kan de hulp van de opdrachtgever inroepen voor het verkrijgen van afschriften van wetten, voorschriften, en informatie over plaatselijke gebruiken, beschikkingen of verordeningen van het land waar de werken worden uitgevoerd, waarmee de aannemer bij de naleving van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst te maken kan krijgen. De opdrachtgever kan de gevraagde hulp aan de aannemer verstrekken op diens kosten.
10.2
Onverminderd de wetten en voorschriften inzake buitenlandse werknemers in de Staat waar de werken worden uitgevoerd, doet de opdrachtgever al het nodige om het de aannemer makkelijker te maken de vereiste visa en vergunningen, met inbegrip van werken verblijfsvergunningen, te verkrijgen voor het personeel waarvan de diensten door aannemer en opdrachtgever onmisbaar worden geacht, alsmede de verblijfsvergunningen voor hun gezinnen.
Artikel 11. Achterstallige betalingen aan het personeel van de aannemer
Wanneer de verschuldigde lonen en salarissen van de werknemers van de aannemer en de in het recht van de Staat van de bouwplaats vastgestelde vergoedingen en bijdragen niet tijdig zijn uitbetaald, kan de opdrachtgever de aannemer meedelen dat hij de lonen, salarissen, vergoedingen en bijdragen binnen 15 dagen na de mededeling rechtstreeks zal uitbetalen. Indien de aannemer betwist dat deze betalingen verschuldigd zijn, stelt hij de opdrachtgever binnen de termijn van 15 dagen in kennis van zijn met redenen omklede bezwaren. Is de opdrachtgever, na kennisneming van die bezwaren, van oordeel dat de lonen, salarissen, vergoedingen en bijdragen verschuldigd zijn, dan kan hij ze uit de aan de aannemer verschuldigde bedragen betalen. Bij gebreke van verschuldigde bedragen kan hij putten uit één van de krachtens deze algemene voorwaarden gestelde garanties. Eventueel door de opdrachtgever uit hoofde van dit artikel ondernomen stappen ontslaan de aannemer niet van zijn verplichtingen jegens zijn werknemers, behoudens in de mate waarin door deze stappen aan een verplichting zou zijn voldaan. De opdrachtgever aanvaardt door genoemde stappen geen enkele aansprakelijkheid ten opzichte van de werknemers van de aannemer.
Verplichtingen van de aannemer
Artikel 12. Algemene verplichtingen
12.1
De aannemer dient de werken met de nodige zorg en toewijding en in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomst te ontwerpen in de mate waarin zulks in de overeenkomst is bepaald; voorts dient hij de werken uit te voeren en te voltooien en alle gebreken daarin te verhelpen. De aannemer zorgt voor de leiding, het personeel, de materialen, de bouwstoffen, het materieel, en alle overige tijdelijke of duurzame zaken voor het ontwerpen, uitvoeren en voltooien van de werken en voor het verhelpen van gebreken, voor zover zulks in de overeenkomst is omschreven of op redelijke gronden daaruit kan worden afgeleid.
12.2
De aannemer is ten volle aansprakelijk voor de geschiktheid, stabiliteit en veiligheid van alle verrichtingen en constructiemethodes in het kader van de overeenkomst.
12.3
De aannemer richt zich naar de dienstorders van de directie. Wanneer hij van mening is dat een dienstorder de bevoegdheid van de directie of de reikwijdte van de overeenkomst te buiten gaat, stelt hij de directie, op straffe van verval, binnen 30 dagen na ontvangst van de dienstorder in kennis van zijn met redenen omklede bezwaren. Deze kennisgeving heeft geen schorsende werking voor wat de uitvoering van de dienstorder betreft.
12.4
De aannemer houdt zich aan alle wetten en voorschriften die gelden in de Staat van de opdrachtgever en hij ziet erop toe dat zijn personeel, hun gezinsleden en zijn plaatselijke werknemers die wetten en voorschriften eveneens naleven. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle vorderingen of gerechtelijke acties ten gevolge van overtredingen van die wetten en voorschriften die hij, zijn werknemers of hun gezinsleden zouden begaan.
12.5
Wanneer de aannemer of een van zijn onderaannemers, gemachtigden of personeelsleden iemand steekpenningen, geschenken, fooien of commissiegelden aanbiedt dan wel belooft aan te bieden of te betalen, dan wel betaalt als aansporing tot of als beloning voor het verrichten of nalaten van een handeling ter zake van de overeenkomst of enige andere overeenkomst met de opdrachtgever, dan wel als aansporing tot of als beloning voor het begunstigen of achterstellen van een persoon ter zake van de overeenkomst of enige andere overeenkomst met de opdrachtgever, dan kan de opdrachtgever, onverminderd de rechten die de aannemer uit hoofde van de overeenkomst heeft verworven, de overeenkomst beëindigen, in welk geval de artikelen 63 en 64 van toepassing zijn.
12.6
Alle documenten en inlichtingen in verband met de overeenkomst worden door de aannemer als persoonlijk en vertrouwelijk behandeld en worden, tenzij noodzakelijk voor de uitvoering van de overeenkomst, niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of de directie na overleg met de opdrachtgever bekendgemaakt of prijsgegeven. Bij een geschil over de vraag of zij ter wille van de uitvoering van de overeenkomst openbaar moeten worden gemaakt of prijsgegeven, berust de eindbeslissing bij de opdrachtgever.
12.7
Wanneer de aannemer een gemeenschappelijke onderneming of een consortium van twee of meer personen is, zijn deze personen gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de overeenkomst overeenkomstig de wet van de Staat van de opdrachtgever, en belasten zij, op verzoek van de opdrachtgever, een van hen met de leiding en de bevoegdheid om de gemeenschappelijke onderneming of het consortium te binden. Samenstelling of structuur van de gemeenschappelijke onderneming of het consortium mogen niet zonder voorafgaande toestemming van de opdrachtgever worden gewijzigd.
Artikel 13. Leiding van de werken
13.1
De aannemer neemt zelf de leiding van de werken op zich of wijst met dit doel een vertegenwoordiger aan. Deze aanwijzing wordt ter goedkeuring aan de directie voorgelegd. De goedkeuring kan te allen tijde worden ingetrokken. Wordt de goedkeuring van de aanwijzing geweigerd of ingetrokken, dan omkleedt de directie haar beslissing met redenen en legt de aannemer onverwijld een nieuwe aanwijzing voor.
13.2
Wanneer de directie haar goedkeuring ten aanzien van de vertegenwoordiger van de aannemer intrekt, verwijdert de aannemer, zodra hij hiervan in kennis is gesteld, de vertegenwoordiger zo spoedig mogelijk van de werken en vervangt hem door een vertegenwoordiger die door de directie is aanvaard.
13.3
De vertegenwoordiger van de aannemer is volledig bevoegd om alle beslissingen te nemen die voor de uitvoering van de werken vereist zijn, om dienstorders te ontvangen en uit te voeren en om het in artikel 39 bedoelde dagboek of, in voorkomend geval, het losbladige register mede te ondertekenen. De aannemer is in elk geval zelf voor de goede uitvoering van het werk verantwoordelijk en vergewist zich er derhalve onder meer van dat de specificaties en dienstorders door zijn eigen werknemers en door de onderaannemers worden nageleefd.
Artikel 14. Personeel
14.1
Het personeel dat de aannemer in dienst heeft, moet voldoende in aantal zijn en een optimaal gebruik van de arbeidskrachten in de Staat waar de werken worden uitgevoerd, mogelijk maken. Deze werknemers moeten de nodige bekwaamheid en ervaring bezitten opdat de regelmatige voortgang en de juiste uitvoering van de werken verzekerd zijn. De aannemer vervangt iedere werknemer die naar het oordeel van de directie de goede uitvoering der werkzaamheden in gevaar kan brengen, onmiddellijk.
14.2
De loontarieven en de algemene arbeidsvoorwaarden zoals deze zijn vastgelegd in de voorschriften van de Staat van de opdrachtgever, gelden als minimum voor de werknemers op de bouwplaats.
Artikel 15. Uitvoeringsgarantie
15.1
Binnen 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving van de gunning van de overeenkomst verstrekt de aannemer de opdrachtgever een garantie voor de volledige en correcte uitvoering van de overeenkomst. Het bedrag van de garantie wordt bepaald in de bijzondere voorwaarden en mag niet hoger liggen dan 10 % van de aannemingssom met inbegrip van de in aanvullingen op de overeenkomst bepaalde bedragen, tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bepaald. In geen enkel geval echter mag het 20 % van die som overschrijden.
15.2
De uitvoeringsgarantie is bestemd tot vergoeding van de opdrachtgever voor verliezen ten gevolge van verzuim van de aannemer om zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst volledig en correct na te komen.
15.3
De uitvoeringsgarantie dient te worden gesteld conform het bepaalde in de bijzondere voorwaarden en kan worden verstrekt in de vorm van een bankgarantie, een bankwissel, een gewaarmerkte cheque, een borgtocht van een verzekerings- en/of borgtochtmaatschappij, een onherroepelijke accreditief dan wel een deposito in gereed geld bij de opdrachtgever. Indien de uitvoeringsgarantie dient te worden gegeven in de vorm van een bankgarantie, een bankwissel, een gewaarmerkte cheque of een borgtocht, dan wordt zij gegeven door een bank of een borgtocht- en/of verzekeringsmaatschappij, goedgekeurd door de opdrachtgever in overeenstemming met de criteria die van toepassing zijn om voor de gunning van de overeenkomst in aanmerking te komen.
15.4
Tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bepaald, luidt de uitvoeringsgarantie in de soorten en combinaties van valuta's waarin de overeenkomst betaalbaar is.
15.5
Aan de aannemer worden geen betalingen gedaan voordat de garantie is verstrekt. De garantie blijft geldig totdat de overeenkomst volledig en correct is uitgevoerd.
15.6
Kan de natuurlijke of rechtspersoon die borg staat, zijn verplichtingen tijdens de uitvoering van de overeenkomst niet nakomen, dan vervalt de geldigheid van de garantie. De opdrachtgever verzoekt de aannemer formeel een nieuwe garantie te verstrekken op dezelfde voorwaarden als de vorige. Verstrekt de aannemer geen nieuwe garantie, dan kan de opdrachtgever de overeenkomst beëindigen.
15.7
Conform de garantievoorwaarden en ten belope van de garantiesom verzoekt de opdrachtgever betaling uit de garantiesom van alle bedragen waarvoor de borg uit hoofde van de garantie aansprakelijk is wegens in gebreke blijven van de aannemer in het kader van de overeenkomst. Op verzoek van de opdrachtgever betaalt de borg deze bedragen onverwijld uit zonder dat hij hiertegen, op welke grond dan ook, enig bezwaar kan maken. Alvorens aanspraak te maken op de uitvoeringsgarantie stelt de opdrachtgever de aannemer in kennis van de aard van het in gebreke blijven waarop de aanspraak berust.
15.8
Tenzij in de overeenkomst anders is bepaald, wordt de uitvoeringsgarantie vrijgegeven binnen 30 dagen na de afgifte van de in artikel 51 bedoelde ondertekende eindafrekening.
Artikel 16. Verzekering
16.1
De aannemer is gehouden om gezamenlijk namens zichzelf en de opdrachtgever een verzekering af te sluiten tegen verlies of schade waarvoor hij krachtens de overeenkomst aansprakelijk is. Deze verzekering dekt, tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bepaald, het volgende:
- a)
de volledige vervangingswaarde van de werken, met inbegrip van de materialen en de bouwstoffen die daarin worden verwerkt, bij verlies of beschadiging door enige andere oorzaak dan overmacht of risico's die krachtens de overeenkomst aan de opdrachtgever zijn toe te schrijven;
- b)
een extra bedrag dat gelijk is aan 15 % van de vervangingswaarde of dat in de bijzondere voorwaarden is omschreven, voor dekking van alle bijkomende kosten inzake en in verband met het herstel van verlies of schade, met inbegrip van de honoraria en kosten voor het slopen en verwijderen van enig gedeelte van de werken en voor het ruimen van afval van welke aard ook;
- c)
het materieel van de aannemer en andere zaken die hij op de bouwplaats heeft gebracht, voor een zodanig bedrag dat vervanging op de bouwplaats mogelijk is.
16.2
De aannemer mag de in artikel 16.1 genoemde verzekeringspolis vervangen door een algemene polis, op voorwaarde dat die polis onder meer het genoemde in artikel 16.1, onder a), b) en c), dekt. De aannemer stelt de verzekeraar in dat geval in kennis van het belang van de opdrachtgever.
16.3
De aannemer sluit een verzekering ter dekking van zijn aansprakelijkheid voor arbeidsongevallen en zijn uit de werkzaamheden voortvloeiende wettelijke aansprakelijkheid jegens een ieder die hij op het werk in dienst heeft, jegens de opdrachtgever en diens personeel. De aansprakelijkheid is onbeperkt in geval van lichamelijk letsel.
16.4
De aannemer sluit een verzekering tegen risisco's[lees: risico's] en wettelijke aansprakelijkheid wegens een handeling of nalatigheid die aan hem, zijn rechtsopvolgers of gemachtigden wordt toegeschreven. Die verzekering wordt gesloten voor ten minste het in de bijzondere voorwaarden genoemde bedrag. Voorts vergewist hij zich ervan dat al zijn onderaannemers een soortgelijke verzekering hebben gesloten.
16.5
Alle in dit artikel bedoelde verzekeringen worden gesloten binnen 30 dagen na de kennisgeving van de gunning van de opdracht en moeten worden goedgekeurd door de opdrachtgever. De verzekeringen gaan in bij het begin van de werken en blijven van kracht tot de eindoplevering van de werken. Telkens wanneer de opdrachtgever of de directie dit van de aannemer verlangen, legt de aannemer onverwijld de verzekeringspolis over aan de opdrachtgever en toont hij aan dat de verzekeringspremies regelmatig worden betaald.
