Het onderzoeksteam van de FIOD heeft van de recentere versie van de rekening-courant Centauro geen aansluitende print aangetroffen voor het jaar 2013. Hierdoor en doordat de hierboven beschreven tegenboeking 'cf afspraken (zie specificatie [naam 6] dossier)' niet aangeeft welke specifieke betalingen er zijn tegen geboekt, heeft onderzoeksteam niet in beeld gekregen welke kosten er nu uiteindelijk wanneer voor Centauro zijn betaald. AG-01 De uitgaven die uiteindelijk aan Centauro zijn toegerekend van € 203,465,82 lijken in ieder geval te zijn gedaan in de periode september 2013 tot en met juni 2014; de periode waarin het bestuur van Centurion Vastgoed B.V. op verlaging van kosten heeft ingezet.
Rb. Overijssel, 20-07-2016, nr. 08-996002-15
ECLI:NL:RBOVE:2016:2932, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
20-07-2016
- Zaaknummer
08-996002-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Insolventierecht (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2016:2932, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 20‑07‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2019:4892, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 20‑07‑2016
Inhoudsindicatie
Uitspraak in zaak verdachte Van E, 3 jaar en 6 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Zie ook ECLI:NL:RBOVE:2016:2791 en 2904. Drie mannen die leiding gaven aan Centurion Vastgoed B.V. zijn voor het plegen van grootschalige beleggingsfraude veroordeeld tot celstraffen van 3 tot 4 jaar. Meer dan 600 beleggers zijn door hen voor meer dan in totaal 26 miljoen euro opgelicht met vastgoedprojecten in Costa Rica. De rechtbank Overijssel oordeelde dat de drie mannen daarnaast 16,5 miljoen euro anders hebben gebruikt dan zij aan de beleggers beloofden te doen. De R. (33), S. (39) en Van E. (41) gaven leiding aan Centurion Vastgoed B.V., een op het eerste gezicht professioneel opererend bedrijf. Zij maakten zich schuldig aan oplichting, bedrieglijke bankbreuk en valsheid in geschrift. Daarnaast zijn zij - samen met anderen - schuldig aan gewoontewitwassen.
Partij(en)
Rechtbank Overijssel
Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer (P): 08-996002-15
Datum vonnis: 20 juli 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte 3] ,
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 30 juni 2015, 21 september 2015, 7 december 2015, 20 juni 2016, 21 juni 2016, 22 juni 2016 en 6 juli 2016.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. H.M. Pluimers en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. C.T.W. van Dijk, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014 al dan niet samen met anderen feitelijk leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV waarbij een groot aantal personen met oplichtingsmiddelen is bewogen geld af te geven (in totaal tot een bedrag van
€ 26.093.555 ) voor beleggingen in vastgoed door Centurion Vastgoed BV;
dan wel die oplichting zelf heeft (mede)gepleegd;
dan wel in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014 al dan niet samen met anderen feitelijk leiding/opdracht heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV, waarbij van een groot aantal personen ingelegde geldbedragen zijn verduisterd (in totaal tot een bedrag van € 26.093.555);
dan wel die verduistering zelf heeft (mede)gepleegd;
feit 2: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met de dag van dagvaarding al dan niet samen met anderen feitelijk leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV waarbij
bedrieglijke bankbreuk is gepleegd door lasten te verdichten en/of geld/goederen aan de boedel te onttrekken;
dan wel dat hij die bedrieglijke bankbreuk zelf heeft (mede)gepleegd;
feit 3: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014 al dan niet samen met anderen feitelijk leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV waarbij een tweetal arbeidsovereenkomsten, een vaststellings- beëindigingsovereenkomst, een werkgeversverklaring en een loonspecificatie valselijk zijn opgemaakt;
dan wel dat hij die valsheid zelf heeft (mede)gepleegd;
feit 4: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met de dag van dagvaarding al dan niet samen met anderen opzettelijk geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer
€ 21.471,662) heeft witgewassen.
Voluit luidt de nadere omschrijving tenlastelegging aan de verdachte, dat:
PRIMAIR
Centurion Vastgoed BV.,
op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door
- listige kunstgrepen; en/of
- een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
althans een of meer perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [slachtoffer 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01 AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-01, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 3] ; en/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-O1 en AMB-006)
- [slachtoffer 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [slachtoffer 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [slachtoffer 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [slachtoffer 9] ; en/of
(vindplaats: G-13-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [slachtoffer 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [slachtoffer 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [slachtoffer 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
heeft bewogen tot
- de afgifte van een of meer geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en);
en/of
- het verlenen van een dienst; en/of
- het aangaan van een schuld; en/of
- het teniet doen van een inschuld,
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 26.093.555) (vindplaats: AMB-065),
hierin bestaande dat, hij, Centurion Vastgoed B.V.,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- het publiek, althans voornoemd(e) perso(o)n(en), via aanbiedingsmateriaal en/of
beleggings- dan wel verzamelmemoranda en/of websites en/of telefonisch en/of op een
andere wijze heeft/hebben benaderd en/of geïnteresseerd in de deelname aan een/of
meer obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of meer
beleggingsproduct(en); en/of
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
- ( vervolgens) aan het (aldus benaderde en/of geïnteresseerd geraakte) publiek, althans
voornoemd(e) perso(o)n(en), tot zekerheid van te investeren gelden heeft/hebben
voorgespiegeld:
(a) Besteding inleggeld
dat de uitgifte van de/het obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of
meer beleg-gingsproduct(en), (uitsluitend) tot doel heeft/hebben fondsen in te zamelen
voor de financiering van het aankopen van grond(en) in Costa Rica en/of (vervolgens
voor) het aanleggen van infrastructuur en/of het klaarmaken van grond(en) voor
bebouwing en/of het bouwen van appartementen en/of villa’s en/of het bouwen van
(recreatieve) voorzieningen; en/of
(b) Terugbetaling inleggeld en uitbetaling rente, winst (ponzi)
dat met de in het aanbiedingsmateriaal omschreven doelen opbrengsten worden behaald,
waarmee het inleggeld wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst wordt uitbetaald;
en/of
(c) Garantie (vindplaats: AMB-006 en 007)
dat het inleggeld gegarandeerd wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst
gegarandeerd wordt uitbetaald aan het einde van de looptijd; en/of
(d) Toezicht en controle
dat een (onafhankelijke) registeraccountant van [accountantskantoor] Accountants en
Belastingadviseurs BV. en/of [accountantskantoor] Registeraccountants BV. periodiek toezicht en
controle uitoefent op de besteding van het inleggeld (per beleggingsproduct) en/of het
financierings- en aankooptraject van grond(en) in Costa Rica en/of de jaarrekeningen;
en/of
(e) Stichting Derdengelden Centurion
dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion wordt voorkomen dat het inleggeld vermengd raakt met het vermogen van Centurion Vastgoed BV. en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en); en/of
(f) Taxatie
dat onafhankelijke experts of beëdigde makelaars en taxateurs de waarde vaststellen van
grond(en) in Costa Rica; en/of
(g) Kosten
dat er naast de in de investeringsbegroting en/of rendementsprognose weergegeven
kosten geen overige kosten zijn; en/of
(h) Trackrecord
dat Centurion Vastgoed BV. al eerder en met succes obligatieleningen heeft uitgegeven,
die vervroegd waren afgelost en waarbij er meer rente is uitbetaald dan overeengekomen,
waardoor een groot aantal, althans een of meer perso(o)n(en), waaronder voornoemd(e)
perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) en/of
eigendoms- dan wel winstrecht(en) en/of het verlenen van een dienst en/of het aangaan
van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke per-so(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aanhef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 326 Wetboek van strafrecht
Althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
SUBSIDIAIR
Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door
- listige kunstgrepen; en/of
- een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
althans een of meet perso(o)n(en), waatonder:
(vindplaats: DOC-281)
- [slachtoffer 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01, AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-0l, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 3] ; en/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-0 1 en AM B-006)
- [slachtoffer 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [slachtoffer 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [slachtoffer 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [slachtoffer 9] ; en/of
(vindplaats: G-1 3-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [slachtoffer 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [slachtoffer 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [slachtoffer 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
heeft bewogen tot
- de afgifte van een of meet geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winsttecht(en);
en/of
- het verlenen van een dienst; en/of
- het aangaan van een schuld; en/of
- het teniet doen van een inschuld,
(tot een totaalbedrag van ongeveer FUR 26.093.555) (vindplaats: AMB-065),
hierin bestaande dat, hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- het publiek, althans voornoemd(e) perso(o)n(en), via aanbiedingsmateriaal en/of
beleggings- dan wel verzamelmemoranda en/of websites en/of telefonisch en/of op een
andere wijze heeft/hebben benaderd en/of geïnteresseerd in de deelname aan een/of
meer obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of meet
beleggingsproduct(en); en/of
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
- ( vervolgens) aan het (aldus benaderde en/of geïnteresseerd geraakte) publiek, althans
voornoemd(e) perso(o)n(en), tot zekerheid van te investeren gelden heeft/hebben
voorgespiegeld:
(a) Besteding inleggeld
dat de uitgifte van de/het obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of
meer beleg-gingsproduct(en), (uitsluitend) tot doel heeft/hebben fondsen in te zamelen
voor de financiering van het aankopen van grond(en) in Costa Rica en/of (vervolgens
voor) het aanleggen van infrastructuur en/of het klaarmaken van grond(en) voor
bebouwing en/of het bouwen van appartementen en/of villa’s en/of het bouwen van
(recreatieve) voorzieningen; en/of
(b) Terugbetaling inleggeld en uitbetaling rente, winst (ponzi)
dat met de in het aanbiedingsmateriaal omschreven doelen opbrengsten worden behaald,
waarmee het inleggeld wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst wordt uitbetaald;
en/of
(c) Garantie (vindplaats: AMB-006 en 007)
dat het inleggeld gegarandeerd worden terugbetaald en/of de rente en/of winst
gegarandeerd wordt uitbetaald aan het einde van de looptijd; en/of
(d) Toezicht en controle
dat een (onafhankelijke) registeraccountant van [accountantskantoor] Accountants en
Belastingadviseurs B.V. en/of [accountantskantoor] Registeraccountants BV. periodiek toezicht en controle uitoefent op de besteding van het inleggeld (per beleggingsproduct) en/of het
financierings- en aankooptraject van grond(en) in Costa Rica en/of de jaarrekeningen;
en/of
(e) Stichting Derdengelden Centurion
dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion wordt voorkomen dat het inleggeld vermengd raakt met het vermogen van Centurion Vastgoed BV. en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en); en/of
(f) Taxatie
dat onafhankelijke experts of beëdigde makelaars en taxateurs de waarde vaststellen van
grond(en) in Costa Rica; en/of
(g) Kosten
dat er naast de in de investeringsbegroting en/of rendementsprognose weergegeven
kosten geen overige kosten zijn; en/of
(h) Trackrecord
dat Centurion Vastgoed B.V. al eerder en met succes obligatieleningen heeft uitgegeven,
die vervroegd waren afgelost en waarbij er meer rente is uitbetaald dan overeengekomen,
waardoor een groot aantal, althans een of meer perso(o)n(en), waaronder voornoemd(e)
perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot de afgifte van een of meet geldbedrag(en) en/of
eigendoms- dan wel winstrecht(en) en/of het verlenen van een dienst en/of het aangaan
van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld;
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 326 Wetboek van strafrecht
Althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
MEER SUBSIDIAIR
Centurion Vastgoed BV., op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12december2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk een of meet geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winsttecht(en),
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 21.471.662 of EUR 16.507.852),
(vindplaats: AMB-032)
dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014),
althans een of meer perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [slachtoffer 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01, AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-01, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 3] : en/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-01 en AMB-006)
- [slachtoffer 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [slachtoffer 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [slachtoffer 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [slachtoffer 9] : en/of
(vindplaats: G-13-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [slachtoffer 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [slachtoffer 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [slachtoffer 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
in elk geval aan (een) ander(en) dan aan hem, Centurion Vastgoed BV., en/of zijn
mededader(s),
welk(e) geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en) hij, Centurion Vastgoed
BV., en/of zijn mededader(s), anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van een of
meer geldleningsovereenkomst(en), althans uit hoofde van een of meer burgerrechtelijke
overeenkomst(en), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke per-so(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aanhef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 321 Wetboek van strafrecht
Althans, indien vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
MEEST SUBSIDIAIR
Hij, op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk een of meet geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en),
(tot een totaalbedrag van ongeveer FUR 21.471.662 of EUR 16.507.852),
(vindplaats: AMB-032)
dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014),
althans een of meer perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [slachtoffer 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01, AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-01, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [slachtoffer 3] ; en/of
(vindplaats: G-06-0 1 en AM B-005)
- [slachtoffer 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-01 en AMB-006)
- [slachtoffer 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [slachtoffer 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [slachtoffer 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
[slachtoffer 9] ; en/of
(vindplaats: G-13-01 en AMB-005)
- [slachtoffer 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [slachtoffer 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [slachtoffer 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [slachtoffer 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [slachtoffer 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
in elk geval aan (een) ander(en) dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), welk(e)
geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en) hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s), anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van een of meer
geldleningsovereenkomst(en), althans uit hoofde van een of meer burgerrechtelijke
overeenkomst(en), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 321 Wetboek van strafrecht
2.
