Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Artikel 72 Uitoefening van toezichthoudende bevoegdheden en bevoegdheden om sancties op te leggen
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegde autoriteiten oefenen de in artikel 69 genoemde toezichthoudende bevoegdheden, met inbegrip van onderzoeksbevoegdheden en bevoegdheden om herstelmaatregelen op te leggen en de in artikel 70 bedoelde bevoegdheden om sancties op te leggen uit in overeenstemming met hun nationale rechtskader, en wel:
- a)
rechtstreeks;
- b)
in samenwerking met andere autoriteiten;
- c)
op hun verantwoordelijkheid door middel van delegatie aan entiteiten waaraan taken zijn gedelegeerd overeenkomstig artikel 67, lid 2; of
- d)
door middel van een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten bij de vaststelling van de soort en de hoogte van een bestuursrechtelijke sanctie of maatregel die is opgelegd in het kader van de in artikel 70 genoemde bevoegdheden om sancties op te leggen alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen, zoals in voorkomend geval:
- a)
de ernst en de duur van de inbreuk;
- b)
de mate van verantwoordelijkheid van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon;
- c)
de financiële draagkracht van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon, zoals deze met name blijkt uit de totale omzet van de verantwoordelijke rechtspersoon of het jaarinkomen en het netto vermogen van de verantwoordelijke natuurlijke persoon;
- d)
de omvang van de door de verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover deze kunnen worden bepaald;
- e)
de verliezen die derden wegens de inbreuk hebben geleden, voor zover deze kunnen worden bepaald;
- f)
de mate waarin de verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon met de bevoegde autoriteit meewerkt, onverminderd de noodzaak te zorgen voor terugbetaling van de door de betreffende persoon behaalde winsten of vermeden verliezen;
- g)
eerdere inbreuken van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon.
De bevoegde autoriteiten kunnen bij de vaststelling van de soort en de hoogte van de bestuursrechtelijke sancties en maatregelen rekening houden met andere dan de in de eerste alinea bedoelde factoren.