16.6
Niettegenstaande de verzekeringsverplichting van de aannemer overeenkomstig artikel 16, is alleen hij aansprakelijk en vrijwaart hij de opdrachtgever en de directie tegen aanspraken van derden wegens schade aan eigendom of lichamelijk letsel ten gevolge van de uitvoering van de werken door hemzelf, zijn onderaannemers en werknemers.
Artikel 17. Algemeen tijdschema
17.1
Overeenkomstig de bijzondere voorwaarden stelt de aannemer een algemeen tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst op dat hij ter goedkeuring aan de directie voorlegt. Dit schema omvat ten minste:
- a)
de volgorde waarin de aannemer voorstelt de werken uit te voeen[lees: voeren];
- b)
de termijnen waarbinnen de tekeningen moeten worden ingediend en goedgekeurd;
- c)
een algemene beschrijving van de door de aannemer voorgestelde werkwijze ter uitvoering van de werken; en
- d)
alle verdere details en gegevens die de directie redelijkerwijze kan verlangen.
17.2
De goedkeuring van het schema door de directie ontheft de aannemer niet van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst.
17.3
Zonder goedkeuring van de directie worden in het schema geen belangrijke wijzigingen aangebracht. Wanneer de uitvoering van het werk echter niet conform het schema verloopt, kan de directie de aannemer opdragen het schema te herzien en het herziene schema ter goedkeuring aan haar voor te leggen.
Artikel 18. Specificatie van de prijzen
18.1
Voor zover nodig in verband met de toepassing van de overeenkomst, verstrekt de aannemer, uiterlijk 20 dagen na ontvangst van een met redenen omkleed verzoek van de directie, een uitvoerige specificatie van zijn tarieven en prijzen.
18.2
Na de kennisgeving van de gunning doet de aannemer, binnen de in de bijzondere voorwaarden gestelde termijn, aan de directie, uitsluitend ter informatie, gedetailleerde kwartaalramingen van de cash flow toekomen, met vermelding van alle betalingen waarop hij krachtens de overeenkomst recht heeft. Vervolgens dient hij op verzoek van de directie per kwartaal en herziene cash flow-raming over te leggen. Uit deze informatie vloeit voor de opdrachtgever of de directie generlei aansprakelijkheid voort.
Artikel 19. Tekeningen van de aannemer
19.1
De aannemer legt aan de directie ter goedkeuring voor:
- a)
binnen de in de overeenkomst of het algemene tijdschema gestelde termijnen: de tekeningen, documenten, monsters en/of modellen die in de overeenkomst zijn omschreven;
- b)
de tekeningen die redelijkerwijs door de directie kunnen worden verlangd voor de uitvoering van de overeenkomst.
19.2
Indien de directie haar in artikel 19.1 bedoelde goedkeuring niet betekent binnen de termijnen die zijn vastgesteld in de overeenkomst of het goedgekeurde algemene tijdschema, worden die tekeningen, documenten, monsters of modellen aan het einde van de gestelde termijnen geacht te zijn goedgekeurd. Indien geen termijn is gesteld, worden zij 30 dagen na ontvangst geacht te zijn goedgekeurd.
19.3
Goedgekeurde tekeningen, documenten, monsters en modellen worden door de directie ondertekend of anderszins gewaarmerkt en er wordt behoudens andersluidende opdracht van de directie niet van afgeweken. Door de directie niet goedgekeurde tekeningen, documenten, monsters of modellen van de aannemer worden onmiddellijk aan de eisen van de directie aangepast en opnieuw door de aannemer ter goedkeuring voorgelegd.
19.4
De aannemer verstrekt van de goedgekeurde tekeningen extra afdrukken waarvan vorm en aantal in de overeenkomst of latere dienstorders worden bepaald.
19.5
De goedkeuring van de tekeningen, documenten, monsters of modellen door de directie ontheft de aannemer niet van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst.
19.6
De directie heeft het recht alle contractuele tekeningen, documenten, monsters of modellen te allen redelijke tijde ter plaatse bij de aannemer te controleren.
19.7
Voor de voorlopige oplevering van het werk verstrekt de aannemer handleidingen en onderhoudsvoorschriften, voorzien van tekeningen, die zo gedetailleerd zijn dat zij de opdrachtgever in staat stellen alle onderdelen van het werk te gebruiken, te onderhouden, aan te passen en te repareren. Tenzij anders bepaald in de bijzondere voorwaarden, zijn de handleidingen en tekeningen in de taal van de overeenkomst gesteld en worden ze verschaft in de vorm en het aantal die in de overeenkomst zijn bepaald. Uit het oogpunt van voorlopige oplevering worden de werken niet voltooid geacht voordat de opdrachtgever de handleidingen en tekeningen heeft ontvangen.
Artikel 20. Toereikendheid van de inschrijvingsprijzen
20.1
De aannemer wordt geacht de bouwplaats en de omgeving ervan te hebben gecontroleerd en bestudeerd, zich vóór de indiening van zijn inschrijving te hebben vergewist van de aard van de bodem en de ondergrond, rekening te hebben gehouden met vorm en aard van de bouwplaats, omvang en aard van het werk en van de daarvoor vereiste materialen, de communicatiemiddelen met en toegangswegen tot de bouwplaats, alsmede het vereiste onderkomen, en zich in het algemeen alle nodige informatie te hebben verschaft over risicofactoren, eventualiteiten en alle andere omstandigheden die zijn inschrijving beïnvloeden.
20.2
De aannemer wordt geacht zich vóór de indiening van zijn inschrijving te hebben vergewist van de juistheid en de toereikendheid van de inschrijving en van de tarieven en prijzen die in het becijferde bestek of de staat van eenheidsprijzen zijn opgegeven, welke al zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst dekken, tenzij daarin anders is bepaald.
20.3
Aangezien de aannemer geacht wordt zijn prijzen op grond van zijn eigen berekeningen, bewerkingen en ramingen te hebben vastgesteld, is hij gehouden tot uitvoering zonder extra kosten van elk werk dat correspondeert met een onderdeel van zijn inschrijving waarvoor hij geen eenheidsprijs of vast bedrag heeft opgegeven.
Artikel 21. Buitengewone risico's
21.1
Indien de aannemer tijdens de uitvoering van het werk stuit op kunstmatige belemmeringen of natuurlijke omstandigheden die door een ervaren aannemer redelijkerwijze niet waren te voorzien en indien de aannemer van mening is dat hij daardoor extra kosten zal moeten maken en/of dat de uitvoeringstermijn daardoor moet worden verlengd, stelt hij de directie hiervan overeenkomstig de artikelen 35 en 55 in kennis. Daarbij vermeldt hij de kunstmatige belemmeringen en/of natuurlijke omstandigheden en verstrekt hij details omtrent de verwachte gevolgen daarvan, de maatregelen die hij neemt of wil nemen en de voorziene vertraging in of weerslag op de uitvoering van het werk.
21.2
Na ontvangst van de kennisgeving kan de directie onder andere:
- a)
de aannemer om een kostenraming verzoeken van de maatregelen die hij neemt of voornemens is te nemen;
- b)
de in artikel 21.2, onder a), bedoelde maatregelen met of zonder wijziging goedkeuren;
- c)
schriftelijke instructies geven in verband met de aanpak van de kunstmatige belemmeringen of natuurlijke omstandigheden;
- d)
wijziging, schorsing of stopzetting van de overeenkomst gelasten.
21.3
Voor zover de directie beslist dat de genoemde kunstmatige belemmeringen of natuurlijke omstandigheden door een ervaren aannemer redelijkerwijze niet geheel of gedeeltelijk waren te voorzien, wordt door de directie:
- a)
bij de vaststelling van een verlenging van de uitvoeringstermijn die uit hoofde van artikel 35 aan de aannemer moet worden toegestaan, rekening gehouden met iedere vertraging die deze wegens dergelijke belemmeringen of omstandigheden heeft opgelopen; en/of
- b)
in geval van kunstmatige belemmeringen of andere natuurlijke omstandigheden dan weersomstandigheden, de bijbetaling vastgesteld die uit hoofde van artikel 55 aan de aannemer verschuldigd is.
21.4
Weersomstandigheden geven de aannemer geen recht op aanspraken uit hoofde van artikel 55.
21.5
Beslist de directie dat de kunstmatige belemmeringen of natuurlijke omstandigheden door een ervaren aannemer redelijkerwijze geheel of gedeeltelijk waren te voorzien, dan stelt zij de aannemer daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.
Artikel 22. Veiligheid op de bouwplaatsen
22.1
De aannemer heeft het recht de toegang tot de bouwplaats te weigeren aan een ieder die niet bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, met uitzondering echter van door de directie gemachtigde personen.
22.2
De aannemer is gehouden tijdens de gehele uitvoeringsduur te zorgen voor de veiligheid op de bouwplaatsen en is er verantwoordelijk voor dat, in het belang van zijn werknemers, de gemachtigden van de opdrachtgever en derden, alle nodige maatregelen worden getroffen om schade of ongeval als gevolg van de uitvoering van de werken te voorkomen.
22.3
De aannemer neemt onder zijn verantwoordelijkheid en op zijn kosten alle noodzakelijke maatregelen voor de bescherming, het behoud en het onderhoud van bestaande gebouwen en werken. Hij levert en onderhoudt op zijn kosten de voor de goede uitvoering van de werken noodzakelijke of door de directie redelijkerwijs verlangde verlichting, afsluitingen en beveiligings- en bewakingsvoorzieningen.
22.4
Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst spoedmaatregelen moeten worden genomen om elk gevaar voor ongevallen of schade te voorkomen of om de veiligheid na een ongeval of schade te waarborgen, maant de directie de aannemer formeel aan het nodige te doen. Indien de aannemer deze maatregelen niet kan of wil nemen, kan de directie dit werk uitvoeren op kosten van de aannemer voor zover deze aansprakelijk is.
Artikel 23. Bescherming van de belendende eigendommen
23.1
De aannemer treft onder zijn verantwoordelijkheid en op zijn kosten alle bouwkundige voorzorgen en, gelet op de heersende omstandigheden, beschermt de belendende eigendommen en vermijdt aldaar abnormale hinder te veroorzaken.
23.2
De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen de financiële gevolgen van door de eigenaren van belendende terreinen of omwonenden ingediende vorderingen, voor zover de aannemer hiervoor aansprakelijk is en de aan de belendende eigendommen toegebrachte schade niet het gevolg is van een risico voortvloeiend uit het ontwerp of de bij de bouw van het werk te volgen werkwijze, die door de opdrachtgever of de directie aan de aannemer is voorgeschreven.
Artikel 24. Belemmering van het verkeer
24.1
De aannemer ziet erop toe dat de werken en installaties aan het verkeer op verbindingsinfrastructuur, zoals wegen, spoorwegen, waterwegen, vliegvelden, geen andere schade of hinder veroorzaken dan die welke in de bijzondere voorwaarden zijn toegestaan. Bij de keuze van routes en voertuigen houdt hij met name rekening met gewichtsbeperkingen.
24.2
Alle door de aannemer noodzakelijk geachte, in de bijzondere voorwaarden omschreven of door de opdrachtgever vereiste speciale maatregelen ter beveiliging of versterking van een weg-, baan- of brugvak worden op kosten van de aannemer genomen, ongeacht of zij door hem worden uitgevoerd. De aannemer stelt de directie in kennis van alle door hem voorgenomen speciale maatregelen alvorens deze uit te voeren. De kosten voor het herstel van bij het vervoer van materialen, bouwstoffen of materieel aan weg-, baan- of brugvakken veroorzaakte schade zijn voor rekening van de aannemer.
Artikel 25. Kabels en leidingen
25.1
Wanneer de aannemer in de loop van de uitvoering van de werkzaamheden op merktekens stuit die de ligging van ondergrondse kabels, leidingen of andere voorzieningen aangeven, laat hij deze tekens op hun plaats of plaatst hij ze terug indien de uitvoering van de werken een tijdelijke verwijdering noodzakelijk heeft gemaakt. Voor al deze handelingen is toestemming van de directie vereist.
25.2
De aannemer is verantwoordelijk voor het in goede staat houden, het eventueel verwijderen en terugplaatsen van kabels, leidingen en andere voorzieningen waarvan de opdrachtgever het bestaan heeft vermeld in de overeenkomst; de daaraan verbonden kosten zijn voor rekening van de aannemer.
25.3
Indien de aanwezigheid van kabels, leidingen en andere voorzieningen niet in de overeenkomst is vermeld, doch door merk- en kentekens wordt aangegeven, heeft de aannemer de algemene verplichting voorzorgsmaatregelen te nemen en dezelfde verplichtingen met betrekking tot het in stand houden, verwijderen en terugplaatsen als hierboven vermeld. In dit geval vergoedt de opdrachtgever hem de kosten in verband met die werkzaamheden voor zover deze voor de uitvoering van de overeenkomst noodzakelijk zijn.
25.4
De verplichting tot verwijdering en terugplaatsing van kabels, leidingen en andere voorzieningen alsmede de kosten die daaruit voortvloeien, vallen evenwel niet onder de verantwoordelijkheid van de aannemer indien de opdrachtgever besluit deze verantwoordelijkheid zelf te dragen. Dit geldt eveneens indien deze verplichting en de daaraan verbonden kosten ten laste komen van een gespecialiseerde overheidsdienst of een concessiehouder.
25.5
Als werkzaamheden op de bouwplaats openbare diensten kunnen verstoren of schade kunnen toebrengen aan openbare voorzieningen, stelt de aannemer de directie daar onmiddellijk en een redelijke tijd van te voren schriftelijk van in kennis, opdat tijdig passende maatregelen kunnen worden getroffen om de werkzaamheden normaal voortgang te laten vinden.