PRIMAIR
Centurion Vastgoed BV., op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met heden,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
terwijl Centurion Vastgoed B.V. bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen
van 31 juli 2014 in staat van faillissement is verklaard,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers,
(sub 1)
lasten verdicht heeft of verdicht; en/of
enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt,
hierin bestaande,
a. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
1.444.488,22) is/zijn aangewend ten behoeve van de joint venture Saint Kitts’;
en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.1 en DOC-051)
b. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
399.605,04 en/of EUR 203.465,82) is/zijn aangewend ten behoeve van Centauro
Real Estate BV.; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.2)
c. dat goodwill is overgedragen aan Centauro Real Estate BV.; en/of
d. dat een of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
20.384,71) is/zijn aangewend ten behoeve van Doelbewust Uitgeven B.V.; en/of
(vindplaats: AMB-051)
e. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn aangewend ten behoeve van het verrichten
van betalingen aan een leasemaatschappij en/of Soul Provider S.A. en/of Jaegers
& Soons; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
f. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn overgeboekt naar
- een bankrekening ten name van [verdachte 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam] ; en/of
- een bankrekening ten name van [verdachte 3] ; en/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 3] ; en/of
- een bankrekening ten name van Soul Provider S.A.; en/of
- een bankrekening ten name van Deutsche Kontor Privatbank AG; en/of
- een bankrekening ten name van [verdachte 2] ; en/of
(vindplaats: AMB-060 en AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
g. dat een of meer geldbedrag(en) in rekening-courant is/zijn geboekt onder niet
zakelijke omstandigheden, althans terwijl men wist dan wel redelijkerwijze moest
vermoeden dat niet kon worden terugbetaald; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
h. dat buitensporige verteringen zijn gedaan; en/of
(vindplaats: AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
(sub 4)
geheel dan wel gedeeltelijk niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem
rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie
ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke pers(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aan hef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 341 aan hef en onder a Wetboek van strafrecht
Althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
SUBSIDIAIR
Hij,
op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met heden,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
terwijl Centurion Vastgoed BV. bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen
van 31 juli 2014 in staat van faillissement is verklaard,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers,
(sub 1)
lasten verdicht heeft of verdicht; en/of
enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt,
hierin bestaande,
a. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
1.444.488,22) is/zijn aangewend ten behoeve van de joint venture Saint KiUs’;
en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.1 en DOC-051)
b. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
399.605,04 en/of EUR 203.465,82) is/zijn aangewend ten behoeve van Centauro
Real Estate BV.; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.2)
c. dat goodwill is overgedragen aan Centauro Real Estate BV.; en/of
d. dat een of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
20.384,71) is/zijn aangewend ten behoeve van Doelbewust Uitgeven B.V.; en/of
(vindplaats: AMB-051)
e. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn aangewend ten behoeve van het verrichten
van betalïngen aan een leasemaatschappij en/of Soul Provider S.A. en/of Jaegers
& Soons; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
f. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn overgeboekt naar
- een bankrekening ten name van [verdachte 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam] ; en/of
- een bankrekening ten name van [verdachte 3] ; en/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 3] ; en/of
- een bankrekening ten name van Soul Provider S.A.; en/of
- een bankrekening ten name van Deutsche Kontor Privatbank AG; en/of
- een bankrekening ten name van [verdachte 2] ; en/of
(vindplaats: AMB-060 en AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
g. dat een of meer geldbedrag(en) in rekening-courant is/zijn geboekt onder niet
zakelijke omstandigheden, althans terwijl men wist dan wel redelijkerwijze moest
vermoeden dat niet kon worden terugbetaald; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
h. dat buitensporige verteringen zijn gedaan; en/of
(vindplaats: AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
(sub 4)
geheel dan wel gedeeltelijk niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem
rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie
ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 341 aan hef en onder a Wetboek van Strafrecht
3.
PRIMAIR
Centurion Vastgoed BV., op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
onder meer:
(vindplaats: AMB-059)
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed BV. en [medeverdachte] ;
en/of
(vindplaats: DOC-306)
b. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 3] ; en/of
(vindplaats: DOC-178)
c. een vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed
B.V. en [medeverdachte] ; en/of
(vindplaats:DOC-175/2 en 3)
d. een model werkgeversverklaring; en/of
(vindplaats: DOC-328)
e. een loonspecificatie,
(vindplaats: DOC-329)
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of
heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door een of meer ander(en) te doen gebruiken,
immers heeft hij, Centurion Vastgoed BV., en/of zijn mededader(s) - zakelijk
weergegeven - valselijk, immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] , althans dat
[medeverdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager; en/of
b. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 3] , althans dat
[naam 3] de functie uitoefende van marketing- en tripadvisor; en/of
c. op die vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst vermeld en/of doen
vermelden dat het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte]
was beëindigd; en/of
d. op die model werkgeversverklaring vermeld en/of doen vermelden dat er sprake
was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [medeverdachte] ,
althans dat [medeverdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager
en/of een bruto jaarsalaris genoot van FUR 63.000; en/of
e. op die loonspecificatie vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [medeverdachte] ,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke per-so(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aan hef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 225, lid 1 Wetboek van strafrecht
Althans, indien vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
SUBSIDIAIR
Hij, op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
onder meer:
(vindplaats: AMB-059)
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en 5. [medeverdachte] ;
en/of
(vindplaats: DOC-306)
b. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 3] ; en/of
(vindplaats: DOC-178)
c. een vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed
BV. en [medeverdachte] ; en/of
(vindplaats:DOC-175/2 en 3)
d. een model werkgeversverklaring; en/of
(vindplaats: DOC-328)
e. een loonspecificatie,
(vindplaats: DOC-329)
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of
heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door een of meer ander(en) te doen gebruiken,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) - zakelijk weergegeven - valselijk,
immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] , althans dat
[medeverdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager; en/of
b. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 3] , althans dat
[naam 3] de functie uitoefende van marketing- en tripadvisor; en/of
c. op die vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst vermeld en/of doen
vermelden dat het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte]
was beëindigd; en/of
d. op die model werkgeversverklaring vermeld en/of doen vermelden dat er sprake
was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en 3. [medeverdachte] ,
althans dat [medeverdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager
en/of een bruto jaarsalaris genoot van EUR 63.000; en/of
e. op die loonspecificatie vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [medeverdachte] ,
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 225, lid 1 Wetboek van strafrecht
4.
Hij, op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met heden,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke per-so(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
hierin bestaande dat hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) krachtens die gewoonte,
(van) een of meer geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en), althans enig
voorwerp,
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 21.471.662 of EUR 16.507.852 of EUR
902.981),
(Vindplaats: AMB-058, AMB-032 en AMB-051)
(sub a)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de
verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen of verhuld wie de
rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of wie bovenomschreven
voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad:
en/of
(sub b)
verworven en/of voorhanden gehad en/of overdragen en/of omgezet en/of van
voornoemd(e) voorwerp(en) gebruik gemaakt,
door toen en daar opzettelijk,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
- een of meer geldbedrag(en) (op moeilijk traceerbare wijze) aan te wenden ten behoeve
van zichzelf, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of (een) ander(en): en/of
(vindplaats: AMB-032, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
-interne overboekingen te verrichten tussen een of meet bankrekening(en) ten name
van Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed B.V. en/of Centurion
Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S.A.;
en/of
- een of meet geldbedrag(en) van een of meer bankrekening(en) ten name van Stichting
Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed BV. en/of Centurion Makelaardij en
Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S.A. over te schrijven
naar een of meer bankrekening(en) ten name van [medeverdachte] en/of [naam 3]
en/of Soul Provider S.A. en al dan niet daarbij voor te wenden dat er sprake was
van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] en/of [naam 3]
en een zakelijke band tussen Centurion Vastgoed BV. en Soul Provider S.A.;
en/of
- een of meer gira(a)l(e) geldbedrag(en) van een of meer bankrekening(en) ten name van
Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed B.V. en/of Centurion
Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S,A om
te zetten in een of meer charta(a)l(e) geldbedrag(en),
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), wist(en) - althans redelijkerwijze moest(en)
vermoeden - dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 420bis Wetboek van strafrecht
Artikel 420ter Wetboek van strafrecht
Artikel 420quater Wetboek van strafrecht
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier (4) jaren waarvan een half (0,5) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie (3) jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met oplegging van de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende proeftijd onthoudt van handelingen die erop zijn gericht om het publiek te laten participeren in enig beleggingsproduct.
Als bijkomende straffen heeft de officier gevorderd dat verdachte het recht wordt ontzegd op te treden als bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van vijf (5) jaren en dat ter generale preventie het vonnis openbaar wordt gemaakt op www.rechtspraak.nl.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd dat goederen die op de lijst inbeslagname staan genoemd onder de nummers 1.1 en 1.4 verbeurd worden verklaard.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte het onder feit 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 tenlastegelegde heeft begaan. Hij voert daartoe, samengevat weergegeven, aan dat verdachte samen met de medeverdachten
[verdachte 1] en [verdachte 2] het bestuursbeleid binnen Centurion Vastgoed BV bepaalde.
Centurion Vastgoed BV heeft kapitaal genereerd door in enkele jaren dertien (13) verschillende beleggingsproducten aan te bieden. Deze beleggingsproducten werden aan de man gebracht middels verschillende verkoopbrochures en met name door een actief en persoonlijk relatiebeheer. Hetgeen in de brochures wordt genoemd, kan worden gezien als een belofte aan de beleggers. De beleggers zijn mede door de inhoud van deze brochures en de persoonlijke gesprekken met medewerkers van Centurion Vastgoed BV bewogen tot afgifte van geld teneinde het te investeren in de producten van Centurion Vastgoed BV.
Het concept bleek echter qua haalbaarheid en uitgesproken rendementsgaranties op drijfzand te berusten. De door verdachte en medeverdachten gepresenteerde activiteiten, waarmee de beloofde rendementen moesten worden gerealiseerd bevonden zich louter in een prille startfase, zonder enigszins uitgewerkte bedrijfsplannen, begrotingen en een deugdelijke administratie.
De in de brochures opgenomen beloftes zijn jegens de inleggers bewust en listiglijk niet nagekomen, zodat er sprake is van oplichting door Centurion Vastgoed BV waaraan verdachte en zijn medeverdachten feitelijk leiding hebben gegeven.
