Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Bijlage I Lijsten van diensten en activiteiten en van financiële instrumenten
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2177)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2177)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Deel A. Beleggingsdiensten en -activiteiten
1
Het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot een of meer financiële instrumenten.
2
Het uitvoeren van orders voor rekening van cliënten.
3
Het handelen voor eigen rekening.
4
Portefeuillebeheer.
5
Beleggingsadvies.
6
Het overnemen van financiële instrumenten en/of het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie.
7
Het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie.
8
Het exploiteren van een MTF.
9
Het exploiteren van een OTF.
Deel B. Nevendiensten
1
Het bewaren en beheren van financiële instrumenten voor rekening van cliënten, met inbegrip van bewaarneming en daarmee samenhangende diensten zoals contanten- en/of zekerhedenbeheer en met uitsluiting van het verstrekken en aanhouden van effectenrekeningen bovenaan de houderschapsketen (‘centrale dienst voor het aanhouden van effectenrekeningen’), als bedoeld in punt 2 van afdeling A van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 909/2014.
2
Het verstrekken van kredieten of leningen aan een belegger om deze in staat te stellen een transactie in een of meer financiële instrumenten te verrichten, bij welke transactie de onderneming die het krediet of de lening verstrekt, als partij optreedt.
3
Het adviseren van ondernemingen op het vlak van kapitaalstructuur, bedrijfsstrategie en daarmee samenhangende aangelegenheden, alsmede het verlenen van advies en van diensten op het gebied van fusies en overnames van ondernemingen.
4
Valutawisseldiensten voor zover deze samenhangen met het verlenen van beleggingsdiensten.
5
Onderzoek op beleggingsgebied en financiële analyse of andere vormen van algemene aanbevelingen in verband met transacties in financiële instrumenten.
6
Diensten in verband met het overnemen van financiële instrumenten.
7
Beleggingsdiensten en -activiteiten alsmede nevendiensten van het type vermeld in deel A of B van bijlage I die verband houden met de onderliggende waarde van de derivaten, als bedoeld in de punten 5, 6, 7 en 10 van deel C, voor zover deze in verband staan met de verlening van beleggings- of nevendiensten.
Deel C. Financiële instrumenten
1
Effecten.
2
Geldmarktinstrumenten.
3
Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
4
Opties, futures, swaps, rentetermijncontracten en andere derivatencontracten die betrekking hebben op effecten, valuta, rentevoeten of rendementen, emissierechten of andere afgeleide instrumenten, financiële indexen of financiële maatstaven, en die kunnen worden afgewikkeld door middel van materiële aflevering of in contanten.
5
Opties, futures, swaps, termijncontracten en andere derivatencontracten die betrekking hebben op grondstoffen en in contanten moeten of mogen worden afgewikkeld naar keuze van een van de partijen, tenzij de reden het in gebreke blijven is of een andere gebeurtenis die beëindiging van het contract tot gevolg heeft.
6
Opties, futures, swaps en andere derivatencontracten die betrekking hebben op grondstoffen die kunnen worden afgewikkeld door middel van materiële levering, mits zij worden verhandeld op een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF, met uitzondering van voor de groothandel bestemde energieproducten die zijn verhandeld op een OTF die door middel van materiële levering moet worden afgewikkeld.
7
Andere, niet in dit deel, punt 6, vermelde opties, futures, swaps, termijncontracten en andere derivatencontracten die betrekking hebben op grondstoffen, die kunnen worden afgewikkeld door middel van materiële levering en niet voor commerciële doeleinden bestemd zijn, en die de kenmerken van andere afgeleide financiële instrumenten hebben.
8
Afgeleide instrumenten voor de overdracht van het kredietrisico.
9
Financiële contracten ter verrekening van verschillen (‘contracts for differences’).
10
Opties, futures, swaps, termijncontracten en andere derivatencontracten met betrekking tot klimaatvariabelen, vrachttarieven, inflatiepercentages of andere officiële economische statistieken, en die in contanten moeten of mogen worden afgewikkeld naar keuze van een van de partijen, tenzij de reden het in gebreke blijven is of een andere gebeurtenis die beëindiging van het contract tot gevolg heeft, alsmede andere derivatencontracten met betrekking tot activa, rechten, verbintenissen, indices en maatregelen dan die vermeld in deel C en die de kenmerken van andere afgeleide financiële instrumenten bezitten, waarbij o.a. in aanmerking wordt genomen of zij op een gereglementeerde markt, een OTF of een MTF worden verhandeld.
11
Emissierechten bestaande uit eenheden waarvan is vastgesteld dat deze in overeenstemming zijn met de vereisten van Richtlijn 2003/87/EG (emissiehandelssysteem).