Artikel 26. Uitzetten van de werken
26.1
Het is de taak van de aannemer:
- a)
de werken nauwkeurig uit te zetten aan de hand van de door de directie aangegeven oorspronkelijke tekens, lijnen en niveaus;
- b)
ervoor te zorgen dat de plaatsing, de niveaus, de afmetingen en het tracé van alle onderdelen van de werken juist zijn; en
- c)
alle instrumenten, gereedschappen en mankracht te leveren die nodig zijn om bovengenoemde taken te verrichten.
26.2
Als tijdens de uitvoering van de werken blijkt dat er ten aanzien van de plaats, de niveaus, de afmetingen of het tracé van een van de onderdelen van de werken een vergissing is gemaakt, dient de aannemer, als de directie dat verlangt, op zijn kosten tot genoegen van de directie de nodige verbeteringen aan te brengen, tenzij de vergissing te wijten is aan onjuiste gegevens van de directie, in welk geval de kosten van rectificatie voor rekening van de opdrachtgever komen.
26.3
De door de directie verrichte controle op het uitzetten van de werken of op lijnen en niveaus ontheft de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid voor de nauwkeurigheid daarvan en de aannemer dient er nauwlettend op toe te zien dat alle peilmaten, bouwplanken, piketten en andere zaken die noodzakelijk zijn voor het uitzetten van de werken, niet in het ongerede raken.
Artikel 27. Uit afbraak afkomstige materialen
27.1
Wanneer in de overeenkomst afbraakwerkzaamheden zijn begrepen, zijn de daaruit afkomstige materialen en zaken, tenzij in de bijzondere voorwaarden en/of in de wetgeving van de Staat van de opdrachtgever anders is bepaald en behoudens het bepaalde in artikel 28, eigendom van de aannemer.
27.2
Is in de bijzondere voorwaarden bepaald dat de opdrachtgever recht heeft op het eigendom van uit de afbraak afkomstige materialen en op alle zaken die daarbij vrijkomen of een gedeelte daarvan, dan treft de aannemer alle nodige voorzorgsmaatregelen om deze intact te houden. Hij is aansprakelijk wanneer die materialen of zaken door zijn toedoen of door toedoen van degenen die voor hem werken, worden vernield of beschadigd.
27.3
Indien de opdrachtgever zich het recht op het eigendom van de materialen of zaken voorbehoudt, en ongeacht het gebruik dat hij voornemens is hiervan te maken, komen alle kosten in verband met het vervoer en het bewaren ervan, en alle kosten voor de opslag op de door de directie aangegeven plaats, ten laste van de aannemer voor zover de vervoersafstand niet meer dan 100 m bedraagt.
27.4
Tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bepaald, verwijdert de aannemer naargelang het werk vordert op eigen kosten het afbraakmateriaal, puin en afval van de bouwplaats.
Artikel 28. Vondsten
28.1
Vondsten van enigerlei belang die bij graaf- of sloopwerkzaamheden worden gedaan, worden terstond ter kennis van de directie gebracht. Rekening houdend met de wetgeving van de Staat van de opdrachtgever beslist de directie wat er met de vondsten moet gebeuren.
28.2
De opdrachtgever behoudt zich het recht voor op het eigendom van vondsten die bij de graaf- of sloopwerkzaamheden op de terreinen van de opdrachtgever worden gedaan; de aannemer ontvangt een vergoeding voor eventuele bijzondere diensten.
28.3
Kunstvoorwerpen, antiquiteiten en voorwerpen van belang voor de natuurlijke historie of voor de munt- en penningkunde of andere voorwerpen van wetenschappelijk belang, alsmede zeldzame of uit edel metaal vervaardigde voorwerpen die bij graaf- of sloopwerkzaamheden worden gevonden, zijn het eigendom van de opdrachtgever.
28.4
Bij betwisting beslist uitsluitend de opdrachtgever over de interpretatie van het bepaalde in artikel 28.2 en 28.3.
Artikel 29. Hulpwerken
29.1
De aannemer voert op zijn kosten alle hulpwerken uit die nodig zijn om de uitvoering van het werk mogelijk te maken. Hij legt de directie de tekeningen voor van de te gebruiken hulpwerken, zoals kistdammen, steigers, formelen, bekistingen. Hij houdt rekening met de opmerkingen van de directie in dit verband, maar draagt de verantwoordelijkheid voor deze tekeningen.
29.2
Is in de bijzondere voorwaarden bepaald dat de odprachtgever[lees: opdrachtgever] verantwoordelijk is voor het ontwerp van bijzondere hulpwerken, dan verstrekt de directie de aannemer binnen een redelijke termijn de nodige tekeningen opdat deze de hulpwerken kan uitvoeren volgens het uitvoeringsplan. In dergelijke gevallen blijft uitsluitend de opdrachtgever verantwoordelijk voor de veiligheid en de doelmatigheid van hun ontwerp. De aannemer is evenwel verantwoordelijk voor de juiste uitvoering ervan.
Artikel 30. Bodemonderzoek
Behoudens de bijzondere voorwaarden en de technische specificaties, stelt de aannemer personeel en materieel ter beschikking van de directie voor het verrichten van elk bodemonderzoek dat deze laatste redelijkerwijs noodzakelijk acht. Voor dit werk ontvangt de aannemer een vergoeding van de werkelijke kosten van arbeidskrachten en materieel die zijn gebruikt of ter beschikking gesteld, voor zover daarin niet in de overeenkomst is voorzien.
Artikel 31. Verband met andere werken
31.1
Voor wat betreft de werkzaamheden van andere aannemers in dienst van de opdrachtgever en hun personeel, van het personeel van de opdrachtgever en van andere bevoegde overheidsinstanties die op of in de nabijheid van de bouwplaats werkzaamheden verrichten die niet zijn opgenomen in de overeenkomst of in een overeenkomst die de opdrachtgever in het kader van of ter ondersteuning van de werken is aangegaan, zorgt de aannemer er overeenkomstig de voorwaarden van de directie in alle redelijkheid voor dat deze naar behoren kunnen worden uitgevoerd.
31.2
Stelt de aannemer echter op schriftelijk verzoek van de directie door hem te onderhouden wegen ter beschikking van een dergelijke aannemer of openbare instantie, dan wel van de opdrachtgever, of laat hij zijn hulpwerken, steigers of ander materieel op de bouwplaats door die personen of instanties gebruiken of verleent hij enige andere dienst waarin in de overeenkomst niet was voorzien, dan vergoedt de opdrachtgever de aannemer de daarmee gepaard gaande kosten en/of stemt hij in met een verlenging van de uitvoeringstermijn die de directie voor dat gebruik of die dienst redelijk acht.
31.3
De aannemer kan niet op grond van artikel 31 worden ontslagen van enige verplichting uit hoofde van de overeenkomst, noch kan hij andere aanspraken laten gelden dan die waarin wordt voorzien door artikel 31.2.
Artikel 32. Octrooien en licenties
Behoudens andersluidende bepalingen in de bijzondere voorwaarden vrijwaart de aannemer de opdrachtgever en de directie tegen elke aanspraak wegens het duidelijk in de overeenkomst vermelde gebruik van octrooien, licenties, tekeningen, ontwerpen, modellen en fabrieks- of handelsmerken, behalve wanneer de overtreding te wijten is aan het naleven van het ontwerp dat of de specificatie die door de opdrachtgever en/of de directie is verstrekt.
Aanvang en vertragingen
Artikel 33. Opdracht tot aanvang van uitvoering
33.1
De opdrachtgever stelt de datum vast waarop de uitvoering van de overeenkomst moet worden aangevangen en verwittigt de aannemer hiervan via de kennisgeving van de gunning van de overeenkomst of via een dienstorder, gegeven door de directie.
33.2
Tenzij door de partijen anders is overeengekomen, wordt niet later dan 180 dagen na de kennisgeving van de gunning van de overeenkomst met de werken begonnen.
Artikel 34. Uitvoeringstermijn
De uitvoeringstermijn vangt aan op de overeenkomstig artikel 33.1 vastgestelde datum; de duur ervan is die welke is vastgelegd in de overeenkomst, onverminderd de termijnverlengingen die op grond van artikel 35 kunnen worden toegestaan.
Artikel 35. Verlenging van de uitvoeringstermijn
35.1
De aannemer kan verzoeken de uitvoeringstermijn te verlengen wanneer er vertraging in de voltooiing van de overeenkomst is of zal ontstaan ten gevolge van:
- a)
uitzonderlijke weersomstandigheden in de Staat van de opdrachtgever;
- b)
kunstmatige belemmeringen of natuurlijke omstandigheden die door een ervaren aannemer redelijkerwijze niet waren te voorzien;
- c)
dienstorders die van invloed zijn op de datum van voltooiing, voor zover deze niet zijn uitgevaardigd omdat de aannemer in gebreke is gebleven;
- d)
niet-nakoming door de opdrachtgever van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst;
- e)
schorsing van de werkzaamheden buiten de schuld van de aannemer;
- f)
overmacht;
- g)
andere in deze algemene voorwaarden genoemde oorzaken die niet te wijten zijn aan het in gebreke blijven van de aannemer.
35.2
Wanneer de aannemer aanspraak meent te kunnen maken op verlenging van de uitvoeringstermijn, stelt hij binnen 30 dagen nadat hij zich er rekenschap van heeft gegeven dat vertraging zou kunnen optreden, de directie in kennis van zijn voornemen om een verzoek tot verlenging in te dienen; zo spoedig als volgens de omstandigheden redelijk is, verschaft hij de directie tevens volledige en nauwkeurige gegevens met betrekking tot zijn verzoek, opdat dit tijdig kan worden onderzocht.
35.3
Na naar behoren te hebben overlegd met de opdrachtgever en, in voorkomend geval, met de aannemer, verleent de directie, indien verlenging van de uitvoeringstermijn in de toekomst of met terugwerkende kracht gerechtvaardigd is, deze verlenging of deelt zij de aannemer mee dat hij geen recht op verlenging heeft.
Artikel 36. Vertraging bij de uitvoering
36.1
Als de aannemer er niet in slaagt de werken binnen de in de overeenkomst vastgestelde termijn(en) te voltooien, heeft de opdrachtgever, zonder formele kennisgeving en onverminderd zijn andere rechtsmiddelen uit hoofde van de overeenkomst, recht op gefixeerde schadevergoeding voor iedere dag of ieder dagdeel tussen het einde van de gestelde uitvoeringstermijn of de uit hoofde van artikel 35 verlengde uitvoeringstermijn en het werkelijke tijdstip van voltooiing, tegen het tarief en tot het maximumbedrag als bepaald in de bijzondere voorwaarden. Wanneer in overeenstemming met artikel 59 een gedeeltelijke oplevering van de werken heeft plaatsgevonden, kan de in de bijzondere voorwaarden vastgestelde gefixeerde schadevergoeding verhoudingsgewijze verminderd worden met het waardeaandeel dat het opgeleverde gedeelte vertegenwoordigt in de waarde van de werken in hun geheel.
36.2
Indien de opdrachtgever aanspraak kan maken op het in artikel 36.1 bedoelde maximumbedrag, kan hij na kennisgeving aan de aannemer:
- a)
beslag leggen op de uitvoeringsgarantie; en/of
- b)
de overeenkomst beëindigen; en
- c)
voor rekening van de aannemer een overeenkomst met een derde sluiten voor de uitvoering van de resterende werken.
Artikel 37. Wijzigingen
37.1
De directie heeft de bevoegdheid opdracht te geven tot wijziging van een deel van de werken, dat nodig is voor de correcte uitvoering en/of werking ervan. Bedoelde wijzigingen kunnen het volgende omvatten: toevoegingen, weglatingen, vervangingen, wijzigingen van kwaliteit, kwantiteit, vorm, karakter, aard, positie, afmeting, niveau of tracé, alsmede wijzigingen van de voorgeschreven volgorde, werkwijze of planning van de uitvoering van de werken. Een opdracht tot wijziging leidt niet tot nietigheid of ongeldigheid van de overeenkomst, doch de eventuele gevolgen worden gewaardeerd overeenkomstig artikel 37.5 en 37.7.
37.2
Wijzigingen mogen uitsluitend worden aangebracht op grond van dienstorders, met dien verstande dat:
- a)
indien de directie het om enigerlei reden noodzakelijk acht om een mondelinge opdracht te geven, deze opdracht zo spoedig mogelijk door haar in een dienstorder wordt bevestigd;
- b)
indien de aannemer een in artikel 37.2, onder a), bedoelde mondelinge opdracht schriftelijk bevestigt en deze bevestiging niet terstond schriftelijk door de directie wordt weerlegd, een dienstorder voor de wijziging wordt geacht te zijn uitgevaardigd, tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bepaald;
- c)
een dienstorder tot wijziging niet vereist is voor een vermeerdering of vermindering van de hoeveelheid werk die het gevolg is van over- of onderschrijding van de in het becijferde bestek of in de staat van eenheidsprijzen vermelde hoeveelheid.
37.3
Voordat de directie een dienstorder tot wijziging laat uitgaan, stelt zij, behalve in de gevallen bedoeld in artikel 37.2, de aannemer in kennis van de aard en de vorm van die wijziging. De aannemer dient zo spoedig mogelijk na ontvangst van deze kennisgeving bij de directie een voorstel in, inhoudende:
- a)
een beschrijving van het eventuele werk en een uitvoeringsschema;
- b)
eventueel noodzakelijke wijzigingen in het algemene tijdschema of met betrekking tot een van de verplichtingen van de aannemer, krachtens de overeenkomst;
- c)
eventuele aanpassing van de aannemingssom, overeenkomstig het bepaalde in artikel 37.