Volgens de officier van justitie waren alle directieleden hierbij betrokken.
Verdachte was vanaf het begin betrokken bij de besluitvorming binnen Centurion Vastgoed BV en stuurde de verkoopafdeling aan en was vanaf 13 februari 2014 tot aan het faillissement statutair bestuurder Centurion Vastgoed BV.
Medeverdachte [verdachte 1] , was tot 13 februari 2014 statutair bestuurder van Centurion Vastgoed BV en trad op naar buiten als algemeen directeur. Medeverdachte [verdachte 2] was initiatiefnemer en het financiële brein en de bedenker van nieuwe producten binnen de onderneming.
Verdachte was tot het laatste moment feitelijk betrokken bij de besluitvorming en heeft ook toen nog aanzienlijke bedragen ontvangen uit de ingelegde middelen.
Verdachte is als statutair bestuurder vanuit het Slavenburgcriterium reeds verantwoordelijk. Hij had vanwege die hoedanigheid de bevoegdheid én de plicht om in te grijpen indien en zodra de zaken niet zouden lopen zoals aan de inleggers was beloofd, maar verdachte heeft willens en wetens aanvaard dat de zaken liepen zoals ze liepen waardoor het grootste deel van de ter belegging ingelegde gelden niet werden belegd. Verdachte heeft zich in de visie van de officier van justitie dan ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van feitelijk leiding geven aan oplichting.
Het moet voor Centurion Vastgoed BV vanaf het begin af duidelijk zijn geweest dat de wijze waarop met de ter belegging ingelegde gelden werd omgegaan er toe zou leiden dat de jegens de beleggers aangegane verplichtingen niet nagekomen zouden kunnen worden. Dit brengt volgens de officier van justitie weer met zich mee dat verdachte en zijn medeverdachten wisten dat het faillissement van Centurion Vastgoed BV voortdurend in de lucht hing. Dit moet hen in ieder geval in het derde kwartaal van 2013 duidelijk zijn geworden toen aan hen kenbaar werd gemaakt dat er grote liquiditeitsproblemen waren.
Desondanks hebben verdachte en zijn medeverdachten nadien nog verschillende gelden/goederen aan de boedel onttrokken.
Dezelfde bewustheid geldt volgens de officier van justitie voor het ten laste gelegde gewoontewitwassen. Geldbedragen zijn via oplichting ter beschikking gekomen van Centurion Vastgoed BV, waarna verdachte en zijn mededaders deze gelden anders hebben aangewend dan was voorgespiegeld. Verdachte heeft aldus, samen met zijn medeverdachten, van de van misdrijf afkomstige gelden gebruik gemaakt, deze omgezet, overgedragen, maar ook verborgen en verhuld wie de rechthebbenden op die gelden waren, mede door het achterwege laten van een deugdelijke administratieve verantwoording.
Ook aan het vervalsen van de twee arbeidsovereenkomsten, de vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst, werkgeversverklaring en loonspecificaties die mede op initiatief van verdachte zijn opgesteld, is hij (mede)schuldig, aldus de officier van justitie.
De raadsman heeft in zijn algemeenheid betoogd dat verdachte noch Centurion Vastgoed BV zich schuldig hebben gemaakt aan het -kort gezegd- gebruiken van de gelden van de beleggers voor andere doeleinden dan de kernactiviteiten van Centurion Vastgoed BV.
Wel stelt de raadsman dat er dingen fout zijn gegaan en dat beleggers benadeeld zijn maar Centurion Vastgoed BV was een bonafide firma die conform de daarvoor geldende regels heeft gewerkt.
Niet ontkent wordt dat verdachte sinds 2009 werkzaam is geweest bij
Centurion Vastgoed BV waar hij tot 23 september 2013 in loondienst is waarbij verdachte de verkoopafdeling aanstuurde en dat verdachte vanaf 13 februari 2014 formeel de bestuurder geweest van Centurion Vastgoed BV.
De raadsman heeft betoogd dat verdachte geen feitelijke zeggenschap heeft gehad nu er bij hem schortte aan feitelijke kennis over de gang van zaken omdat hij alleen uitvoerend bezig was.
Ten aanzien van feit 1 primair en subsidiair stelt de raadsman dat een groot deel van de inleg van de beleggers correct is besteed aan de aankoop van gronden in Costa Rica en een aanzienlijk deel van de inleg is teruggevloeid naar de beleggers. Daarnaast heeft verdachte nooit opzet (al dan niet in voorwaardelijke zin) gehad op het oplichten van de beleggers dan wel op het verduisteren van de door hen ingelegde gelden. De handelswijze van Centurion Vastgoed BV is steeds zorgvuldig begeleid door een jurist en een accountant waarbij er ook regelmatig controles hebben plaats gevonden. Er is dus volgens de raadsman geen sprake van dat aan de beleggers opzettelijk valselijk, listiglijk, bedrieglijk of in strijd met de waarheid rendementen, zekerheden en waarborgen zijn voorgespiegeld.
Ten aanzien feit 1 meer subsidiair en meest subsidiair stelt de raadsman dat
geen sprake is van het wederrechtelijk toe-eigenen van gelden van beleggers nu geld dat is aangetrokken van de beleggers ook daadwerkelijk is aangewend voor het realiseren van projecten in Costa Rica. Dat het beoogde rendement niet is behaald is te wijten aan de omstandigheden. Op geen enkel moment heeft verdachte opzet (al dan niet in voorwaardelijke zin) gehad op het verduisteren van gelden van de inleggers.
Ten aanzien van feit 2 primair e.v. heeft de raadsman gesteld dat niet bewezen kan worden dat er sprake is van bedrieglijke bankbreuk nu verdachte geen opzet heeft gehad op de benadeling van de schuldeisers en voor zover daar al sprake van zou zijn, kan verdachte niet als feitelijk leidinggevende daarvan worden aangemerkt. In tegendeel verdachte heeft juist toen hij feitelijk de leiding kreeg ingegrepen toen hij kennis kreeg van de financiële problemen.
Ten aanzien van feit 3 primair heeft de verdediging gesteld dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken omdat hij niet als feitelijk leidinggevende kan worden aangemerkt. Feit 3 subsidiair is volgens de raadsman wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 4 heeft de verdediging gesteld dat de ontvangen gelden niet middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn, laat staan dat verdachte wist of
had moeten vermoeden dat genoemde gelden uit misdrijf afkomstig zou zijn. Daarnaast ontbreken de gedragingen die er kennelijk op zijn gericht op het daadwerkelijk verbergen van het geld. Van (gewoonte)witwassen kan om die reden geen sprake zijn.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Feit 1
Centurion Vastgoed B.V. (hierna te noemen Centurion) is opgericht op 5 september 2000, oorspronkelijk onder de naam Twentestede B.V. De bedrijfsvoering is in het uittreksel van de Kamer van Koophandel aanvankelijk omschreven als “het voeren van administraties”. Met ingang van 12 december 2008 is de bedrijfsvoering onder de inmiddels gewijzigde handelsnaam omschreven als “het financieren van vastgoedprojecten”. In de periode 12 december 2008 tot 13 februari 2014 is [verdachte 1] statutair bestuurder geweest van Centurion. Vanaf 13 februari 2014 was [verdachte 3] statutair bestuurder. Op 31 juli 2014 is Centurion failliet verklaard, met benoeming van mr. W.W. Korteweg tot curator.
In de periode voorafgaand aan 20 oktober 2011 heeft Centurion beleggingsproducten onder de naam “Obligatielening I, II en III” op de markt gebracht. Met de gelden van de inleggers zijn gronden gekocht in Costa Rica onder de projectnaam “Vista Verde”. Dit project was geen succes en heeft in 2010/2011 geleid tot een tekort gelegen tussen de 2,5 en 3,4 miljoen euro.
In de periode vanaf 20 oktober 2011 heeft Centurion een 13-tal producten op de markt gebracht onder de namen: Centurion Winst Certificaat (Plus), Obligatielening IV, V, VI, VII, Centurion Winstcertificaten (Plus), Goldplan, VIPplan 1, 2 en 3 en Rendementsplan.
Vanaf 20 oktober 2011 lag de focus van Centurion op het binnenhalen van nieuw geld. Zij heeft dit gedaan door middel van het verkopen van vorenbedoelde producten aan meer dan 600 particulieren. Beleggers hebben voor een bedrag van € 26.093.555,- aan gelden, vorderingen en eigendomsrechten ingelegd. Een bedrag van € 21.471.662,- is door middel van bancaire overboekingen binnengekomen en een bedrag van € 4.621.893,- betreft omzetting van vorderingen in beleggingsproducten en (gedeeltelijke) eigendomsoverdracht van door Centurion aangekochte kavels.
In het aanbiedingsmateriaal behorende bij vorenbedoelde beleggingsproducten zijn de beleggers bepaalde zekerheden voorgespiegeld. Bij alle producten is hen voorgehouden dat de inleggelden zullen worden gebruikt voor de investering in al dan niet nader omschreven vastgoedprojecten in Costa Rica en dat het aangekochte onroerend goed extra zekerheid geeft als onderpand voor de inleg. Het project “Vista Verde” wordt daarbij niet genoemd.
Daarnaast is bij alle producten nadrukkelijk gesteld dat controle en toezicht op de besteding van gelden, met name of het aangekochte onroerende goed wel overeenkomt met hetgeen wordt beloofd, periodiek zal plaatsvinden door een onafhankelijke Nederlandse registeraccountant, waarbij taxaties geschieden door onafhankelijke experts of beëdigd taxateurs. Voorts is aangegeven dat er behoudens de in de investeringsbegroting en in de rendementsprognose genoemde kosten geen overige kosten zijn. Betalingen van inleggelden vinden plaats op een bankrekening van de Stichting Derdengelden Centurion.
Alle in de tenlastelegging genoemde aangevers hebben verklaard dat zij tijdens het doornemen van het aanbiedingsmateriaal dan wel tijdens de gesprekken met de verkoper van Centurion door een of meer van vorengenoemde voorgespiegelde zekerheden werden bewogen tot afgifte van de door hen ingelegde geldbedragen, vorderingen en/of eigendomsrechten.
Hoewel de inleggers allen een product kochten van Centurion en dus een vordering op deze vennootschap verkregen, kwamen de inleggelden in eerste instantie niet binnen op een bankrekening van Centurion. Vorenbedoeld bedrag van € 21.471.662,- aan bancair ingelegde gelden is nagenoeg geheel binnengekomen op een van de bankrekeningen van de Stichting Derdengelden Centurion. Alle geldbedragen werden in een spreekwoordelijke “grote pot” gestort en er werd geen administratie per beleggingsproduct, of per inlegger gevoerd. Vanuit deze grote pot werden gelden eerst naar een bankrekening van Centurion en van daaruit naar diverse aan Centurion gelieerde binnenlandse en buitenlandse vennootschappen overgeboekt. Dat vanuit Centurion formeel enige (juridische) zeggenschap bestond over De Stichting Derdengelden Centurion of deze (buitenlandse) vennootschappen is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat Centurion, voor zover er met de ingelegde gelden al in vastgoed gerelateerde projecten werd geïnvesteerd, enige formele zeggenschap had over de opbrengsten daarvan dan wel daarmee enig eigendomsrecht verwierf. Met Centurion onderhield de Stichting Derdengelden Centurion een rekeningcourant verhouding. De Stichting Derdengelden Centurion functioneerde feitelijk als een bankrekening van Centurion. Ten tijde van de inleg was [verdachte 2] statutair bestuurder van deze stichting.
Het in de periode na 20 oktober 2011 van de inleggers per bank ontvangen geldbedrag ad
€ 21.471.662,- heeft Centurion vervolgens als volgt aangewend.