37.4
Nadat de directie de voorstellen van de aannemer, als bedoeld in artikel 37.3, heeft ontvangen, besluit zij, na naar behoren overleg te hebben gepleegd met de opdrachtgever en, in voorkomend geval, met de aannemer, zo spoedig mogelijk of de wijziging zal worden uitgevoerd. Indien dat het geval is, geeft zij via een dienstorder de opdracht dat de wijziging wordt uitgevoerd tegen de prijzen en overeenkomstig de voorwaarden zoals die in de in artikel 37.3 bedoelde voorstellen van de aannemer zijn bedongen of zoals die door de directie zijn gewijzigd overeenkomstig artikel 37.5.
37.5
De prijs van alle door de directie overeenkomstig artikel 37.2 en 37.4 opgedragen wijzigingen wordt door de directie vastgesteld overeenkomstig de volgende beginselen:
- a)
voor werk van dezelfde aard en uitgevoerd onder dezelfde voorwaarden als werk waarvoor een prijsopgave is gedaan in het becijferde bestek of in de staat van eenheidsprijzen, wordt de waarde tegen de daarin opgenomen prijzen en tarieven berekend;
- b)
voor werk dat niet van dezelfde aard is of dat niet onder dezelfde voorwaarden wordt uitgevoerd, worden de prijzen en tarieven van de overeenkomst, voor zover zulks redelijk is, als basis voor de berekening gebruikt; is zulks niet het geval, dan maakt de directie een billijke berekening;
- c)
is de aard of het bedrag van een wijziging ten opzichte van de aard of het bedrag van de overeenkomst in haar geheel of een deel ervan, zodanig dat een voor een bepaalde post in de overeenkomst opgenomen tarief of prijs volgens de directie door die wijziging onredelijk is geworden, dan stelt de directie een tarief of prijs vast die zij in de gegeven omstandigheden redelijk en passend acht;
- d)
indien een wijziging noodzakelijk is ten gevolge van in gebreke blijven of contractbreuk door de aannemer, komen alle extra kosten in verband met deze wijziging ten laste van de aannemer.
37.6
Wanneer de aannemer een dienstorder betreffende de verlangde wijziging ontvangt, voert hij de wijziging uit en is hij daarbij door deze algemene voorwaarden gebonden alsof de wijziging in de overeenkomst was opgenomen. De werken mogen niet worden vertraagd tot er een verlenging van de uitvoeringstermijn of een aanpassing van de aannemingssom wordt toegekend. Indien de opdracht voor een wijziging voorafgaat aan de aanpassing van de aannemingssom, dient de aannemer een overzicht bij te houden van de kosten en de tijd die met de uitvoering van de wijziging gemoeid zijn. Deze gegevens dienen te allen redelijke tijde voor de directie ter inzage beschikbaar te zijn.
37.7
Blijkt bij de voorlopige oplevering dat een dienstorder of een andere omstandigheid die niet aan het in gebreke blijven van de aannemer te wijten is, tot gevolg heeft dat de totale waarde van het werk met meer dan 15 % van de aannemingssom is gestegen of gedaald, dan beslist de directie, na overleg met de opdrachtgever en de aannemer, over een verhoging of verlaging van de aannemingssom ingevolge de toepassing van artikel 37.5. De aldus vast te stellen som wordt gebaseerd op het bedrag waarmee de waardestijging of -daling 15 % overschrijdt. De directie stelt de opdrachtgever en de aannemer van dit bedrag in kennis en de aannemingssom wordt dienovereenkomstig aangepast.
Artikel 38. Schorsing
38.1
Indien de directie daar opdracht toe geeft, schorst de aannemer de uitvoering van de werkzaamheden of een gedeelte daarvan gedurende de periode of perioden en op de wijze die de directie nodig acht.
38.2
Gedurende de periode van schorsing neemt de aannemer alle nodige voorzorgsmaatregelen om de werken, de bouwstoffen, het materieel en de bouwplaats te vrijwaren voor kwaliteitsvermindering, verlies of schade. Meerkosten in verband met dergelijke voorzorgsmaatregelen worden aan de aannemingssom toegevoegd, tenzij de schorsing:
- a)
onderwerp van andersluidende bepalingen in de overeenkomst is; of
- b)
noodzakelijk is wegens enig in gebreke blijven van de aannemer; of
- c)
noodzakelijk is in verband met de normale klimatologische omstandigheden op de bouwplaats; of
- d)
noodzakelijk is voor de veiligheid of de correcte uitvoering van de werken of enig onderdeel daarvan, voor zover deze noodzakelijkheid niet voortvloeit uit een handeling of in gebreke blijven van de directie of de opdrachtgever, dan wel uit een van de in artikel 21 bedoelde buitengewone risico's.
38.3
De aannemer heeft geen recht op dergelijke aanvullingen op de aannemingssom als hij de directie niet binnen 30 dagen na ontvangst van de opdracht tot schorsing van de werkzaamheden meedeelt dat hij daar aanspraak op wil maken.
38.4
Na overleg met de opdrachtgever en de aannemer kent de directie de aannemer die daar aanspraak op maakt, een zodanige bijbetaling en/of verlenging van de uitvoeringstermijn toe als zij billijk en redelijk acht.
38.5
Indien de periode van schorsing 180 dagen overschrijdt en de schorsing niet aan het in gebreke blijven van de aannemer toe te schrijven is, kan de aannemer de directie schriftelijk toestemming vragen het werk binnen 30 dagen te hervatten, of kan hij de overeenkomst beëindigen.
Materialen en werkuitvoering
Artikel 39. Dagboek
39.1
Op elke bouwplaats wordt door de directie, tenzij anderszins bepaald in de bijzondere voorwaarden, een dagboek bijgehouden waarin deze ten minste:
- a)
gegevens inschrijft omtrent weersomstandigheden, onderbrekingen van de werkzaamheden als gevolg van weersinvloeden, aantal arbeidsuren, aantal en hoedanigheid van de op de bouwplaats tewerkgestelde arbeiders, aangevoerde materialen, gebruikt materieel, materieel buiten dienst, ter plaatse uitgevoerde proeven, verzonden monsters, onverwachte gebeurtenissen, alsmede aan de aannemer gegeven opdrachten;
- b)
gedetailleerd aantekening houdt van alle kwantitatieve en kwalitatieve gegevens betreffende het uitgevoerde werk en de geleverde en gebruikte goederen die op de bouwplaats gecontroleerd kunnen worden en relevant zijn voor de berekening van de aan de aannemer te verrichten betalingen.
39.2
De aantekeningen vormen een onderdeel van het dagboek, maar kunnen eventueel worden opgenomen in afzonderlijke documenten. De technische bepalingen met betrekking tot het bijhouden van de aantekeningen worden vastgesteld in de bijzondere voorwaarden.
39.3
De aannemer draagt er tijdig en overeenkomstig de bijzondere voorwaarden zorg voor dat aantekening wordt gehouden van de werken, diensten en leveringen die later niet kunnen worden gemeten of gecontroleerd, bij gebreke waarvan hij genoegen moet nemen met de beslissingen van de directie, behoudens door hem op zijn kosten te leveren tegenbewijs.
39.4
De tijdens de uitvoering van het werk in het dagboek verrichte inschrijvingen worden ondertekend door de directie en medeondertekend door de aannemer of diens vertegenwoordiger. Bij betwisting door de aannemer maakt deze binnen 15 dagen na de dag van de inschrijving van de gegevens of de aantekeningen waarmede hij zich niet kan verenigen, zijn opmerkingen kenbaar aan de directie. Verzuimt de aannemer mede te ondertekenen of zijn opmerkingen binnen de gestelde termijn kenbaar te maken, dan wordt hij geacht akkoord te gaan met de in het dagboek voorkomende vermeldingen. De aannemer kan op elk ogenblik kennis nemen van het dagboek; hij mag dit document niet meenemen, doch heeft het recht een afschrift te maken of te ontvangen van de inschrijvingen die hij te zijner informatie meent nodig te hebben.
39.5
De aannemer verschaft de directie op haar verzoek de voor het correct bijhouden van het dagboek dienstige gegevens.
Artikel 40. Kwaliteit van de werken en de materialen
40.1
De werken, bestanddelen en materialen moeten overeenstemmen met de in de overeenkomst opgenomen specificaties, tekeningen, staten, modellen, monsters, mallen en overige vereisten, die gedurende de gehele uitvoeringstermijn voor identificatie ter beschikking van de opdrachtgever of de directie worden gehouden.
40.2
Voor iedere voorafgaande technische keuring die in de bijzondere voorwaarden wordt voorgeschreven, dient de aannemer een verzoek tot de directie te richten. Dit verzoek behelst het referentienummer van de overeenkomst, en indien van toepassing het nummer van de partij en de plaats waar deze keuring dient te geschieden. De in het verzoek omschreven onderdelen en materialen moeten voorafgaand aan hun integratie in de werken door de directie in overeenstemming met de vereisten voor technische aanvaarding worden verklaard.
40.3
Ook na een dergelijke technische goedkeuring van materialen of produkten die bestemd zijn om in de werken te worden geïntegreerd of bij de vervaardiging van bestanddelen te worden verwerkt, kunnen deze materialen en produkten alsnog worden afgekeurd en dienen zij onmiddellijk door de aannemer te worden vervangen wanneer bij een nieuw onderzoek gebreken of onvolkomenheden worden geconstateerd. De aannemer kan in de gelegenheid worden gesteld de afgekeurde materialen of produkten te herstellen en in goede staat te brengen, maar deze materialen en produkten zullen alleen voor integratie in de werken worden goedgekeurd als ze tot tevredenheid van de directie zijn hersteld en in goede staat zijn gebracht.
Artikel 41. Inspectie en proefnemingen
41.1
De aannemer draagt er zorg voor dat de bestanddelen en materialen voldoende tijdig op de bouwplaats worden afgeleverd om de directie gelegenheid te geven voor de keuring van de bestanddelen en materialen. De aannemer wordt geacht zich volkomen rekenschap te hebben gegeven van de moeilijkheden die zich daarbij kunnen voordoen, en derhalve wordt hem niet toegestaan zich te beroepen op enige oorzaak voor vertraging in het nakomen van zijn verplichtingen.
41.2
De directie heeft het recht om, hetzij zelf hetzij middels haar gemachtigde, de bestanddelen, de materialen en de werkuitvoering te inspecteren, aan onderzoeken, metingen en proefnemingen te onderwerpen, en om de gang van zaken te controleren bij de voorbereiding, de vervaardiging of de produktie van alles wat wordt voorbereid, vervaardigd of geproduceerd om krachtens de overeenkomst te worden geleverd, ten einde vast te stellen of de bestanddelen, materialen en uitvoering aan de eisen inzake kwaliteit en hoeveelheid voldoen. Dit gebeurt op de plaats van voorbereiding, vervaardiging of produktie, dan wel op de bouwplaats of op andere plaatsen die in de overeenkomst worden genoemd.
41.3
De aannemer dient met het oog op deze proefnemingen en inspecties:
- a)
de directie tijdelijk en gratis de bijstand te verlenen, alsmede de monsters en proefstukken, de machines, het materieel, de werktuigen, de materialen en het personeel ter beschikking te stellen die normaal gesproken voor inspecties en proefnemingen nodig zijn;
- b)
tijdstip en plaats van de proefnemingen overeen te komen met de directie;
- c)
te allen redelijke tijde aan de directie toegang te verschaffen tot de plaats van de proefnemingen.
41.4
Als de directie op de afgesproken dag voor de proefnemingen niet aanwezig is, kan de aannemer, tenzij de directie hem een andere instructie verstrekt, overgaan tot de uitvoering van de proefnemingen die worden geacht in aanwezigheid van de directie te zijn verricht. De aannemer doet terstond naar behoren gewaarmerkte afschriften van de resulaten[lees: resultaten] toekomen aan de directie, die, als zij de proefneming niet heeft bijgewoond, door de proefnemingsresultaten is gebonden.
41.5
Wanneer bestanddelen en materialen de in artikel 41 bedoelde proefnemingen met goed gevolg hebben doorstaan, stelt de directie de aannemer daarvan in kennis of ondertekent zij het desbetreffende attest van de aannemer.
41.6
Als de directie en de aannemer het niet eens zijn over de resultaten der proefnemingen, geven zij elkaar binnen 15 dagen nadat het meningsverschil is gerezen, een verklaring van hun standpunt. Zowel de directie als de aannemer kunnen verlangen dat de proefnemingen onder dezelfde omstandigheden en op dezelfde voorwaarden worden herhaald of dat ze, indien een van de beide partijen zulks wenst, opnieuw worden uitgevoerd door een in gezamenlijk overleg uitgekozen deskundige. Alle verslagen over de proefnemingen worden ingediend bij de directie, die de resultaten onverwijld aan de aannemer doet toekomen. De resultaten van de herkeuring zijn beslissend. De kosten voor herkeuring komen ten laste van de partij wier ongelijk is gebleken uit het resultaat van de herkeuring.
41.7
Bij haar taakuitoefening is de directie en zijn alle door haar gemachtigde personen gehouden informatie die bij de inspecties en proefnemingen ter zake van de produktiemethoden en de werkwijze van de onderneming is verkregen, uitsluitend ter kennis te brengen van degenen die bevoegd zijn daarvan kennis te nemen.
Artikel 42. Afkeuring
42.1
Bestanddelen en materialen die niet de gespecifieerde kwaliteit bezitten, worden afgekeurd. Zij kunnen worden voorzien van een speciaal merk; dit mag niet van dien aard zijn dat de kwaliteit of de handelswaarde van de afgekeurde bestanddelen en materialen erdoor wordt aangetast. De afgekeurde bestanddelen en materialen dienen binnen de door de directie te preciseren termijn door de aannemer van de bouwplaats te worden verwijderd; blijft de aannemer daarbij in gebreke, dan worden zij rechtens op kosten en voor risico van de aannemer door de directie verwijderd. Ieder werk waarin afgekeurde bestanddelen of materialen zijn verwerkt, wordt afgekeurd.
42.2
De directie kan tijdens de uitvoering van het werk en voordat het in bezit wordt genomen, opdracht geven of besluiten dat
- a)
de bestanddelen of materialen die haars inziens niet in overeenstemming zijn met de overeenkomst, binnen de in de opdracht genoemde termijnen van de bouwplaats worden verwijderd;
- b)
deze bestanddelen of materialen door geschikte bestanddelen of materialen worden vervangen;
- c)
werk dat haars inziens ten aanzien van bestanddelen, materialen, uitvoering of ontwerp waarvoor de aannemer verantwoordelijk is, niet strookt met de overeenkomst, wordt afgebroken en op de juiste wijze opnieuw wordt uitgevoerd, dan wel op bevredigende wijze hersteld, ongeacht of het eerder is gekeurd of dat er een termijnbetaling voor is verricht.
42.3
De directie stelt de aannemer zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, schriftelijk in kennis van dit besluit, waarbij nauwkeurig opgave wordt gedaan van de geconstateerde gebreken.
42.4
De aannemer herstelt op eigen kosten met bekwame spoed de aldus gespecificeerde gebreken. Indien de aannemer geen gehoor geeft aan de opdracht, is de opdrachtgever gerechtigd andere personen in dienst te nemen om de werkzaamheden uit te voeren; alle onkosten die hieruit voortvloeien of die hiervoor worden gemaakt, mogen door de opdrachtgever in mindering worden gebracht op bedragen die aan de aannemer verschuldigd zijn of zullen worden.
42.5
De bepalingen van artikel 42 doen geen afbreuk aan het recht van de opdrachtgever om op grond van de artikelen 36 en 63 vorderingen in te dienen.
Artikel 43. Eigendom van bouwstoffen en materialen
43.1
Alle door de aannemer verstrekte materieel, hulpwerken, bouwstoffen en materialen worden, wanneer zij eenmaal op de bouwplaats zijn binnengebracht, geacht uitsluitend bestemd te zijn voor de uitvoering van het werk en mogen zonder schriftelijke toestemming van de directie niet geheel of gedeeltelijk door de aannemer worden verwijderd, behalve om ze van het ene gedeelte van de bouwplaats naar het andere te brengen. Genoemde toestemming is evenwel niet vereist voor voertuigen die leidinggevend en uitvoerend personeel, materieel, hulpwerken, bestanddelen of materialen van of naar de bouwplaats vervoeren.
43.2
In de bijzondere voorwaarden kan worden bepaald dat alle materieel, hulpwerken, bouwstoffen en materialen op de bouwplaats die eigendom zijn van de aannemer of van een firma waarin de aannemer een meerderheidsbelang heeft, voor de duur van de uitvoering van de werken:
- a)
in eigendom aan de opdrachtgever worden overgedragen; of
- b)
aan een retentierecht ten gunste van de opdrachtgever worden onderworpen; of
- c)
aan eender welke andere regeling betreffende voorrang of zekerheid worden onderworpen.
43.3
Wanneer de overeenkomst overeenkomstig artikel 63 ingevolge contractbreuk van de aannemer wordt beëindigd, heeft de opdrachtgever het recht materieel, hulpwerken, bestanddelen en materialen op de bouwplaats te gebruiken ten einde de werken de voltooien[lees: werken te voltooien].
43.4
Ieder contract van de aannemer voor de huur van op de bouwplaats binnengebracht materieel, hulpwerken, bestanddelen of materialen bevat een bepaling krachtens welke de eigenaar daarvan, ingevolge een schriftelijk verzoek van de opdrachtgever binnen zeven dagen na de datum waarop de beëindiging overeenkomstig artikel 64 ingaat en ingevolge de verbintenis van de opdrachtgever om vanaf die datum alle daarvoor verschuldigde huur te betalen, zich ertoe verbindt het betrokken materieel en de betrokken bestanddelen, hulpwerken of materialen aan de opdrachtgever te verhuren op dezelfde voorwaarden als waarop zij aan de aannemer waren verhuurd, met dien verstande dat de opdrachtgever gerechtigd is iedere andere door hem in dienst genomen aannemer het gebruik ervan toe te staan met het oog op de voltooiing van het werk overeenkomstig artikel 64.3.
43.5
In geval van beëindiging van de overeenkomst vóór de voltooiing van het werk, dient de aannemer alle bouwstoffen, hulpwerken, materieel of materialen die krachtens artikel 43.2 eigendom van de opdrachtgever zijn geworden dan wel aan een retentierecht zijn onderworpen, aan de opdrachtgever af te staan. Blijft de aannemer in gebreke, dan kan de opdrachtgever de door hem noodzakelijk geachte maatregelen nemen om in het bezit te komen van de bouwstoffen, hulpwerken, materieel, bestanddelen en materialen en de daarmee verband houdende kosten op de aannemer verhalen.
Betaling
Artikel 44. Algemeen
44.1
Betalingen worden in de nationale valuta verricht, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald.
44.2
De administratieve of technische bepalingen voor de betaling van voorschotten, termijnbetalingen en/of eindafrekeningen overeenkomstig de artikelen 45 tot en met 56, worden vastgesteld in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 45. Overeenkomsten op basis van voorlopige prijzen
45.1
In uitzonderlijke gevallen, wanneer een overeenkomst op basis van voorlopige prijzen wordt gegund, worden de uit hoofde van de overeenkomst te betalen bedragen als volgt berekend:
- a)
zoals voor overeenkomsten op basis van kostprijs-plus in artikel 49.1, onder c); of
- b)
eerst op basis van voorlopige prijzen en, wanneer de uitvoeringsvoorwaarden van de overeenkomst bekend zijn, zoals voor overeenkomsten tegen een vast totaalbedrag of tegen eenheidsprijs volgens artikel 49.1, respectievelijk onder a) en onder b), of zoals voor een gemengde overeenkomst.
45.2
De aannemer dient de opdrachtgever of de directie alle inlichtingen te verschaffen die deze redelijkerwijs ten aanzien van met de overeenkomst verband houdende zaken in verband met de berekening kunnen verlangen. Wanneer geen overeenstemming kan worden bereikt over de bepaling van de waarde van de werken, worden de te betalen bedragen bepaald door de directie.
Artikel 46. Voorschotten
46.1
Indien de bijzondere voorwaarden hierin voorzien, worden aan de aannemer op zijn verzoek voor verrichtingen in verband met de uitvoering van de werken in de volgende gevallen voorschotten toegekend:
- a)
een vast bedrag ter dekking van uitgaven welke uit het op gang brengen van de uitvoering der overeenkomst voortvloeien;
- b)
indien hij aantoont dat hij een koopcontract heeft gesloten of een bestelling geplaatst voor de levering van materialen, bouwstoffen, materieel, machines en werktuigen enz. die nodig zijn voor de uitvoering van de overeenkomst, alsmede andere belangrijke uitgaven vooraf heeft gedaan, zoals voor de verwerving van octrooien of de kosten van studies.
46.2
In de bijzondere voorwaarden wordt het bedrag van de voorschotten vastgesteld; het vaste voorschot overeenkomstig artikel 46.1, onder a), mag niet meer bedragen dan 10 % van de oorspronkelijke aannemingssom, en elk ander voorschot overeenkomstig artikel 46.1, onder b), niet meer dan 20 % daarvan.
46.3
Voorschotten worden pas verstrekt nadat:
- a)
de overeenkomst is gesloten;
- b)
de aannemer de uitvoeringsgarantie overeenkomstig artikel 15 aan de opdrachtgever heeft verstrekt;
- c)
de aannemer aan de opdrachtgever voor het volledige bedrag van het voorschot een afzonderlijke afroepgarantie van de in artikel 15.3 genoemde instellingen heeft gegeven, die van kracht blijft totdat de aannemer het volledige voorschot heeft afgelost via de in de overeenkomst genoemde termijnbetalingen.
46.4
De aannemer gebruikt het voorschot alleen voor verrichtingen in verband met de uitvoering van de werken. Indien de aannemer misbruik maakt van een gedeelte van het voorschot, dient hij het voorschot onmiddellijk terug te betalen en worden er verder geen voorschotten meer aan hem betaald.
46.5
Indien de voorschotgarantie niet meer geldig is en de aannemer verzuimt deze weer te doen gelden, kan de opdrachtgever hetzij een bedrag ter grootte van het voorschot inhouden op latere betalingen die krachtens de overeenkomst aan de aannemer verschuldigd zijn, hetzij artikel 15.6 toepassen.
46.6
In geval van beëindiging van de overeenkomst, ongeacht de oorzaak daarvan, kunnen de garanties tot zekerstelling van de voorschotten onmiddellijk worden ingeroepen met het oog op terugbetaling van het nog door de aannemer verschuldigde saldo van de voorschotten, zonder dat de borg de betaling ervan op welke gronden dan ook kan uitstellen of betwisten.
46.7
De in artikel 46 bedoelde voorschotgarantie wordt vrijgegeven naarmate de voorschotten worden teruggestort.
46.8
De nadere voorwaarden en procedures voor de toekenning en terugbetaling van voorschotten worden omschreven in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 47. Inhoudingen
47.1
Het bedrag dat op de termijnbetalingen wordt ingehouden als zekerheid voor de verplichtingen van de aannemer gedurende de onderhoudstermijn, alsmede de nauwkeurige voorschriften waaraan deze zekerheid moet voldoen, worden in de bijzondere voorwaarden vastgesteld; dit bedrag mag echter in geen geval hoger zijn dat 10 % van de aannemingssom.
47.2
Uiterlijk tot de aanvang van de werken en met instemming van de opdrachtgever kan de aannemer de inhoudingen desgewenst vervangen door een inhoudingsgarantie die wordt verstrekt overeenkomstig artikel 15.3.
47.3
De inhoudingen of de inhoudingsgarantie worden vrijgegeven binnen 90 dagen na de datum van eindoplevering van de werken.
Artikel 48. Prijsherziening
48.1
Behoudens andersluidende bepalingen in de bijzondere voorwaarden en behoudens artikel 48.4, is de overeenkomst een overeenkomst met vaste prijzen die niet voor herziening vatbaar zijn.
48.2
Bij overeenkomsten met voor herziening vatbare prijzen wordt bij de prijsherziening rekening gehouden met schommelingen in de prijzen voor belangrijke lokale of externe posten die als grondslag dienden voor de berekening van de inschrijvingssom, zoals arbeidslonen, diensten, materialen en leveringen, alsmede met de uit wettelijke bepalingen of regelingen voortvloeiende lasten. De nadere voorschriften voor de herziening worden in de bijzondere voorwaarden vastgelegd.
48.3
De in de inschrijving van de aannemer vermelde prijzen worden geacht
- a)
te zijn opgemaakt op grond van de omstandigheden die golden 30 dagen voor de uiterste datum voor indiening van de inschrijvingen of, in geval van onderhandse overeenkomsten, op de datum van de overeenkomst;
- b)
rekening te houden met de wetten en relevante belastingvoorschriften die van toepassing waren op de overeenkomstig artikel 48.3, onder a), bepaalde referentiedatum.
48.4
Wanneer na de in artikel 48.3 beoogde datum een wet, verordening, decreet of andere wettelijke regeling van een staat of deelstaat, dan wel een regeling of beschikking van een plaatselijke of andere overheidsinstantie wordt gewijzigd of in werking treedt, met als gevolg dat er een wijziging optreedt in de contractuele relatie tussen de partijen bij de overeenkomst, plegen de opdrachtgever en de aannemer overleg over de wijze waarop verder krachtens de overeenkomst te werk moet worden gegaan; ingevolge dat overleg kunnen zij besluiten:
- a)
dat de overeenkomst wordt gewijzigd; of
- b)
dat de ene partij aan de andere een vergoeding voor het ontstane nadeel betaalt; of
- c)
dat de overeenkomst in onderlinge overeenstemming wordt beëindigd.
48.5
In geval van vertraging bij de uitvoering van het werk waarvoor de aannemer verantwoordelijk is, of aan het eind van de uitvoeringstermijn, die in voorkomend geval conform de overeenkomst is gewijzigd, worden de prijzen in de 30 dagen vóór de voorlopige oplevering niet meer herzien, behoudens toepassing van een nieuwe prijsindexering, indien zulks in het voordeel van de opdrachtgever is.
Artikel 49. Meting
49.1
Bij de bepaling van de waarde van overeenkomsten voor werken zijn de volgende methoden van toepassing:
- a)
Voor overeenkomsten tegen een vast totaalbedrag wordt het krachtens de overeenkomst verschuldigde bedrag bepaald op grond van de specificatie van de totale aannemingssom, dan wel op grond van een specificatie, uitgedrukt in percentages van de aannemingssom die overeenkomen met de voltooide fases van de werken. Wanneer voor posten hoeveelheden worden vermeld, zijn dit vaste hoeveelheden waarvoor de aannemer een totaalbedrag heeft ingediend, en die worden betaald ongeacht de hoeveelheden werk die werkelijk zijn uitgevoerd.