Een bedrag van € 5.067.335,-, waaronder een bedrag van € 103.525,- aan Soul Provider S.A., is uitbetaald in Costa Rica. Een bedrag van € 1.528.526,- is betaald aan eerdere inleggers (Obligaties II en III) en een bedrag van € 2.368.998,- is betaald aan eerdere kaveleigenaren. Een bedrag van € 1.957.009,- is betaald aan de inleggers van de huidige producten (Centurion Winst Certificaat (Plus), Obligatielening IV, V, VI, VII, Centurion Winstcertificaten (Plus), Goldplan, VIPplan 1, 2 en 3 en Rendementsplan). Daarnaast is
€ 1.444.488,- besteed aan het project Saint Kitts en is er in totaal voor een bedrag groot
€ 6.866.236,- aan operationele kosten gemaakt. Aan de verdachten [verdachte 1] , [verdachte 3] en [verdachte 2] is ten titel van salaris, onkosten en andere uitgaven in totaal een bedrag van
€ 2.543.089,- betaald.
De rechtbank concludeert dat de inleggelden aldus voor een zeer groot deel niet zijn aangewend zoals tijdens de verkoop van de producten werd voorgewend.
Soul Provider S.A. is een Costaricaans bedrijf van [verdachte 3] , op naam van zijn toenmalige vriendin [naam 3] . Niet kon worden vastgesteld dat de betalingen aan dit bedrijf vervolgens op enigerlei wijze in Costa Rica ten behoeve van de aankoop of ontwikkeling van vastgoed is besteed. Dat met de inleggelden het rendement en de aflossing van eerdere producten Obligaties II en III zou worden bekostigd, is nimmer ter sprake gekomen tijdens de verkoop van de nieuwe producten Centurion Winst Certificaat (Plus), Obligatielening IV, V, VI, VII, Centurion Winstcertificaten (Plus), Goldplan, VIPplan 1, 2 en 3 en Rendementsplan. Het merendeel van de aangevers verklaart dat zij niet zouden zijn ingestapt als zij dit van tevoren hadden geweten. Evenmin waren zij ingestapt als zij hadden geweten dat het eigen rendement als “sigaar uit eigen doos” werd betaald uit hun eigen inleg. Ook voelt een deel van de inleggers zich bedrogen omdat werd voorgewend dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion werd voorkomen dat het inleggeld vermengd zou raken met het vermogen van Centurion, terwijl in werkelijkheid het inleggeld nadat het binnenkwam naar bankrekeningen van Centurion werd overgeboekt en van daaruit naar diverse aan Centurion gelieerde binnenlandse en buitenlandse vennootschappen overgemaakt.
Hoewel het bij het Saint Kitts project weliswaar om vastgoed lijkt te gaan, heeft deze investering niets te maken met Costa Rica en is dit project evenmin gekoppeld aan een van de genoemde beleggingsproducten. Aldus is ook dit beleggingsgeld op een andere wijze aangewend dan bij de verkoop van de producten is voorgespiegeld.
Voorts zijn in strijd met de in de aanbiedingsbrieven voorgespiegelde kostenplaatjes veel meer operationele kosten gemaakt en is ook op dit punt niet conform de beloftes gehandeld.
Daarnaast is een aanmerkelijk bedrag weggevloeid naar de verdachten [verdachte 1] , [verdachte 3] en [verdachte 2] , waarvan een groot deel in rekening courant is geboekt terwijl dit meestal niet werd afgelost.
Ten slotte is op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat voornoemde controle en toezicht door een registeraccountant en onafhankelijke taxaties door een beëdigd taxateur nimmer hebben plaatsgevonden. Een deel van de inleggers geeft aan dat zij (mede) hierdoor zijn bewogen tot afgifte van hun inleggelden en dat zij niet waren ingestapt indien zij van tevoren hadden geweten dat toezicht en controle niet plaatsvond.
Toerekening aan Centurion B.V.
De rechtbank is op grond van bovenstaande overwegingen van oordeel dat in de periode van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014 een aantal personen, waaronder de in de tenlastelegging genoemde personen, met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling is bewogen tot afgifte van een geldbedrag, eigendomsrechten dan wel winstrechten, door een samenweefsel van verdichtsels met betrekking tot de besteding van het inleggeld, kostenposten, het toezicht en de controle en de taxatie.
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of en in hoeverre deze gedragingen in redelijkheid zijn toe te rekenen aan Centurion en zal deze vraag beantwoorden aan de hand van de criteria zoals uiteengezet door de Hoge Raad in HR 21 oktober 2003 (ECLI:NL:HR:2003:AF7938).
Het antwoord op voornoemde vraag is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een algemene regel laat zich dus bezwaarlijk formuleren. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is nochtans of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Een dergelijke gedraging kan in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon.
Van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon zal sprake kunnen zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:
- het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon,
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon,
- de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf,
- de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder bedoeld aanvaarden is mede begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
In dit verband constateert de rechtbank dat Centurion qua structuur en handelwijze puur
gericht is op het binnenhalen van inleggelden, waarbij de bedrijfsvoering vooral gericht is op verkoopactiviteiten, terwijl er ten gevolge van een gebrekkige administratie en ondeugdelijke interne bedrijfsstructuren nauwelijks aantoonbare reële inkomsten of winsten zijn uit de investeringsprojecten. De geldstromen liepen via de bankrekeningen van de Stichting Derdengelden Centurion, naar Centurion Vastgoed BV, van waaruit ze uit een grote pot werden uitgezet naar verschillende gelieerde vennootschappen. Als er al gelden binnenkwamen uit projecten dan kwamen deze ook in dezelfde grote pot terecht.
De rechtbank stelt vast dat het verdienmodel in feite de gedragingen (het handelen van de verkoopmedewerkers) dicteerde en deze dus passen in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon. Voorts stelt de rechtbank vast dat de handelingen, nu de inleggelden via de Stichting Derdengelden Centurion op de bankrekeningen van Centurion binnenkwamen, dienstig zijn geweest voor Centurion. Daarnaast is het handelen onveranderd gebleven gedurende de gehele hiervoor genoemde periode en is het handelen door de leiding van Centurion geïnitieerd en ondanks gehoudenheid daartoe op geen enkel moment verhinderd.
Naast het daderschap van de rechtspersoon dient ook het in de tenlastelegging vereiste opzet te kunnen worden vastgesteld bij de rechtspersoon. Indien een onderneming is ingericht op het plegen van strafbare feiten of indien het bestuur van de onderneming besluit tot strafbare feiten, kan opzet worden aangenomen. Tevens kan het opzet van een individueel persoon worden toegerekend aan de rechtspersoon, afhankelijk van de interne organisatie van de rechtspersoon en van de taak en verantwoordelijkheden van de betrokken natuurlijke personen. In het algemeen zal opzet van een leidinggevende functionaris steeds kunnen worden toegerekend. De rechtbank verwijst voor haar overwegingen op dit punt naar de hiernavolgende bespreking van de rol van verdachte als feitelijk leidinggevende, in welk verband de aanwezigheid van opzet bij de verdachte wordt onderzocht; deze overwegingen dienen als hier ingelast te worden beschouwd in de sleutel van toerekening aan de rechtspersoon van het al dan niet aanwezige opzet bij de leidinggevende functionaris.
Feitelijk leidinggeven
Als minimale voorwaarden voor de strafbaarheid van feitelijk leidinggeven gelden dat de verdachte maatregelen ter voorkoming van die gedraging achterwege laat, hoewel hij daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden was en hij daarbij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de verboden gedraging zich zal voordoen, zodat hij die gedraging opzettelijk heeft bevorderd (HR 16 december 1986, NJ 1987/321 en HR 21 januari 1992, NJ 1992/414).
Uit de verklaring van [verdachte 1] komt naar voren dat er feitelijk drie directeuren waren, verdachte, [verdachte 2] en hijzelf. Er waren wekelijks vergaderingen op directieniveau met deze “drie-eenheid”. Er waren geen andere leidinggevenden.
Deze verklaring wordt door vele bewijsmiddelen ondersteund. De financieel administratief medewerkster [getuige 1] verklaart dat eerdergenoemden in de praktijk met zijn drieën “de hele tent runden”. Ook de accountant [naam 4] verklaart dat ze weliswaar statutair niet evenveel zeggenschap hadden, maar binnenskamers wel. Het beleid werd gezamenlijk bepaald en bij afwezigheid van de één namen de andere twee het over. Voorts blijkt dat ze alle drie salarissen op directieniveau hadden, dat zij samen verantwoordelijk waren en zich bezighielden met het aannemen van personeel en dat zij samen de hoogte van de salarissen (inclusief hun eigen salaris) bepaalden.
[verdachte 3] is vanaf 13 februari 2014 formeel directeur van Centurion. Daarvoor was hij naar eigen zeggen commercieel directeur, nadat hij oorspronkelijk als telefonisch verkoper bij Centurion was begonnen en zich later bezig hield met verkooptrainingen.
Naast vorenbedoelde verklaring van [verdachte 1] dat [verdachte 3] deel uitmaakte van het driemanschap dat de feitelijke leiding had binnen Centurion komt uit het dossier naar voren dat [verdachte 3] ook daadwerkelijk bemoeienis had met tal van handelingen binnen Centurion die hiervoor zijn benoemd en waarbij derdengelden van de inleggers voor een ander doel werden aangewend dan het doel waarvoor Centurion deze in beheer had.
Zo blijkt uit de eigen verklaring van verdachte [verdachte 3] dat hij samen met [verdachte 2] het St. Kitts project heeft overgenomen nadat door [verdachte 1] al toezeggingen waren gedaan en dat hij ervan op de hoogte is dat er vanuit Centurion voor bijna 1,5 miljoen euro naar dat project is gegaan.
Ook is [verdachte 3] blijkens zijn eigen verklaring op de hoogte van het project Centauro, waarbij het verkoopmodel van Centurion werd overgenomen en waarbij er gelden vanuit Centurion aan Centauro werden voorgeschoten. Uit de feitelijke handeling zoals die uit het dossier naar voren komen volgt dat de Centurion zijn verkoopkantoor met medewerkers heeft overgebracht naar een pand van Centauro, kort nadat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de verkoopafdeling van
Centurion tijdelijk had stilgelegd. In dit verband valt op dat [verdachte 3] 15.000 euro bruto per maand (salaris op directieniveau) van Centauro ontvangt, terwijl hij weet dat alle kosten bij wijze van rekening-courant door Centurion worden voorgeschoten.
[verdachte 3] heeft voorts toegegeven dat Soul Provider S.A., waar met regelmaat gedurende een lange periode betrekkelijk grote bedragen uit de pot van Centurion naartoe gingen, een vennootschap van hem is.
Over de hoog oplopende rekening-courant verhoudingen tussen Centurion en de directieleden verklaart medewerker [getuige 1] dat ook [verdachte 3] op de hoogte was dat er buitensporige niet-zakelijke uitgaven waren en dat hij desondanks opdracht gaf deze te betalen.
Het vorenstaande in ogenschouw nemend is de rechtbank van oordeel dat ook [verdachte 3] , die als verkoper en verkooptrainer op de hoogte was van de doelstellingen die Centurion beleggers voorspiegelde, bij de gedragingen die hij zelf heeft geïnitieerd met vol opzet bedrieglijk dan wel in strijd met de waarheid heeft gehandeld. Voorts heeft hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat Centurion, door concrete gedragingen van medeverdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] , met voornoemd opzet en met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling beleggers heeft bewogen tot afgifte van (kort gezegd) vermogensrechten in de wetenschap dat deze (deels) niet werden aangewend zoals bij de verkoop van producten werd voorgespiegeld.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Feit 2
In het vierde kwartaal 2013 en het eerste kwartaal 2014 heeft de controller van Centurion Vastgoed B.V., [getuige 1] liquiditeitsoverzichten gemaakt waaruit naar voren kwam dat er meer aan overheadkosten werd uitgegeven dan afgesproken was. De controller heeft verdachte en [verdachte 2] van deze overschrijdingen op de hoogte gesteld.
Getuige [getuige 2] , hoofd relatiebeheer bij Centurion Vastgoed B.V. heeft verklaard dat zij half september 2013 van verdachte kreeg te horen dat er teveel kosten waren en dat de kosten gedrukt moesten worden. Verdachte gaf daarbij te kennen dat als men er niet mee eens was, men kon opstappen. De commissies werden aangepast en de leaseauto's moesten eruit. Ook van [verdachte 2] kreeg zij te horen dat er bezuinigd moest worden.
Getuige [getuige 1] heeft over deze overzichten onder meer verklaard dat er meer werd uitgegeven voor overhead dan er was afgesproken. De afspraak was 70% voor bouwkosten in Costa Rica en 30 % voor overhead- en interne kosten. Ook heeft zij verklaard dat de liquiditeitsoverzichten van 2013 aan [verdachte 2] zijn gemaild en dat de informatie over 2014 met verdachte en [verdachte 2] is doorgenomen: “De conclusie was dat de kosten omlaag moesten, maar ze bleven ad hoc allerlei betalingen doen waardoor het niet echt is gelukt om de kosten omlaag te brengen”, aldus getuige [getuige 1] .
Op de vraag uit welke middelen de berekende liquiditeitstekorten uiteindelijk werden betaald, antwoordde zij: "Een en een is twee. Die werden gefinancierd vanuit de 70% die bestemd was voor de bouwkosten in Costa Rica. (…) Ik heb mezelf ook afgevraagd hoe in vredesnaam de huizen gebouwd konden worden als je al 9 ton van het gereserveerde bedrag hebt besteed voor overhead. Ik heb dit uiteraard ook aan [verdachte 2] gevraagd. (…) Van de AFM moesten we overzichten maken en toen ontstond bij ons de vraag hoeveel geld er nog beschikbaar moest zijn om de lopende projecten af te bouwen. Dat heb ik [verdachte 2] gevraagd, maar daar kon hij geen goed onderbouwd antwoord op geven."
In haar tweede verhoor heeft [getuige 1] verklaard dat "ergens in het 3e of 4e kwartaal 2013” de AFM Centurion tijdelijk heeft stilgelegd. “Er mocht even niets verkocht worden. Hierdoor kwam er geen geld binnen. Het personeel moest wel worden doorbetaald en bepaalde kosten liepen wel door.”
In een brief van 14 augustus 2013 van de AFM aan Centurion Vastgoed B.V. is het volgende te lezen: "De AFM benadrukt dat indien Centurion de conclusie trekt dat zij artikel 5:2 Wft overtreedt, zij of de informatieverstrekking kan aanpassen zodat wordt voldaan aan hetgeen bepaald in voorgenoemd artikel of wordt verzocht per direct te stoppen met het aanbieden van effecten. In het laatstgenoemde geval verzoeken wij Centurion tevens om binnen drie werkdagen na dagtekening van deze brief schriftelijk aan de AFM te bevestigen dat geen effecten meer zullen worden aangeboden tot het moment dat is voldaan aan de toepasselijke regelgeving."
Zicht op faillissement vanaf 14 augustus 2013
De rechtbank is van oordeel dat het verdienmodel van Centurion zoals dat uit het dossier en ter terechtzitting is gebleken slechts reëel dan wel levensvatbaar mocht heten zolang er sprake was van steeds nieuwe inleggelden. Tegen dat licht ziet de rechtbank in de brief van de AFM d.d. 14 augustus 2013 de markering die voor verdachten het onvermijdelijke einde van voornoemd verdienmodel moet hebben ingeluid.
Gelden besteed aan oprichting Centauro
In de periode 14 september 2013 tot en met 30 juni 20141.heeft Centurion Vastgoed B.V. uitgaven gedaan voor een vennootschap die niet aan een van de beleggingsproducten van Centurion Vastgoed B.V. was gekoppeld: Centauro Real Estate B.V. (hierna Centauro).
Verdachte verklaarde over Centauro – zakelijk weergegeven – dat zij “hetzelfde model wilde hebben waarmee wij op de markt waren. Er zijn dingen voorgeschoten door Centurion Vastgoed BV. Dit betrof de opstart van het verkoopkantoor van Centauro. Wij hebben het verkoopkantoor overgedragen aan Centauro. We hebben namens Centurion Vastgoed BV werkzaamheden verricht omdat Centauro het Centurion-model wilde kopiëren, zodat ze op deze wijze ook geld uit de markt kon halen voor hun project. Met het project voor Centauro bedoel ik Antigua en Barbuda.”
[verdachte 2] verklaarde over Centauro: “Centauro heeft personeel en marketingdiensten afgenomen van Centurion. Zij hebben het Centurionmodel overgenomen, alsmede kennis en diensten overgenomen."
Van voornoemde uitgaven ten behoeve van Centauro – van in totaal € 399.605,04 – is een bedrag van € 203.465,82 als vordering in rekening-courant (op Centauro) geboekt. Het resterende bedrag is voor rekening van Centurion gebleven. Wat er ook zij van de mate van aflossing van voornoemde rekening courant-schuld, is naar het oordeel van de rechtbank met het aanwenden van gelden ten behoeve van Centauro sprake geweest van een onttrekking aan de boedel van Centurion. Daaraan doet niet af dat met de rekening courant-verhouding (formeel) nog sprake was van een vorderingsrecht op Centauro. Een vorderingsrecht op een derde onderneming is immers slechts een relatief recht en daarmee een (veel) minder sterk recht dan het absolute recht (dat wil zeggen: tegen een ieder in te roepen recht) op vermogensrechten van de onderneming, met andere woorden: eigen geld.
Getuige [getuige 3] , enig aandeelhouder en bestuurder van Centauro, verklaart over de wijze van financiering van de activiteiten van Centauro Real Estate B.V. in de periode 15 november 2013 tot en met 14 januari 2014: "Dat is voorgeschoten door Centurion. [naam 6] heeft namens Centauro hiervoor onderhandelingen gevoerd met [verdachte 2] en [verdachte 3] . [verdachte 3] heeft hiervoor uiteindelijk de overeenkomst ondertekend. [naam 6] is verbonden aan Atlas, een bedrijf van [naam 5] .
We hebben aardig wat gebakkelei gehad over de gemaakte kosten met Centurion. Er stonden namelijk eerst kosten op over een project St Kitts van Centurion die dus niet doorbelast konden worden aan Centauro."
Getuige [getuige 1] verklaarde over de herkomst van het geld waarmee Centurion de kosten voor Centauro betaalde als volgt: “Dat kwam natuurlijk ook weer uit die grote pot met geld waarover ik eerder al verklaarde, dus uit de inleg voor de diverse producten van Centurion en uit de kavelverkoop."
Ook verklaarde ze: "De directie van Centurion wilde heel bewust dat Centauro een geheel apart bedrijf zou zijn en blijven. Voor mij was het een beetje Centurion 2."
Gelden besteed aan project St. Kitts
Centurion heeft in de periode van september 2013 tot en met januari 2014 in totaal
€ 1.435.488,--2.besteed aan een project genaamd “St Kitts”, een project dat niet gekoppeld is aan een van de beleggingsproducten van Centurion.
[verdachte 1] heeft over voornoemde overboekingen inzake het St. Kitts-project en het verband met Centauro verklaard dat het de bedoeling was dat Centauro een onderdeel van Centurion zou worden, maar buiten het risicovermogen om. In juli 2013 is hij op St. Kitts geweest. [verdachte 1] verklaart: “ [naam 5] was er toen al, die had een andere vlucht genomen. Ik heb gesproken en kennis gemaakt met de familie van wie [naam 5] het project kon kopen. De familie vond dat er meer geld moest komen. Er was een aanbetaling gedaan maar er moest meer geld komen. Centurion werd gepresenteerd door [naam 5] als medefinancier. De naam Centurion werd nog niet genoemd omdat wij de koppeling van de naam van [naam 5] aan Centurion wilden voorkomen. Ik wilde onze naam beschermen. Er waren toen nog geen afspraken met [naam 5] gemaakt, maar wel intenties uitgesproken voor een fifty/fifty- deal. Centurion zou zorgen voor een stukje projectfinanciering, zoals wij het al jaren deden en kennis en ervaring inbrengen (...). (…) Over de mutaties tot 11 september 2013 kan ik iets zeggen. In de periode daarna ging het met mijn gezondheid en gesteldheid snel achteruit. Wat er daarna gebeurd is, is in mijn afwezigheid gebeurd. Het vertrouwen in [verdachte 2] en [verdachte 3] was groot (…). De kosten zijn via de bank gelopen. U vraagt mij wie de opdracht heeft gegeven. Ik denk dat [verdachte 2] deze overboeking heeft gedaan omdat hij de enige was die ABNAMRO overboekingen deed. (…) [verdachte 2] of [verdachte 3] , een van hen, moet logischerwijs voor de overboeking een akkoord hebben gegeven. Er is geen andere medewerker die een dergelijke overboeking doet.”
[verdachte 1] heeft verklaard dat er slechts intenties waren uitgesproken en dat er nog geen sprake was van een overeenkomst. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat met de overboekingen vanaf september 2013 sprake is geweest van onttrekkingen aan de boedel, nu niet is komen vast te staan dat de betreffende overboekingen hebben plaatsgevonden ter voldoening van een betalingsverplichting daterende van vóór 14 augustus 2013; het moment waarop naar het oordeel van de rechtbank het faillissement van Centurion in zicht moet zijn geweest voor de directie van Centurion.
Getuige [getuige 1] heeft over het overboeken van bedragen inzake het St. Kitts-project als volgt verklaard: "Er kwam een verzoek van [verdachte 3] om een behoorlijk bedrag over te maken. Een deel naar Nederland en een groter deel in US dollars. Beide bedragen hadden betrekking op St. Kitts. Het ging om tonnen en er werd bij gezegd dat er nog een aantal van dat soort betalingen zouden volgen. Ik vroeg toen wat dan St Kitts was en merkte op dat het niet iets was waarvoor beleggers hadden ingelegd. Ik vroeg ook welk geld daarvoor dan werd gebruikt. Dat was volgens [verdachte 2] en [verdachte 3] geld dat al was verdiend, maar met dat antwoord kon ik niets. Hoe weet je namelijk hoeveel geld je hebt verdiend, er was nog niets concreets. Alleen bij het product Winstcertificaten zou je kunnen beredeneren dat er al winst was gerealiseerd. Ik kreeg de indruk dat [verdachte 2] en [verdachte 3] dachten dat dit inderdaad zo was, maar daar was discussie over omdat het een nog lopend product was. [naam 4] heeft vervolgens een mail gestuurd aan [verdachte 2] met ook de vraag wat het St Kitts-project was en met welk geld dat project werd gefinancierd. Ik wilde overeenkomsten zien waarop dit alles was gebaseerd maar het bleef allemaal vaag. (…) Er kwamen namen in naar voren waar je niet vrolijk van werd, van een bekende persoon die betrokken was bij allerlei faillissementen. [naam 5] maar ook iemand anders waarvan ik me de naam nu niet herinner. Er is, ondanks de vele vragen die ik nog had, toch geld overgemaakt voor het St Kitts-project. Ik kreeg van de directie gewoon de opdracht om het over te maken. [verdachte 3] heeft de overeenkomsten ondertekend die ik zojuist noemde. Die overeenkomsten stonden op naam van Centurion Vastgoed.”.
[verdachte 2] heeft verklaard dat [verdachte 1] initiatiefnemer was van het project St. Kitts en dat hij, [verdachte 2] , weet dat er in St. Kitts was geïnvesteerd. Door Centurion zijn volgens [verdachte 2] aandelen gekocht van New Ottley's Holding Ltd.