- b)
Voor overeenkomsten tegen eenheidsprijs:
- i)
het krachtens de overeenkomst verschuldigde bedrag wordt berekend door de eenheidstarieven toe te passen op de hoeveelheden werk die in overeenstemming met de overeenkomst werkelijk voor de respectieve posten zijn uitgevoerd;
- ii)
de in het becijferde bestek vermelde hoeveelheden zijn de voor de werken geraamde hoeveelheden die echter niet worden beschouwd als de werkelijke en correcte hoeveelheden werk die de aannemer moet uitvoeren om aan zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te voldoen;
- iii)
de directie bepaalt door meting de feitelijke hoeveelheden van de door de aannemer uitgevoerde werken, welke overeenkomstig artikel 50 worden betaald. Tenzij in de bijzondere voorwaarden anders is bepaald, worden er geen hoeveelheden aan de posten in het becijferde bestek toegevoegd behoudens ten gevolge van een wijziging overeenkomstig artikel 37 of van een andere bepaling in de overeenkomst die de aannemer het recht op bijbetaling geeft;
- iv)
indien de directie van oordeel is dat bepaalde onderdelen van de werken moeten worden gemeten, stelt zij de aannemer hiervan tijdig in kennis zodat hij de meting bij kan wonen of een gemachtigde kan sturen die hem vertegenwoordigt. De aannemer of zijn gemachtigde staat de directie bij de meting bij en verstrekt alle door de directie verlangde gegevens. Indien de aannemer de meting niet bijwoont of nalaat een gemachtigde te sturen, is de door de directie verrichte of goedgekeurde meting verbindend voor de aannemer;
- v)
het werk wordt netto gemeten, ongeacht algemene of plaatselijke gebruiken, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald.
- c)
Voor overeenkomsten op basis van kostprijs-plus wordt het krachtens de overeenkomst verschuldigde bedrag bepaald op grond van de werkelijke kosten met een overeengekomen bijbetaling voor algemene kosten en winst. In de bijzondere voorwaarden wordt bepaald welke gegevens de aannemer in verband met artikel 49.1, onder c), aan de directie dient te verstrekken en op welke wijze.
49.2
Indien een post in de overeenkomst is aangeduid als ‘stelpost’, wordt de voorziening daarvoor niet in aanmerking genomen bij de berekening van de percentages als bedoeld in artikel 37.
Artikel 50. Termijnbetalingen
50.1
Tenzij anders bepaald in de bijzondere voorwaarden dient de aannemer, aan het eind van iedere in artikel 50.7 bedoelde periode en in een door de directie goedgekeurde vorm, bij de directie een verzoek tot termijnbetaling in. Naar gelang van het geval bevat dit verzoek de volgende gegevens:
- a)
de volgens de overeenkomst geraamde waarde van de duurzame werken die aan het eind van de betrokken periode zijn uitgevoerd;
- b)
een bedrag dat een eventuele prijsherziening krachtens artikel 48 weergeeft;
- c)
een bedrag dat moet worden ingehouden overeenkomstig artikel 47;
- d)
debiteringen/crediteringen met betrekking tot de betrokken periode ten aanzien van op de bouwplaats aanwezige bouwstoffen en materialen die bestemd zijn voor, maar nog niet geïntegreerd zijn in de duurzame werken, ter hoogte van het bedrag en onder de voorwaarden neergelegd in artikel 50.2;
- e)
een bedrag dat overeenkomstig artikel 46 bij wijze van aflossing van het voorschot moet worden afgetrokken;
- f)
alle andere bedragen waarop de aannemer krachtens de overeenkomst recht kan doen gelden.
50.2
De aannemer heeft recht op de bedragen die de directie passend acht met betrekking tot bouwstoffen en materialen die bestemd zijn voor, maar nog niet in de duurzame werken zijn geïntegreerd, mits:
- a)
de bouwstoffen en materialen beantwoorden aan de specificaties voor de duurzame werken en zodanig in partijen zijn gesorteerd dat zij door de directie kunnen worden herkend;
- b)
de bouwstoffen en materialen op de bouwplaats zijn aangevoerd, en ten genoegen van de directie naar behoren zijn opgeslagen en beveiligd tegen verlies, beschadiging of kwaliteitsvermindering;
- c)
het overzicht van de aannemer inzake de behoeften, de bestellingen, de ontvangst en het gebruik van de bouwstoffen en materialen krachtens de overeenkomst wordt bijgehouden in een door de directie goedgekeurde vorm, en door de directie kan worden geverifieerd;
- d)
de aannemer, te zamen met zijn declaratie, een raming van de waarde van de op de bouwplaats aanwezige bouwstoffen en materialen indient, alsmede alle bescheiden die de directie nodig kan hebben voor de waardebepaling van de bouwstoffen en de materialen en waaruit blijkt dat de aannemer daarvan eigenaar is en ervoor heeft betaald; en mits
- e)
indien zulks in de bijzondere voorwaarden is bepaald, de eigendom van die bouwstoffen en materialen wordt geacht aan de opdrachtgever te zijn overgedragen.
50.3
Wanneer de directie ingevolge artikel 50 door haar gefiatteerde termijnbetalingen met betrekking tot bouwstoffen en materialen goedkeurt, doet dat geen afbreuk aan het recht dat de directie krachtens de overeenkomst heeft om bouwstoffen en materialen die niet aan de overeenkomst voldoen, af te keuren.
50.4
De aannemer is aansprakelijk voor verlies, beschadiging en de kosten van opslag en verplaatsing van bedoelde bouwstoffen en materialen op de bouwplaats en dient de nodige aanvullende verzekeringen af te sluiten ter dekking van risico's in verband met verlies of beschadiging, ongeacht de oorzaak.
50.5
Binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek om termijnbetaling wordt dit goedgekeurd of zodanig gewijzigd dat het volgens de directie het bedrag weergeeft waarop de aannemer krachtens de overeenkomst recht heeft. Bij verschil van mening over de waarde van een post is het oordeel van de directie doorslaggevend. Na vaststelling van het aan de aannemer verschuldigde bedrag verstrekt de directie de opdrachtgever en de aannemer een termijnbetalingscertificaat voor het aan de aannemer verschuldigde bedrag en deelt zij de aannemer mede voor welke werkzaamheden betaling plaatsvindt.
50.6
De directie mag via een termijnbetalingscertificaat correcties of wijzigingen aanbrengen in alle eerder door haar afgegeven certificaten en is gemachtigd de waardebepaling van een termijnbetalingscertificaat te wijzigen of de afgifte van een certificaat te weigeren indien de werken of onderdelen daarvan niet tot haar genoegen zijn uitgevoerd.
50.7
Behoudens andersluidende bepalingen in de bijzondere voorwaarden vindt er één termijnbetaling per maand plaats.
Artikel 51. Eindafrekening
51.1
Uiterlijk 90 dagen na afgifte van het in artikel 62 genoemde eindopleveringscertificaat dient de aannemer bij de directie een ontwerp-eindafrekening in, samen met bewijsstukken waarin op gedetailleerde wijze de waarde van de krachtens de overeenkomst uitgevoerde werken, alsmede alle andere bedragen waarop de aannemer in het kader van de overeenkomst recht meent te hebben, zijn aangegeven, ten einde de directie in staat te stellen de eindafrekening op te maken. Overeenkomstig artikel 51.6 kan evenwel in de bijzondere voorwaarden worden bepaald dat de ontwerp-eindafrekening en de daarmee samenhangende procedures vóór de afgifte van het certificaat van voorlopige oplevering afgehandeld moeten worden.
51.2
Binnen 90 dagen na ontvangst van de ontwerp-eindafrekening en van alle gegevens die redelijkerwijs voor de controle ervan nodig zijn, stelt de directie de eindafrekening op met de volgende bedragen:
- a)
het bedrag dat volgens haar krachtens de overeenkomst uiteindelijk verschuldigd is; en
- b)
na vaststelling van de reeds verrichte betalingen en van alle bedragen waarop de opdrachtgever krachtens de overeenkomst recht heeft, het eventuele saldo dat de opdrachtgever aan de aannemer verschuldigd is, of dat de aannemer aan de opdrachtgever verschuldigd is, naar gelang van het geval.
51.3
De directie verstrekt de opdrachtgever of diens naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger en de aannemer de eindafrekening met het definitieve bedrag waarop de aannemer krachtens de overeenkomst recht heeft. De opdrachtgever of diens naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger en de aannemer ondertekenen de eindafrekening waardoor zij de gehele en definitieve waarde erkennen van het werk dat krachtens de overeenkomst is uitgevoerd en zij sturen de directie onmiddellijk een ondertekend exemplaar. De eindafrekening bevat evenwel geen betwiste bedragen die het voorwerp zijn van onderhandelingen, bemiddeling, arbitrage of beslechting.
51.4
De door de aannemer ondertekende eindafrekening vormt een schriftelijke kwijting aan de opdrachtgever, ter bevestiging dat het in de eindafrekening vermelde bedrag de gehele en definitieve vereffening is van alle bedragen die aan de aannemer uit hoofde van de overeenkomst verschuldigd zijn, behalve die bedragen die het voorwerp zijn van een minnelijke schikking, arbitrage of beslechting. Deze kwijting is echter pas effectief na betaling van bedragen die verschuldigd zijn op grond van de eindafrekening en nadat de in artikel 15 vermelde uitvoeringsgarantie aan de aannemer is gerestitueerd.
51.5
De opdrachtgever kan door de aannemer niet aansprakelijk worden gesteld voor welke kwesties dan ook die voortvloeien uit of verband houden met de overeenkomst of de uitvoering van de werken, tenzij de aannemer dienaangaande aanspraken in zijn ontwerp-eindafrekening heeft gemaakt.
51.6
Gelet op de gebruiken in de Staat van de opdrachtgever kan in de bijzondere voorwaarden worden afgeweken van artikel 51.
Artikel 52. Rechtstreekse betalingen aan onderaannemers
52.1
Wanneer een naar behoren overeenkomstig artikel 7 aanvaarde onderaannemer bij de directie een vordering indient waarin hij stelt dat de aannemer niet heeft voldaan aan zijn financiële verplichtingen jegens hem, maant de directie de aannemer aan om deze onderaannemer te betalen of hem schriftelijk de redenen op te geven waarom geen betaling dient plaats te vinden. Blijft betaling of een schriftelijke opgave van redenen binnen de in de aanmaning gestelde termijn achterwege, dan kan de directie, na zich ervan te hebben overtuigd dat het werk is uitgevoerd, de schuldvordering van de onderaannemer fiatteren en betaalt de opdrachtgever deze schuldvordering uit de nog aan de aannemer verschuldigde bedragen. De aannemer blijft geheel verantwoordelijk voor het rechtstreeks betaalde werk.
52.2
Toont de aannemer aan dat hij voldoende redenen heeft om de schuldvordering van de onderaannemer geheel of gedeeltelijk te weigeren, dan betaalt de opdrachtgever de onderaannemer slechts de bedragen waarover geen betwisting bestaat. De door de onderaannemer gevorderde bedragen waarvoor de aannemer voldoende weigeringsgronden heeft aangevoerd, worden pas door de opdrachtgever betaald na een minnelijke schikking tussen de partijen, na de uitspraak van een arbitrage-instantie of na een naar behoren aan de directie betekende gerechtelijke beslissing.
52.3
De rechtstreekse betalingen aan onderaannemers mogen de tegen de prijzen van de overeenkomst berekende waarde van de door hen verrichte werkzaamheden waarvoor zij betaling verlangen, niet overschrijden; deze waarde wordt berekend of beoordeeld op grond van het becijferde bestek, de staat van eenheidsprijzen, of de specificatie van het totaalbedrag.
52.4
De rechtstreekse betalingen aan onderaannemers geschieden geheel in de nationale valuta van het land waarin de overeenkomst wordt uitgevoerd, of deels in deze nationale valuta en deels in vreemde valuta, conform de overeenkomst.
52.5
De in vreemde valuta verrichte rechtstreekse betalingen aan de onderaannemers worden berekend overeenkomstig artikel 56. Deze betalingen kunnen geen verhoging tot gevolg hebben van de totale som die conform de overeenkomst in vreemde valuta betaalbaar is.
52.6
Artikel 52 is van toepassing onverminderd de krachtens artikel 54 geldende rechtsvoorschriften betreffende het recht op betaling van schuldeisers op grond van cessie of verpanding.
Artikel 53. Achterstallige betalingen
53.1
De bedragen die verschuldigd zijn op grond van de door de directie afgegeven termijnbetalingscertificaten en eindafrekening, worden door de opdrachtgever aan de aannemer uitbetaald binnen 90 dagen nadat dit certificaat of deze afrekening bij de opdrachtgever is ingekomen. Bij overschrijding van de betalingstermijn heeft de aannemer recht op rente, berekend naar het aantal dagen vertraging en tegen het in de bijzondere voorwaarden vastgestelde percentage, over een eveneens in de bijzondere voorwaarden vermelde maximumperiode. De aannemer heeft, onverminderd alle andere rechten en verhaalmiddelen krachtens de overeenkomst, recht op betaling van die rente. Voor wat de eindafrekening betreft wordt de rente voor de achterstallige betaling op dagbasis berekend tegen het in de bijzondere voorwaarden vastgestelde percentage.
53.2
Is meer dan 120 dagen na het verstrijken van de in artikel 53.1 vastgestelde termijn geen betaling geschied, dan ontstaat voor de aannemer het recht om de overeenkomst niet uit te voeren of te beëindigen.
Artikel 54. Betaling aan derden
54.1
Opdrachten tot betaling aan derden kunnen slechts worden uitgevoerd na een cessie overeenkomstig artikel 6. De cessie wordt ter kennis van de opdrachtgever gebracht.
54.2
Kennisgeving van cessionarissen geschiedt uitsluitend door de aannemer.
54.3
Onverminderd de in artikel 53 genoemde termijn beschikt de opdrachtgever, in geval van rechtsgeldige derdenbeslag op het eigendom van de aannemer, dat betrekking heeft op aan hem verschuldigde betalingen uit hoofde van de overeenkomst, over 30 dagen om de betalingen aan de aannemer te hervatten; deze termijn gaat in op de dag waarop hij kennisgeving ontvangt van de definitieve opheffing van het beletsel tot betaling.