In een e-mailcorrespondentie van 30 augustus 2013 is te lezen dat [verdachte 1] in een e-mail aan Karin Heijen, met een CC aan [verdachte 2] gericht, instructies geeft om geld over te maken naar het project St. Kitts. Hij schrijft daarin dat de betaling NU gedaan moet worden en dat [verdachte 2] op dat moment naar [getuige 1] toeloopt omdat de betalingen vanaf de dollarrekeningen door [verdachte 2] geaccordeerd moeten worden.
Verdachte Eck heeft over zijn betrokkenheid bij het St. Kitts-project verklaard dat hij en [verdachte 2] het hebben overgenomen vanaf het moment dat [verdachte 1] afwezig is geraakt: “Tijdens de afwezigheid van Patrick liepen de contacten met [naam 5] via [verdachte 2] en mij. Dit was eind 2013, begin 2014. We, Centurion Vastgoed BV, zouden aandelen krijgen in een project in St. Kitts. Ik weet dat het verschillende betalingen waren, in totaal volgens mij 1,5 miljoen euro.”
Gelden besteed aan [verdachte 1] , [verdachte 3] en [verdachte 2]
In de periode na 14 augustus 2013 tot aan de datum van het faillissement van Centurion op 31 juli 2014, hebben [verdachte 1] en verdachte hun schulden in rekening-courant met Centurion verder laten oplopen: [verdachte 1] tot € 592.985,00 en verdachte tot
€ 167.703,00 (onder andere in verband met tandartskosten ad € 33.000,00). Alle drie de verdachten hebben zichzelf met ingang van januari 2014 hogere salarissen toegekend. Dit zou zijn geschied ‘ter compensatie van afgeschafte provisie’. De verhogingen betroffen echter een veelvoud van de provisie die zij normaliter ontvingen. Het salaris van [verdachte 1] werd verhoogd van € 11.500,- naar € 15.000,-; het salaris van verdachte werd verhoogd van € 8.000,- naar
€ 30.000,- (waarvan de helft via Centauro) en het salaris van [verdachte 2] werd verhoogd van € 10.000,- naar € 30.000,- (waarvan de helft via Centauro). De rekening-courantschuld van [verdachte 2] werd vervolgens gedeeltelijk afgelost door middel van een loonjournaalpost.
[verdachte 1] heeft in dit verband aangegeven een dure levensstijl te genieten. Hij besteedde onder meer zo’n € 7.500,- per maand aan cocaïne en bracht de kosten voor privé-verbouwingen in rekening-courant bij Centurion. Getuige [getuige 1] verklaarde over het spreekwoordelijke “gat in de hand” van [verdachte 1] , onder andere met betrekking tot een verjaardagsfeestje en verbouwing van zijn huis en dat wanneer zij een opmerking maakte dat [verdachte 1] facturen geen zakelijk uitgaven betroffen, [verdachte 2] en [verdachte 3] aangaven dat zij de facturen wel moest betalen maar dat de uitgaven dan in de rekening-courant van [verdachte 1] moesten worden geboekt. [verdachte 1] zelf heeft verklaard wel te weten dat hij zijn rekening-courantschuld niet kon aflossen.
[verdachte 1] heeft voorts advocaatkosten, in verband met een eerdere strafzaak tegen hem, van het kantoor Jaegers & Soons ad € 7.946,51 en € 9.664,10 ten laste van Centurion gebracht.
Voor zijn zwager heeft [verdachte 1] de vennootschap “Doelbewust Uitgeven B.V.” opgericht. Hiermee was een bedrag van € 20.384,71 gemoeid. Nog afgezien van het feit dat van een eventuele latere verrekening van dit bedrag met [verdachte 1] salaris niet is gebleken, staat een dergelijke verrekening aan een bewezenverklaring van het bestanddeel onttrekken niet in de weg (HR 9 februari 2010, NJ 2010/104. Daadwerkelijke verkorting is niet vereist).
Verdachte heeft ten behoeve van zijn ex-vriendin [naam 3] het bedrijf Soul Provider opgericht en daartoe $ 41.255,- overgeboekt vanaf de rekening van Centurion.
De rechtbank noemt voorts de andere overboekingen naar leasemaatschappijen, naar verdachten zelf, hun (ex-)vriendinnen en familieleden.
Conclusie
De rechtbank leidt uit bovenstaande af dat Centurion in het zicht van het faillissement
– waarvan aldus in ieder geval kan worden gesproken vanaf 14 augustus 2013 – haar kernactiviteit (het zorgen voor ‘omzet’ in de zin van nieuwe inleggelden gegenereerd door de verkoopafdeling) en daarmee haar goodwill grotendeels heeft overgedragen aan een nieuwe B.V., Centauro, en de kosten gemoeid met de oprichting van Centauro en met de start van een nieuw vastgoedproject op St. Kitts, onder de feitelijke leiding van de driekoppige directie, ten laste heeft gebracht van Centurion. Daarnaast zijn er geldbedragen aangewend voor privé-uitgaven van de directieleden.
Ter onderbouwing van de conclusie dat de drie directieleden in nauwe en bewuste samenwerking hebben gehandeld, verwijst de rechtbank naar haar overwegingen in dat verband hiervoor opgenomen onder feit 1 primair.
Dat [verdachte 1] vanaf september 2013 grotendeels fysiek afwezig was op kantoor en daarom geen feitelijke handelingen heeft verricht, doet aan zijn feitelijke leiderschap geenszins af aangezien hij de hiervoor omschreven constructie heeft bedacht, in gang heeft gezet en voor de voortzetting ervan heeft vertrouwd op de overige twee directieleden. De rechtbank neemt bovendien in aanmerking de verschillende onttrekkingen aan het vermogen van Centurion die (ook) vanaf september 2013 aan [verdachte 1] ten goede zijn gekomen, te weten met name de voornoemde advocaatkosten, boekingen in rekening-courant ten behoeve van privé-zaken ten laste van Centurion en de oprichting van Doelbewust Uitgeven B.V., eveneens op kosten van Centurion.
Naar de uiterlijke verschijningsvorm getuigen voornoemde gedragingen, in samenhang bezien met het “lege” verdienmodel, overduidelijk van opzet bij de feitelijke leidinggevers op benadeling van schuldeisers van Centurion, welk opzet door toerekening tevens bij Centurion Vastgoed BV aanwezig wordt geoordeeld.
Voor wat betreft de overige geldstromen zoals omschreven onder het kopje ‘gelden besteed aan…’, is de rechtbank van oordeel dat, hoewel niet van alle geldstromen vast staat dat ieder van de verdachten steeds op de hoogte was van iedere concrete overboeking, facturering dan wel groei van een rekening-courantschuld, elk van de directieleden wel een aandeel heeft gehad voor een zodanige sfeer binnen Centurion dat daarin dergelijke onzakelijke geldstromen mogelijk werden, hetzij door eigen initiatief, hetzij door accordering of door niet-ingrijpen ondanks gehoudenheid daartoe, waardoor bij elk van de directieleden afzonderlijk op z’n minst sprake is geweest van voorwaardelijk opzet op mogelijke benadeling van schuldeisers, welk opzet bij de directieleden tevens kan worden toegerekend aan Centurion.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk zoals in de tenlastelegging opgenomen als feit 2 primair.
Feit 3
Bij de beoordeling van de vraag of het sub 3 tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard, heeft de rechtbank het volgende overwogen.
Voor een bewezenverklaring van het valselijk opmaken van een geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 Sr is impliciet vereist dat sprake is van opzet op die gedraging.
De ondergrens van het hier bedoelde opzet ligt bij het voorwaardelijk opzet waarvan, volgens constante jurisprudentie, sprake is indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een bepaald gevolg zal intreden. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de verweten gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het gaat daarbij met name om de vraag of het gebruik van het valse of vervalste geschrift als echt en onvervalst, naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Vereist is dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden én dat hij die kans op het gevolg ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard.
Wie weet heeft van de aanmerkelijke kans op het gevolg, maar er van is uitgegaan dat het gevolg niet zal intreden, heeft gehandeld met (grove) onachtzaamheid maar niet met voorwaardelijk opzet op het gevolg. Evenwel kunnen bepaalde gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het intreden van dat gevolg heeft aanvaard.
De verdachte heeft tegenover de opsporingsambtenaren verklaard en ter terechtzitting herhaald dat de arbeidsovereenkomsten tussen Centurion Vastgoed B.V. als werkgever en
[medeverdachte] en [naam 3] als werknemers fictief en dus vals waren met als doel zijn eigen salaris aldus naar de rekeningen van zijn toenmalige partner over te boeken, teneinde zijn loonbeslag te omzeilen. De vaststellings- en beëindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] , alsook de werkgeversverklaring en loonspecificatie zijn eveneens valselijk opgesteld.
De medeverdachte [verdachte 2] was ervan op de hoogte dat genoemde arbeidsovereenkomsten in strijd met de waarheid waren opgemaakt.
De medeverdachte [medeverdachte] heeft tegenover de opsporingsambtenaren verklaard dat zij wist dat haar arbeidsovereenkomst, vaststellings- en beëindigingsovereenkomst, werkgeversverklaring en loonspecificatie valselijk waren opgemaakt.
Medeverdachte [verdachte 1] heeft tegenover de opsporingsambtenaren van de FIOD verklaard, dat ook hij ervan op de hoogte is geweest dat de arbeidsovereenkomsten tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] en [naam 3] fictief en dus vals waren. Hij heeft eraan meegewerkt omdat hij verdachte [verdachte 3] wilde helpen met het omzeilen van het loonbeslag.
Gelet op bovengenoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte de wetenschap heeft gehad dat de arbeidsovereenkomsten tussen [medeverdachte] en [naam 3] valselijk werden opgemaakt. Dat op basis van die valse arbeidscontracten vervolgens eveneens een valse loonspecificatie, een valse werkgeversverklaring en een valse vaststellings- en beëindigingsovereenkomst zijn opgesteld, betreft steeds een gevolg waarop een aanmerkelijke kans bestond, die verdachte naar het oordeel van de rechtbank op de koop toe heeft genomen. De rechtbank acht hem daarom tevens als medepleger van het feitelijk leidinggeven aan de door Centurion gepleegde verboden gedragingen strafrechtelijk aansprakelijk voor die valsheden, ondanks dat uit het dossier niet volgt dat hij bij de opstelling van deze valse stukken expliciet betrokken is geweest.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift zoals in de tenlastelegging opgenomen als feit 3 primair, de onderdelen a. tot en met e.
Feit 4
De rechtbank is, uitgaande van haar overwegingen onder feit 1 primair, van oordeel dat Centurion Vastgoed B.V. tezamen en in vereniging met [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] als haar driekoppige feitelijke directie, en daarnaast de rechtspersonen Stichting Derdengelden Centurion en Centurion Makelaardij, het door Centurion Vastgoed B.V. uit oplichting verkregen bedrag van € 21.471.662,-- tot een bedrag van € 16.507.852 bij wijze van gewoonte heeft witgewassen.
De rechtbank brengt daartoe in herinnering dat Centurion het in de periode na 20 oktober 2011 in verband met door oplichting verkregen inleg bancair ontvangen geldbedrag als volgt heeft aangewend in de zin van overgedragen, omgezet en/of gebruikt:
Een bedrag van € 1.528.526,- is betaald aan eerdere inleggers (Obligaties II en III) en een bedrag van € 2.368.998,- is betaald aan eerdere kaveleigenaren. Een bedrag van
€ 1.957.009,- is betaald aan de inleggers van de huidige producten (Centurion Winst Certificaat (Plus), Obligatielening IV, V, VI, VII, Centurion Winstcertificaten (Plus), Goldplan, VIPplan 1, 2 en 3 en Rendementsplan). Hiermee is aldus circa 5,8 miljoen euro aan door oplichting verkregen gelden aangewend om vorderingen van voornoemde inleggers en kaveleigenaren te voldoen.