Artikel 55. Aanspraak op bijbetaling
55.1
Indien de aannemer van oordeel is dat er conform de overeenkomst omstandigheden zijn op grond waarvan hij aanspraak kan maken op bijbetalingen, moet hij:
- a)
indien hij het voornemen heeft aanspraak op bijbetalingen te maken, de directie daarvan in kennis stellen of deze aanspraken maken binnen 15 dagen nadat hij kennis heeft gekregen van genoemde omstandigheden, en dient hij zijn aanspraak te motiveren; en
- b)
zodra redelijkerwijs mogelijk is na het tijdstip van die kennisgeving, doch uiterlijk 60 dagen nadien, tenzij anderszins door de directie aanvaard, een volledige en gedetailleerde motivering van zijn aanspraak aan de directie voorleggen. Deze gegevens mogen echter in geen geval worden ingediend na de datum van indiening van de ontwerp-eindafrekening. De aannemer verstrekt de directie nadien onverwijld alle verdere informatie die deze redelijkerwijs kan verlangen om de gegrondheid van de aanspraak na te gaan.
55.2
Wanneer de directie de verlangde volledige en gedetailleerde motivering van de aanspraak van de aannemer heeft ontvangen, gaat zij, onverlet artikel 21.4, na gepast overleg met de opdrachtgever en, in voorkomend geval, met de aannemer na of deze laatste recht heeft op bijbetaling en stelt zij de partijen hiervan in kennis.
55.3
De directie kan de aanspraak op bijbetaling afwijzen, als deze niet voldoet aan de vereisten van artikel 55.
Artikel 56. Betalingen in vreemde valuta
Indien de aannemer krachtens de overeenkomst recht heeft op betalingen in vreemde valuta, zijn de omrekeningskoersen voor de betalingen die welke door de centrale bank van de Staat van de opdrachtgever zijn vastgesteld 30 dagen vóór de uiterste datum voor de indiening van de inschrijvingen voor de opdracht. Die omrekeningskoersen zijn vast.
Oplevering en onderhoud
Artikel 57. Algemene bepalingen
57.1
De opneming van het werk door de directie met het oog op de voorlopige oplevering of de eindoplevering geschiedt in aanwezigheid van de aannemer. Diens afwezigheid vormt geen beletsel voor de opneming, mits hij ten minste 30 dagen vóór de opnemingsdatum naar behoren is opgeroepen.
57.2
Indien buitengewone omstandigheden de vaststelling van de toestand van het werk of het op andere wijze overgaan tot aanvaarding daarvan gedurende de voor de voorlopige of de eindoplevering vastgestelde termijn beletten, dan wordt dit na overleg, indien mogelijk, met de aannemer bij proces-verbaal door de directie vastgesteld. Binnen 30 dagen na de dag waarop het beletsel is weggevallen vindt de opneming plaats en wordt door de directie een proces-verbaal van goedkeuring of afwijzing opgemaakt. De aannemer mag zich niet op bedoelde omstandigheden beroepen om zich te onttrekken aan de verplichting het werk in een geschikte staat van oplevering aan te bieden.
Artikel 58. Keuring bij voltooiing van het werk
58.1
De werken worden slechts als opgeleverd beschouwd na op kosten van de aannemer op de voorgeschreven wijze te zijn opgenomen en beproefd. De aannemer stelt de directie in kennis van de datum waarop deze opneming en proefnemingen kunnen beginnen.
58.2
De werken die niet voldoen aan de voorwaarden en bepalingen van de overeenkomst of, bij gebreke van voorwaarden en bepalingen, niet zijn uitgevoerd volgens de gebruiken van goed vakmanschap van de Staat waar de werken zijn gelegen, worden desgewenst door de aannemer gesloopt en opnieuw uitgevoerd of ten genoegen van de directie hersteld; doet de aannemer dit niet, dan geschiedt zulks rechtens na voorafgaande kennisgeving in opdracht van de directie op kosten van de aannemer. De directie kan onder dezelfde omstandigheden ook de sloop en wederuitvoering door de aannemer, dan wel de herstelling ten genoegen van de directie eisen van werken waarin materialen zijn verwerkt die niet kunnen worden goedgekeurd, alsmede van werken die zijn uitgevoerd in een periode waarin de werkzaamheden waren geschorst overeenkomstig artikel 38.
Artikel 59. Gedeeltelijke oplevering
59.1
De opdrachtgever kan over de verschillende werken, gedeelten of onderdelen van werken die deel uitmaken van de overeenkomst beschikken naarmate zij gereed komen. ledere inbezitneming van werken, delen of onderdelen van werken door de opdrachtgever wordt voorafgegaan door een voorlopige gedeeltelijke oplevering. In spoedeisende gevallen kan de inbezitneming echter vóór de oplevering plaatsvinden, mits vooraf door de directie een beschrijving van het nog uit te voeren werk wordt opgemaakt, die door de aannemer en de directie wordt goedgekeurd. Zodra de opdrachtgever de werken, een gedeelte of onderdeel daarvan in bezit heeft genomen, is de aannemer niet meer gehouden schade te herstellen, behalve wanneer deze het gevolg is van constructiefouten of onvoldoende vakmanschap.
59.2
Indien de aard van het werk zich hiertoe leent, kan de directie op verzoek van de aannemer akkoord gaan met gedeeltelijke voorlopige oplevering, mits de werken, gedeelten of onderdelen daarvan voltooid en geschikt zijn voor het in de overeenkomst omschreven gebruik.
59.3
Bij voorlopige gedeeltelijke oplevering als bedoeld in artikel 59.1 en 59.2, gaat de in artikel 62 vermelde onderhoudstermijn in op de datum van deze voorlopige gedeeltelijke oplevering, behoudens andersluidende bepalingen in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 60. Voorlopige oplevering
60.1
Het werk wordt door de opdrachtgever in bezit genomen wanneer het de bij voltooiing van het werk verrichte proefnemingen met bevredigend resultaat heeft doorstaan en wanneer een certificaat van voorlopige oplevering is afgegeven of geacht wordt te zijn afgegeven.
60.2
Ten vroegste 15 dagen voordat het werk naar het oordeel van de aannemer voltooid zal zijn en ter voorlopige oplevering gereed komt, kan de aannemer de directie schriftelijk om een certificaat van voorlopige oplevering verzoeken. Binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek van de aannemer dient de directie:
- a)
het certificaat van voorlopige oplevering aan de aannemer te doen toekomen, met een afschrift aan de opdrachtgever; daarin vermeldt zij, in voorkomend geval, haar voorbehoud, en onder andere de datum waarop het werk volgens haar conform de overeenkomst was voltooid en ter voorlopige oplevering gereed is gekomen; of wel
- b)
het verzoek af te wijzen en daarbij aan te geven welke actie de aannemer volgens haar moet ondernemen om het certificaat te ontvangen.
60.3
Indien de directie binnen 30 dagen geen certificaat van voorlopige oplevering verstrekt of het verzoek van de aannemer binnen die termijn niet afwijst, wordt ervan uitgegaan dat zij het certificaat heeft verstrekt op de laatste dag van die termijn. Het certificaat van voorlopige oplevering wordt niet beschouwd als een erkenning dat het werk in alle opzichten voltooid is. Indien het werk bij de overeenkomst in onderdelen is uitgesplitst, heeft de aannemer het recht om voor elk onderdeel een apart certificaat aan te vragen.
60.4
Bij de voorlopige oplevering sloopt en verwijdert de aannemer de hulpwerken alsmede de materialen die niet meer nodig zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. Bovendien verwijdert hij alle afval en obstakels en herstelt hij elke door de overeenkomst vereiste verandering in het terrein.
60.5
Onmiddellijk na de voorlopige oplevering kan de opdrachtgever alle werken als voltooid in gebruik nemen.
Artikel 61. Onderhoudsverplichtingen
61.1
De aannemer is verantwoordelijk voor het verhelpen of herstellen van gebreken of schade aan onderdelen van het werk, die tijdens de onderhoudstermijn of binnen 30 dagen na het verstrijken hiervan aan de dag treden of ontstaan en het gevolg zijn van:
- a)
verwerking van gebrekkige bouwstoffen of materialen of onvoldoende vakmanschap of een ondeugdelijk ontwerp van de aannemer; en/of
- b)
handelingen of nalatigheden van de aannemer gedurende de onderhoudstermijn.
61.2
Zo spoedig als mogelijk is, verhelpt of herstelt de aannemer voor eigen rekening de gebreken of schade. Voor alle vervangingen of vernieuwingen herbegint de onderhoudstermijn vanaf de datum waarop de vervanging of de vernieuwing tot genoegen van de directie is geschied. Indien de overeenkomst voorziet in gedeeltelijke oplevering, wordt de onderhoudstermijn alleen verlengd voor het onderdeel van de werken dat door de vervanging of vernieuwing is betroffen.
61.3
Indien dergelijke gebreken aan de dag treden of dergelijke schade ontstaat tijdens de in artikel 61.1 genoemde termijn, stelt de opdrachtgever of de directie de aannemer daarvan in kennis. Indien de aannemer de gebreken of schade niet binnen de in de kennisgeving gestelde termijn verhelpt of herstelt, kan de opdrachtgever:
- a)
het werk zelf uitvoeren of iemand anders in dienst nemen om het werk op risico en voor rekening van de aannemer te laten uitvoeren, waarbij de door de opdrachtgever gemaakte kosten worden afgetrokken van de bedragen verschuldigd aan of van de garanties gesteld door de aannemer, of van beide; of
- b)
de overeenkomst beëindigen.
61.4
Indien de gebreken of schade zodanig zijn dat de opdrachtgever het genot van het geheel of van een deel van de werken in belangrijke mate wordt ontzegd, kan de opdrachtgever, onverlet ieder ander rechtsmiddel, terugbetaling eisen van alle bedragen die voor de betrokken onderdelen van het werk zijn betaald, alsmede van de kosten voor het slopen van die onderdelen en het opruimen van de bouwplaats.
61.5
In spoedgevallen, wanneer de aannemer niet onmiddellijk kan worden bereikt of, als hij wel bereikt is, niet de vereiste maatregelen kan treffen, kunnen de opdrachtgever of de directie het werk laten uitvoeren op kosten van de aannemer. De opdrachtgever of de directie stellen de aannemer zo spoedig mogelijk in kennis van de genomen stappen.
61.6
Indien in de bijzondere voorwaarden is bepaald dat de wegens normale slijtage noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden door de aannemer worden uitgevoerd, worden de desbetreffende werkzaamheden betaald uit een voorlopig bedrag. Beschadigingen als gevolg van de in artikel 21 genoemde omstandigheden of die het gevolg zijn van abnormaal gebruik, vallen buiten deze verplichting, tenzij daardoor een gebrek of een tekortkoming aan het licht treedt die een eis tot herstel of vervanging overeenkomstig artikel 61 wettigt.
61.7
De onderhoudsverplichting wordt geregeld in de bijzondere voorwaarden en technische specificaties. Indien de duur van de onderhoudstermijn niet wordt vermeld, bedraagt deze 365 dagen. De onderhoudstermijn gaat in op de dag van de voorlopige oplevering.
61.8
Na de voorlopige oplevering en onverminderd de onderhoudsverplichtingen, bedoeld in artikel 61, is de aannemer niet meer aansprakelijk voor risico's die de werken kunnen treffen en waarvan de oorzaken hem niet kunnen worden toegerekend. De aannemer is echter vanaf de datum van de voorlopige oplevering wel aansprakelijk voor de deugdelijkheid van de werken overeenkomstig de bijzondere voorwaarden of de wetgeving van de Staat van de opdrachtgever.
Artikel 62. Eindoplevering
62.1
Bij het verstrijken van de onderhoudstermijn of, wanneer er meer dan één onderhoudstermijn bestaat, bij het verstrijken van de laatste termijn, en wanneer alle gebreken zijn verholpen of alle schade is hersteld, verstrekt de directie de aannemer een eindopleveringscertificaat, met afschrift aan de opdrachtgever, waarin opgave wordt gedaan van de datum waarop de aannemer tot genoegen van de directie aan zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst heeft voldaan. Het eindopleveringscertificaat wordt door de directie overgelegd binnen 30 dagen na het einde van de genoemde termijn dan wel zodra de op grond van artikel 61 opgedragen werken tot genoegen van de directie zijn voltooid.
62.2
De werken worden niet als voltooid beschouwd, zolang het eindopleveringscertificaat niet door de directie is ondertekend en aan de opdrachtgever afgegeven, met een afschrift aan de aannemer.
62.3
Ongeacht de afgifte van het eindopleveringscertificaat blijven de aannemer en de opdrachtgever aansprakelijk voor de uitvoering van verplichtingen krachtens de overeenkomst, die zijn ontstaan voordat het eindopleveringscertificaat werd afgegeven, doch waaraan nog niet is voldaan op het moment waarop het werd verstrekt. De aard en de draagwijdte van dergelijke verplichtingen worden vastgesteld onder verwijzing naar de bepalingen van de overeenkomst.
Contractbreuk en beëindiging van de overeenkomst
Artikel 63. Contractbreuk
63.1
Een partij pleegt contractbreuk, wanneer zij een krachtens de overeenkomst op haar rustende verplichting niet nakomt.
63.2
In geval van contractbreuk staan de benadeelde partij de volgende rechtsmiddelen ter beschikking:
- a)
schadevergoeding; en/of
- b)
beëindiging van de overeenkomst.
63.3
Schadevergoeding kan:
- a)
algemeen zijn; of
- b)
gefixeerd zijn.
63.4
Indien de opdrachtgever recht heeft op schadevergoeding, mag hij deze inhouden op alle aan de aannemer verschuldigde bedragen of op de desbetreffende garantie.
Artikel 64. Beëindiging van de overeenkomst door de opdrachtgever
64.1
De opdrachtgever kan de overeenkomst te allen tijde en met onmiddellijke ingang beëindigen, behoudens het bepaalde in artikel 64.2.
64.2
Tenzij in deze algemene voorwaarden anders is bepaald, kan de opdrachtgever, na de aannemer hiervan zeven dagen van tevoren in kennis te hebben gesteld, in elk van de volgende gevallen de overeenkomst beëindigen en de aannemer de toegang tot de bouwplaats ontzeggen:
- a)
indien de aannemer de werken niet wezenlijk conform de bepalingen van de overeenkomst uitvoert;
- b)
indien de aannemer niet binnen een redelijke termijn gevolg geeft aan een aanmaning van de directie om een nalatigheid of verzuim bij de nakoming van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst goed te maken, waardoor de correcte en tijdige uitvoering van de werken ernstig in het gedrang komt;
- c)
indien de aannemer dienstorders van de directie weigert of nalaat uit te voeren;
- d)
indien de aannemer de overeenkomst overdraagt of onderaannemingsovereenkomsten sluit zonder dat de opdrachtgever daarvoor toestemming heeft gegeven;
- e)
indien de aannemer failliet gaat of insolvent wordt, onder curatele wordt gesteld, een regeling met zijn schuldeisers treft, onder een curator, bewindvoerder of beheerder blijft voortwerken ten behoeve van zijn schuldeisers, of in liquidatie is;
- f)
indien een nadelige onherroepelijke rechterlijke uitspraak wordt gedaan over een inbreuk op de beroepsethiek van de aannemer;
- g)
indien enigerlei andere vorm van juridische onbekwaamheid de uitvoering van de overeenkomst in de weg staat;
- h)
indien er zich veranderingen in de organisatie voordoen die een wijziging van de rechtspersoonlijkheid, de aard of het beheer van de aannemer tot gevolg hebben, tenzij die veranderingen in een bijvoegsel bij de overeenkomst worden vastgelegd;
- i)
indien de aannemer verzuimt de vereiste garantie of zekerheid te stellen, of indien de persoon die de eerdere garantie of zekerheid stelde, zijn verplichtingen niet kan nakomen.
64.3
Beëindiging van de overeenkomst doet geen afbreuk aan andere rechten of bevoegdheden waarover de opdrachtgever en de aannemer krachtens de overeenkomst beschikken. De opdrachtgever mag daarna de werken zelf beëindigen of voor rekening van de aannemer een andere overeenkomst met een derde partij sluiten. De aansprakelijkheid van de aannemer voor vertraging bij de voltooiing houdt onmiddellijk op wanneer de opdrachtgever hem de toegang tot de bouwplaats ontzegt, onverminderd elke eventuele eerder ontstane aansprakelijkheid.
64.4
Wanneer de beëindiging van de overeenkomst wordt aangezegd, geeft de directie de aannemer opdracht onmiddellijk maatregelen te treffen om de werken onverwijld op ordelijke wijze tot een einde te brengen en de kosten tot een minimum te beperken.
64.5
Zo spoedig mogelijk na beëindiging van de overeenkomst bepaalt de directie de waarde van de werken en stelt zij alle bedragen vast die bij de beëindiging van de overeenkomst aan de aannemer verschuldigd zijn.
64.6
Ingeval van beëindiging van de overeenkomst
- a)
stelt de directie, na inspectie van de werken en na inventarisering van hulpwerken, materialen, bouwstoffen en materieel, zo spoedig mogelijk een rapport op van de door de aannemer uitgevoerde werkzaamheden. De aannemer wordt opgeroepen om bij de inspectie en de inventarisering aanwezig te zijn. De directie maakt eveneens een staat op van de lonen die de aannemer nog verschuldigd is aan de werknemers die hij in verband met de overeenkomst in dienst heeft genomen en van de bedragen die de aannemer aan de opdrachtgever verschuldigd is:
- b)
staat het de opdrachtgever vrij om alle of een deel van de door de directie goedgekeurde hulpwerken, alsmede de speciaal voor de contractuele uitvoering van de werken geleverde of vervaardigde bouwstoffen en materialen over te nemen;
- c)
is het bedrag voor overname van de vorenbedoeld(e) hulpwerken, materieel, bouwstoffen en materialen, niet groter dan het nog niet betaalde deel van de door de aannemer gedane uitgaven, beperkt tot hetgeen voor de uitvoering van de overeenkomst onder normale voorwaarden vereist is;
- d)
mag de opdrachtgever materialen en zaken die door de aannemer zijn aangevoerd of besteld en die nog niet door de opdrachtgever zijn betaald, tegen marktprijzen overnemen op de voorwaarden die door de directie dienstig worden geacht.
64.7
De opdrachtgever is niet verplicht de aannemer verdere betalingen te doen voordat de werken zijn voltooid; daarna heeft de opdrachtgever het recht om de eventuele extra kosten voor de voltooiing van de werken bij de aannemer in te vorderen, of betaalt hij de aannemer het hem vóór de beëindiging van de overeenkomst verschuldigde saldo uit.
64.8
Als de opdrachtgever de overeenkomst beëindigt, mag hij op de aannemer alle door hem geleden verliezen verhalen tot het in de overeenkomst vastgestelde maximumbedrag. Indien er geen maximumbedrag is vastgesteld, mag de opdrachtgever niet meer eisen dan ten hoogste het gedeelte van de aannemingssom dat overeenkomt met de waarde van het gedeelte van de werken dat door het in gebreke blijven van de aannemer niet kan worden gebruikt voor de daaraan gegeven bestemming.
64.9
Indien deze beëindiging niet het gevolg is van een handeling of verzuim van de aannemer, is deze gerechtigd om naast de hem verschuldigde bedragen voor reeds uitgevoerde werkzaamheden een vergoeding voor geleden verliezen te vorderen.
Artikel 65. Beëindiging van de overeenkomst door de aannemer
65.1
Met inachtneming van een opzegtermijn van 14 dagen kan de aannemer de overeenkomst met de opdrachtgever beëindigen, indien deze laatste:
- a)
de aannemer na afloop van de in artikel 53.2 genoemde termijn nog niet de bedragen heeft betaald die hem krachtens een door de directie afgegeven certificaat verschuldigd zijn; of
- b)
na herhaalde aanmaningen stelselmatig zijn verplichtingen verzuimt na te komen; of
- c)
de voortgang van de werken of een onderdeel daarvan langer dan 180 dagen schorst om redenen die niet in de overeenkomst zijn vermeld of die niet te wijten zijn aan het in gebreke blijven van de aannemer.
65.2
Een dergelijke beëindiging van de overeenkomst doet geen afbreuk aan andere rechten waarover de opdrachtgever en de aannemer krachtens de overeenkomst beschikken. Wanneer de overeenkomst aldus wordt beëindigd, is de aannemer met inachtneming van de wet van de Staat van de opdrachtgever gerechtigd zijn materieel onmiddellijk van de bouwplaats te verwijderen.
65.3
Bij een dergelijke beëindiging van de overeenkomst vergoedt de opdrachtgever de aannemer alle eventueel geleden verlies of schade. De desbetreffende bijbetalingen mogen een maximum dat in de overeenkomst moet worden vermeld, evenwel niet overschrijden.
Artikel 66. Overmacht
66.1
Geen van de partijen wordt geacht in gebreke te zijn gebleven of haar verplichtingen krachtens de overeenkomst niet te zijn nagekomen, indien zij hierbij werden gehinderd door omstandigheden van overmacht die zich hebben voorgedaan na de datum van kennisgeving van de gunning, of na de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, indien die datum eerder viel.
66.2
Onder ‘overmacht’ wordt hier verstaan: stakingen, uitsluitingen of andere arbeidsconflicten, staatsvijandige handelingen, al dan niet verklaarde oorlogen, blokkades, oproer, rellen, epidemieën, aardverschuivingen, aardbevingen, stormen, bliksem, overstromingen, verzakkingen, ordeverstoringen, explosies en andere soortgelijke onvoorziene gebeurtenissen die geen van beide partijen in de hand heeft en waaraan zij ondanks de nodige inzet niet in staat zijn het hoofd te bieden.
66.3
Onverminderd de artikelen 36 en 64, kan niet ten nadele van de aannemer worden besloten tot verbeurdverklaring van zijn uitvoeringsgarantie, gefixeerde schadevergoeding of beëindiging van de overeenkomst wegens in gebreke blijven, indien en voor zover de vertraging in de uitvoering of het op andere wijze niet nakomen van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst het gevolg van overmacht is. Onverminderd de artikelen 53 en 65, is de opdrachtgever evenmin aansprakelijk voor betaling van rente over achterstallige betalingen of voor het niet uitvoeren of beëindigen door de aannemer wegens zijn eigen in gebreke blijven indien en voor zover de vertraging of het op andere wijze niet nakomen van diens verplichtingen het gevolg van overmacht is.
66.4
Indien een partij van mening is dat er zich omstandigheden van overmacht hebben voorgedaan die de nakoming van haar verplichtingen nadelig kunnen beïnvloeden, stelt zij de andere partij en de directie daarvan onmiddellijk in kennis, waarbij zij gedetailleerd opgave doet van de aard, de vermoedelijke duur en het waarschijnlijke gevolg van de omstandigheden. Behoudens andersluidende schriftelijke instructies van de directie, blijft de aannemer, voor zover dat redelijkerwijze mogelijk is, voldoen aan zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst en zoekt hij ter nakoming van zijn verplichtingen naar redelijke alternatieve middelen die niet door de overmachtsituatie worden gehinderd. De aannemer past deze alternatieve middelen uitsluitend toe indien de directie daartoe instructie geeft.
66.5
Indien er voor de aannemer meeruitgaven ontstaan door het opvolgen van de instructies van de directie of door het gebruik van alternatieve middelen uit hoofde van artikel 66.4, wordt het bedrag daarvan door de directie gefiatteerd.
66.6
Indien er zich omstandigheden van overmacht hebben voorgedaan en deze situatie 180 dagen aanhoudt, kan de ene partij, ongeacht een verlenging van de uitvoeringstermijn die op grond van die toestand eventueel aan de aannemer is verleend, de andere partij er met een opzegtermijn van 30 dagen van in kennis stellen dat zij de overeenkomst wenst te beëindigen. Indien de overmachtsituatie na deze 30 dagen nog bestaat, wordt de overeenkomst beëindigd en worden de partijen krachtens het op de overeenkomst toepasselijke recht bijgevolg ontheven van hun verdere verplichtingen krachtens de overeenkomst.
Artikel 67. Overlijden
67.1
Wanneer de aannemer een natuurlijke persoon is, wordt de overeenkomst automatisch beëindigd indien die persoon komt te overlijden. De opdrachtgever onderzoekt evenwel alle voorstellen van erfgenamen of rechthebbenden die de wens tot voortzetting van de overeenkomst kenbaar hebben gemaakt. Binnen 30 dagen na ontvangst van dergelijke voorstellen brengt de opdrachtgever zijn beslissing ter kennis van de betrokkenen.
67.2
Wanneer de aannemer uit verschillende natuurlijke personen bestaat en één of meer daarvan komen te overlijden, wordt in gemeenschappelijk overleg tussen de partijen een rapport over de stand van de werkzaamheden opgesteld; de opdrachtgever beslist of de overeenkomst wordt beëindigd dan wel voortgezet overeenkomstig de door de overlevenden, respectievelijk de ergenamen[lees: erfgenamen] of rechthebbenden aangegane verbintenis.
67.3
In de in artikel 67.1 en 67.2 genoemde gevallen geven de personen die voorstellen om de uitvoering van de overeenkomst voort te zetten, hiervan binnen 15 dagen na de datum van het overlijden kennis aan de opdrachtgever.
67.4
Deze personen zijn, behoudens andersluidende bepalingen in de bijzondere voorwaarden, in dezelfde mate als de overleden aannemer, gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de goede uitvoering van de overeenkomst. De voortzetting van de overeenkomst is onderworpen aan de bepalingen met betrekking tot het stellen van de in artikel 15 bedoelde garantie.
Beslechting van geschillen
Artikel 68. Beslechting van geschillen
68.1
De opdrachtgever en de aannemer stellen alles in het werk om een minnelijke schikking te treffen voor geschillen in verband met de overeenkomst die tussen hen of tussen de directie en de aannemer kunnen ontstaan.
68.2
De bijzondere voorwaarden bevatten voorschriften betreffende:
- a)
de procedure voor de minnelijke schikking van geschillen;
- b)
de termijnen waarin de procedure inzake minnelijke schikking kan worden ingeroepen na kennisgeving van het geschil aan de andere partij, alsmede de maximumtermijn om een dergelijke schikking te bereiken, waarbij geldt dat deze laatste termijn niet langer mag zijn dan 120 dagen vanaf het begin van de te volgen procedure;
- c)
de termijnen voor de schriftelijke beantwoording van een verzoek om minnelijke schikking of van andere verzoeken die tijdens die procedure geoorloofd zijn, en de gevolgen van het niet nakomen van die termijnen.
68.3
Nadat de procedure inzake minnelijke schikking is mislukt, kunnen de partijen overeenkomen het geschil binnen een vastgestelde termijn te beslechten via bemiddeling door een derde partij.
68.4
De procedure inzake minnelijke schikking of beslechting via bemiddeling behelst in alle gevallen een procedure waarbij de tegenpartij in kennis wordt gesteld van de klachten en de reacties daarop.
68.5
Bij ontstentenis van een minnelijke schikking of beslechting via bemiddeling binnen de vastgestelde maximumtermijnen wordt het geschil beslecht:
- a)
in geval van een nationale overeenkomst, overeenkomstig het nationale recht van de Staat van de opdrachtgever; en
- b)
in geval van een transnationale overeenkomst:
- i)
indien de partijen bij de overeenkomst daarmee instemmen, overeenkomstig het nationale recht van de Staat van de opdrachtgever of de vaste internationale praktijk van die Staat; of
- ii)
via arbitrage overeenkomstig de bij de ACS-EEG-Overeenkomst vastgestelde procedurevoorschriften.