Daarnaast is € 1.444.488,- besteed aan het project Saint Kitts en is er in totaal voor een bedrag groot € 6.866.236,- aan operationele kosten gemaakt (salarissen, huurkosten, advieskosten, autokosten e.d.). Aan de verdachten [verdachte 1] , [verdachte 3] en [verdachte 2] is een bedrag van € 2.543.089,- weggevloeid.
Voor zover bovenvermelde geldstromen nog niet eerder in dit vonnis zijn toegelicht, verwijst de rechtbank naar (onderdelen van) de ambtshandelingen dienaangaande, welke bewijsmiddelen als bijlage bij dit vonnis zijn gehecht.
Een bedrag van € 5.067.335,- ten slotte is uitbetaald in Costa Rica. Afgezien van het daaronder begrepen bedrag van € 103.525,- dat is besteed aan Soul Provider S.A. ten behoeve van verdachte [verdachte 3] , betreft het restant ad € 4.963.810,-- een bedrag waarvan niet is komen vast te staan dat dit niet is besteed conform hetgeen is voorgespiegeld aan de inleggers. Gezien de ratio van de witwasbepalingen in ons Wetboek van Strafecht, kort gezegd inhoudende dat de integriteit van het financiële en economische verkeer moet worden gewaarborgd en daartoe moet worden voorkomen dat crimineel geld uit het zicht wordt gehouden dan wel dat daaraan de schijn van legitimiteit wordt aangemeten, moet voornoemd bedrag van bijna vijf miljoen euro buiten beschouwing worden gelaten bij de bewezenverklaring van feit 4 primair, aangezien niet kan worden uitgesloten dat dit bedrag nu juist in alle openheid ten behoeve van een legitiem doel is aangewend. Daaraan doet niet af dat de rechtbank bewezen acht dat dat bedrag onder een samenstel van valse voorwendselen (een samenweefsel van verdichtsels) en dus door oplichting is verkregen.
Ten aanzien van de overige bovenomschreven geldstromen is de rechtbank echter van oordeel dat sprake is geweest van het bij wijze van gewoonte overdragen, omzetten en/of gebruik maken van uit eigen misdrijf (oplichting) verkregen gelden teneinde deze gelden buiten het zicht van justitie te houden dan wel een legale status aan te meten. De rechtbank overweegt in dit verband nog het volgende.
In het bijzondere geval dat ‘overdragen’, ‘gebruik maken’ of ‘omzetten’ van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daarmee de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen, geldt in die eerstgenoemde gevallen – evenals in het geval van het voorhanden hebben of verwerven van gelden onmiddellijk afkomstig uit eigen misdrijf – het aanvullende vereiste dat de gedragingen van de verdachte mede gericht moeten zijn geweest op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de betreffende voorwerpen (ECLI:NL:HR:2014:714 en ECLI:NL:HR:2014:2913).
Zoals eerder in dit vonnis reeds beschreven, zijn de inleggelden in eerste instantie niet binnengekomen op een bankrekening van Centurion, maar op een bankrekening van de Stichting Derdengelden Centurion en daarmee in de feitelijke beschikkingsmacht gebracht van Centurion en haar driekoppige directie. Volgens getuige [getuige 1] werden de saldi van de bankrekeningen van de Stichting Derdengelden in de vorm van een rekening-courant op de balans van Centurion Vastgoed BV verwerkt. Deze gelden werden daarna meerdere keren overgeboekt naar andere bankrekeningen binnen de organisatie. Hierbij vond vermenging van inleggelden plaats en omdat geen administratie per beleggingsproduct werd gevoerd, heeft dit geleid tot een situatie waarbij niet meer duidelijk was welk geld waaraan besteed is.
De rechtbank is van oordeel dat, voor zover er sprake zou zijn van het zich automatisch schuldig maken aan witwassen van door overdracht, gebruik of omzetting van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen, met vorenbedoelde ‘alles in een grote pot’-wijze van financieel administreren ten aanzien van alle handelingen met betrekking tot voornoemd bedrag van ruim 16 miljoen euro reeds in de kiem sprake is geweest van het verbergen dan wel verhullen van de criminele herkomst van de bedragen, nu met voornoemde wijze van financieel beheer nagenoeg onzichtbaar werd gemaakt dat verplichtingen aan inleggers werden voldaan uit door oplichting verkregen nieuwe inleggelden.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat verdachte zich tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen, zoals in de tenlastelegging opgenomen als feit 4.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het sub 1 primair, het sub 2 primair, sub 3 primair en sub 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
Centurion Vastgoed B.V., in de periode van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014,
in Nederland en België,
telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door
- een samenweefsel van verdichtsels,
een aantal, personen, waaronder:
- [slachtoffer 1] ; en
- [slachtoffer 2] ; en
- [slachtoffer 3] ; en
- [slachtoffer 4] ; en
- [slachtoffer 5] ; en
- [slachtoffer 6] ; en
- [slachtoffer 7] ; en
- [slachtoffer 8] ; en
- [slachtoffer 9] ; en
- [slachtoffer 10] ; en
- [slachtoffer 11] ; en
- [slachtoffer 12] ; en
- [slachtoffer 13] ; en
- [slachtoffer 14] ,
heeft bewogen tot
- de afgifte van een of meer geldbedragen en/of eigendoms- dan wel winstrechten;
tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 26.093.555,
hierin bestaande dat, Centurion Vastgoed B.V.,
telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- het publiek, waaronder voornoemde personen, via aanbiedingsmateriaal en/of websites en/of telefonisch en/of op een andere wijze heeft benaderd en geïnteresseerd in de deelname aan een of meer beleggingsproduct(en); en
- aan het aldus benaderde en/of geïnteresseerd geraakte publiek, waaronder
voornoemde personen, tot zekerheid van te investeren gelden heeft voorgespiegeld:
dat de uitgifte van een of meer beleggingsproduct(en), tot doel heeft fondsen in te zamelen voor de financiering van het aankopen van grond(en) in Costa Rica en/of
het aanleggen van infrastructuur en/of het klaarmaken van grond(en) voor
bebouwing en/of het bouwen van appartementen en/of villa’s en/of het bouwen van
voorzieningen; en/of
dat een onafhankelijke registeraccountant van [accountantskantoor] Accountants en
Belastingadviseurs B.V. of [accountantskantoor] Registeraccountants BV. periodiek toezicht en
controle uitoefent op de besteding van het inleggeld per beleggingsproduct en het
financierings- en aankooptraject van grond(en) in Costa Rica en de jaarrekeningen; en/of
dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion wordt voorkomen dat het inleggeld vermengd raakt met het vermogen van Centurion Vastgoed BV. en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en); en/of
dat onafhankelijke taxateurs de waarde vaststellen van grond(en) in Costa Rica; en/of,
dat er naast de in de investeringsbegroting en rendementsprognose weergegeven kosten geen overige kosten zijn;
waardoor een aantal, personen, waaronder voornoemde personen werd bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en),
zulks, terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen, feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;
2.
Centurion Vastgoed BV., in de periode van 14 augustus 2013 tot en met 31 juli 2014,
in Nederland,
terwijl Centurion Vastgoed B.V. bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen
van 31 juli 2014 in staat van faillissement is verklaard,
telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers,
enig goed aan de boedel onttrokken heeft,
hierin bestaande,
a. dat geldbedragen (ongeveer EUR 1.435.488,22) zijn aangewend ten behoeve van de joint venture “Saint Kitts”;
en
b. dat geldbedragen (van ongeveer EUR 399.605,04) zijn aangewend ten behoeve van Centauro Real Estate BV.;
en
c. dat goodwill is overgedragen aan Centauro Real Estate BV.;
en
d. dat geldbedragen (van ongeveer EUR 20.384,71) zijn aangewend ten behoeve van Doelbewust Uitgeven B.V.;
en
e. dat geldbedragen zijn aangewend ten behoeve van het verrichten
van betalingen aan Soul Provider S.A. en Jaegers & Soons;
en
f. dat geldbedragen zijn overgeboekt naar
- een bankrekening ten name van [verdachte 1] ; en
- een bankrekening ten name van [naam] ; en
- een bankrekening ten name van [verdachte 3] ; en
- een bankrekening ten name van [medeverdachte] ; en
- een bankrekening ten name van [naam 3] ; en
- een bankrekening ten name van Soul Provider S.A.; en
- een bankrekening ten name van Deutsche Kontor Privatbank AG; en
- een bankrekening ten name van [verdachte 2] ;
en
g. dat geldbedragen in rekening-courant zijn geboekt onder niet zakelijke omstandigheden, terwijl men wist dan wel redelijkerwijze moest
vermoeden dat niet kon worden terugbetaald;
zulks, terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke personen feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;
3.
Centurion Vastgoed B.V., in de periode van 12 december 2008 tot en met 31juli 2014,
in Nederland,
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] ;
en
b. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 3] ; en
c. een vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed
B.V. en [medeverdachte] ; en
d. een model werkgeversverklaring; en
e. een loonspecificatie,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
immers heeft hij, Centurion Vastgoed BV., - zakelijk weergegeven - valselijk, immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] ; en
b. op die arbeidsovereenkomst vermeld dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 3] ; en
c. op die vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst vermeld dat het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [medeverdachte] was beëindigd; en
d. op die model werkgeversverklaring vermeld dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [medeverdachte] ; en
e. op die loonspecificatie vermeld dat er sprake was van een loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [medeverdachte] ,
zulks, terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke personen feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;
4.
hij, in de periode van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014, in Nederland,
tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
hierin bestaande dat hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen,
telkens krachtens die gewoonte,
geldbedragen tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 16.507.852,-
heeft overdragen en/of omgezet,
door toen en daar opzettelijk,
telkens tezamen en in vereniging met een ander,
- geldbedragen aan te wenden ten behoeve van zichzelf, verdachte, of zijn mededaders of anderen;
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders, wisten dat deze geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 primair, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 4 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 326, 341, 225 en 420ter Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: oplichting begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: bedrieglijke bankbreuk begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: valsheid in geschrift begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft langdurig als feitelijk leidinggevende gefunctioneerd van een op het eerste gezicht professioneel opererende rechtspersoon Centurion Vastgoed BV die zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting, bedrieglijke bankbreuk en valsheid in geschrift. Daarnaast heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen.
Verdachte heeft op geraffineerde wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen van niets vermoedende particulieren. Er is een nauwe en bewuste samenwerking geweest tussen verschillende mededaders en rechtspersonen en die samenwerking is erop gericht geweest om de gelden die derden in Centurion Vastgoed B.V. hadden ingelegd, tegen de afspraken in, voor andere doeleinden aan te wenden. Op deze wijze werden van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014 meer dan 600 beleggers tot een totaalbedrag van 26.093.555,- euro opgelicht en werd een bedrag van plusminus 16,5 miljoen euro anders aangewend dan aan die beleggers was voorgewend en witgewassen. Voorts werden grote bedragen aan het vermogen van Centurion Vastgoed B.V. in het zicht van het faillissement onttrokken. Bovenstaande praktijken vormen een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich alleen maar laten leiden door hun eigen verlangen naar gewin en zich niets gelegen laten liggen aan de grote financiële en emotionele gevolgen voor de slachtoffers, die hun beleggingen in rook hebben zien opgaan, terwijl verdachte en zijn medeverdachten - naar het zich laat aanzien – niet of nauwelijks enige reële verhaalsmogelijkheid bieden.
Voorts heeft de handelwijze van verdachte ertoe geleid dat er een smet is geworpen op de legale vastgoed-/beleggingswereld. De integriteit van de financiële wereld is hierdoor aangetast.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een vrijheidsbeneming met zich brengt. Bij het bepalen van de duur van de op te leggen vrijheidsstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de oriëntatiepunten voor straftoemeting, zoals vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), die in geval van een benadelingsbedrag dat ligt tussen
€ 1.000.000,-- en hoger een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vermelden van 24 maanden en hoger;
- de ernst van de bewezen verklaarde feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- het stelselmatige karakter van de bewezenverklaarde feiten.
Voorts heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Alles overziend komt de rechtbank tot het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaren en zes (6) maanden. Een deel hiervan zal voorwaardelijk worden opgelegd. De rechtbank zal dat deel bepalen op zes (6) maanden. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal een proeftijd van drie (3) jaren worden verbonden.
Daarbij zal de rechtbank de bijkomende straf opleggen dat het onderhavige vonnis ter speciale en generale preventie openbaar zal worden gemaakt op www.rechtspraak.nl.
Daarbij schat de rechtbank de kosten van openbaarmaking op nihil.
De voorlopige hechtenis van verdachte is verschillende malen tijdelijk geschorst, teneinde verdachte in staat te stellen om zich voor te bereiden op de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris en op de inhoudelijke behandeling van de strafzaak ter terechtzitting. Nu deze gronden voor schorsing thans niet meer aan de orde zijn, ziet de rechtbank onvoldoende reden om opnieuw over te gaan tot schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank overweegt verder dat de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van het strafbare feit zijn verkregen.
Bij de verbeurdverklaring heeft de rechtbank op de voet van artikel 24 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
9. De schade van benadeelden
9.1
De vordering van de benadeelde partij
De Stichting Beleggersbelangen Centurion (hierna: de Stichting) vordert primair dat de verdachte en zijn medeverdachten op grond van onrechtmatige daad ex art. 6:162 BW dan wel in groepsverband ex art. 6:166, hoofdelijk worden veroordeeld om aan de Stichting te betalen de inleg van de 669 bij haar aangesloten beleggers, minus de ontvangen aflossingen.
Benadeelde partijen [naam 7] , De Zwarte Toorn B.V., [naam 8] , [naam 9] en [naam 10] hebben zich ter verkrijging van vergoeding van hun schade zowel aangesloten bij de Stichting als afzonderlijk en individueel gevoegd in het strafproces.
De rechtbank zal zich in het navolgende beperken tot een behandeling van het door de Stichting gevorderde, nu ter zitting duidelijk is geworden dat voornoemde individuele benadeelden niet hebben bedoeld andere schade vergoed te krijgen dan die waartoe zij de Stichting hebben gemachtigd hun belangen ter zake te behartigen.
Het door de Stichting gevorderde bedrag behelst € 26.688.540,-- (zegge: zesentwintig miljoen, zeshonderd achtentachtig duizend vijfhonderd veertig euro). De Stichting heeft ter onderbouwing van haar vordering overgelegd de inschrijfformulieren van de beleggers en de overzichten met bedragen per belegger.
De onbetaalde contractuele of wettelijke rente wordt omwille van de eenvoud niet gevorderd. De Stichting behoudt zich echter alle rechten voor inzake de rente.
Subsidiair vordert de Stichting een voorschot op de schadevergoeding tot het bedrag van €13.000.000,--
De Stichting vordert in aanvulling op zowel het primair als subsidiair gevorderde, de kosten van het geding (inclusief advocaatkosten), de wettelijke rente over het bedrag aan schadevergoeding vanaf de dag der uitspraak en ten slotte dat aan verdachten de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr wordt opgelegd.
Ingeval de rechtbank zou besluiten tot toewijzing van enig bedrag lager dan het primair gevorderde, vordert de Stichting subsidiair een verklaring voor recht dat verdachten, al dan niet in groepsverband, onrechtmatig hebben gehandeld jegens de beleggers. De Stichting voert aan dat artikel 51f Sv dient te worden uitgelegd conform artikel 9 van het Kaderbesluit van de Europese Raad van 15 maart 2001 dat inhoudt dat elke lidstaat het slachtoffer van een strafbaar feit waarborgt om in het kader van de strafprocedure binnen een redelijke termijn een beslissing te krijgen met betrekking tot de schadeloosstelling door de dader. Een beslissing met betrekking tot schadeloosstelling kan inhouden een veroordeling tot schadevergoeding, maar kan evengoed behelzen een verklaring voor recht met betrekking tot de gehoudenheid om schadeloos te stellen.
9.2.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie schat met de curator in het faillissement van Centurion in dat de concurrente crediteuren in het faillissement van Centurion Vastgoed B.V. en Stichting Beleggersbelangen Centurion (waaronder aldus de beleggers) ten minste 90% van hun vordering niet uit de boedel vergoed zullen krijgen, en stelt voor dat de rechtbank de vorderingen zou kunnen vaststellen op voornoemd percentage (dan wel bijvoorbeeld 75 %) van het totaal gevorderde en het overige deel niet-ontvankelijk zou kunnen verklaren, omdat vaststelling van de precieze hoogte van een overblijvende deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zal opleveren.
Met betrekking tot een eventueel verzoek tot matiging merkt de officier op dat draagkracht in beginsel geen rol speelt bij de vaststelling van het te betalen bedrag, maar eerst in de executiefase (zie daarvoor de artikelen 577b en 577c Sv). Gelet hierop dient toepassing van de matigingsbevoegdheid achterwege te blijven.
De officier verzoekt de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel op te leggen aan alle drie de verdachten en daarbij, afhankelijk van de hoogte van het toe te wijzen bedrag, rekening te houden met de duur van de op te leggen vervangende hechtenis teneinde een disproportionele sanctieoplegging te voorkomen.
De verdediging stelt zich primair op het standpunt dat het gevorderde onvoldoende is onderbouwd. Een juiste beoordeling ervan betekent een onevenredige belasting van het strafproces, zodat de vordering niet-ontvankelijk is.
9.3
Het oordeel van de rechtbank over de vordering van de Stichting
Voorop gesteld moet worden dat een exacte berekening van de omvang van de schade, op basis van de thans bekende gegevens, niet mogelijk is. In de eerste plaats ontbreken gegevens over bedragen die door inleggers in een later stadium zijn herbelegd in nieuwe door Centurion aangeboden beleggingsproducten. Hoewel is bewezenverklaard dat Centurion in totaal een bedrag van € 26.093.555,-- door oplichting heeft verkregen, staat daarmee niet vast dat dit hele bedrag als schadebedrag valt aan te merken. De rechtbank constateert dat het gevorderde bedrag van € 26.688.540,-- is opgebouwd uit een optelling van alle inleggelden die vanaf 20 oktober 2011 bij Centurion zijn ingelegd bij de verkoop van de hiervoor genoemde 13 producten. Uit de verhoren van de met name genoemde beleggers blijkt echter dat er veelal sprake van is geweest dat inleggelden die tussentijds werden uitgekeerd geheel of gedeeltelijk weer werden herbelegd in nieuwe producten. In zoverre moet ervan uit worden gegaan dat de lijst van ingelegde bedragen dubbeltellingen bevat. Nu niet alle beleggers in het kader van het strafrechtelijk onderzoek zijn gehoord is niet vast te stellen hoe vaak er sprake is van een dergelijke dubbeltelling en is het totale schadebedrag zonder nader onderzoek niet vast te stellen.
In de tweede plaats is onzeker welke opbrengst gegenereerd kan worden met de verkoop van activa in het faillissement van Centurion, in het bijzonder de onroerende zaken in Costa Rica.
De rechtbank is vervolgens nagegaan of zij, op basis van de beschikbare stukken en hetgeen door partijen is gesteld, tot een verantwoorde schatting van de omvang van de schade zou kunnen komen. De rechtbank is van oordeel dat een zodanige schatting in dit stadium op basis van de gegevens in het strafdossier niet goed mogelijk is. Aanknopingspunten om de omvang van het bedrag aan dubbeltellingen te benaderen zijn niet aanwezig en over de waardering van de activa in het faillissement van Centurion kan op dit moment niets met enige mate van zekerheid vastgesteld worden. De door de officier van justitie genoemde schatting is kennelijk gebaseerd op een inschatting van de curator. Waarop de curator zijn inschatting baseert, is echter onbekend. In het bijzonder ontbreekt een min of meer volledige inventarisatie van de activa en daarop betrekking hebbende taxatierapporten. De rechtbank verwacht dat daarvoor de inschakeling van taxateurs en/of andere deskundigen nodig zal zijn. Beginselen van een goede procesorde, in het bijzonder hoor en wederhoor, brengen bovendien met zich mee dat partijen zich over rapporten van in te schakelen deskundigen kunnen uitlaten. Bij gebreke hieraan is op dit moment een verantwoorde schatting niet mogelijk. De schattingsbevoegdheid van de rechter gaat naar het oordeel van de rechtbank niet zover dat zij “er maar een slag naar kan slaan”. De hiervoor genoemde onderzoekshandelingen naar de omvang van de schade en de daarbij behorende proceshandelingen, gericht op hoor en wederhoor, zijn van dien aard dat het tot een onevenredige belasting van deze strafprocedure zou leiden. Om die reden zal de rechtbank het primaire verzoek tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaren.
Ook voor de gevorderde verklaring voor recht, acht de rechtbank in deze zaak geen ruimte aanwezig. De stichting heeft de subsidiaire vordering pas op zitting naar voren gebracht. De verdachte heeft hierop niet adequaat kunnen reageren. Gelet op de aard van de vordering en de implicaties ervan bij toewijzing, zouden beginselen van een goede procesorde de rechtbank nopen de zaak aan te houden voor conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Dat zou, mede gelet op het met het oog op de vertaalslag van strafrechtelijke naar civielrechtelijke begrippen te voeren debat, leiden tot een onaanvaardbare belasting van het strafproces.
De Stichting zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar (schade)vorderingen jegens de verdachte. De benadeelde partij kan haar vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. De rechtbank merkt daarbij op dat het bij een dergelijke procedure bij de burgerlijke rechter niet ongebruikelijk is dat het strafvonnis in de procedure wordt ingebracht en dat er bij de beoordeling van het geschil acht wordt geslagen op hetgeen daarin is vermeld.
10. De toegepaste wettelijke voorschriften
11. De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
- -
verklaart bewezen, dat verdachte het sub 1 primair, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 primair, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 4 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- -
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: oplichting begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: bedrieglijke bankbreuk begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: valsheid in geschrift begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
- verklaart verdachte strafbaar voor het sub 1 primair, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 4 bewezenverklaarde;
straf
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaren en zes (6) maanden, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie (3) jaren;
- -
bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- -
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
bijkomende straf
- -
bepaalt dat de onderhavige uitspraak openbaar wordt gemaakt op www.rechtspraak.nl;
- -
schat dat de kosten van deze openbaarmaking op nihil;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij Stichting Beleggersbelangen Centurion gezeteld te Nijmegen, niet-ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding, alsmede tot veroordeling van verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte kosten van rechtsbijstand, alsmede in haar subsidiaire vordering tot een verklaring voor recht, en bepaalt dat de benadeelde partij haar vorderingen bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart de goederen die staan vermeld onder nummers 2.1, 2.2, 2.3, 2.7. en 2.8 op de lijst inbeslagname verbeurd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. M. Aksu, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Veldhuis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2016.
Mr. Melaard is wegens uitstedigheid buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 20‑07‑2016
Het bedrag ad € 1.444.488,-- is op grootboek 1638 geboekt. Dit betreft de Rekening-courant 'Joint Venture Saint Kitts'. Het bedrag ad € 1.444.488,-- is, in de tijd gezien, als volgt uitgegeven: in juli en augustus 2013, In totaal circa € 9,000,--; in September 2013, circa € 632.000,--; in oktober 2013, circa € 305.000,--; In november 2013, circa € 427.000,--; In december 2013, circa € 66.000,--; in januari 2014, circa € 6.000,--. In het zicht van het faillissement (d.i. vanaf 14 augustus 2013) gaat het aldus om een bedrag van € 1.444.488,- minus € 9000,-:€ 1.435.488,--.