Einde inhoudsopgave
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/4.2.4
4.2.4 De rechtvaardiging van een inbreuk op eigendomsrechten
mr. A.J.P. Schild, datum 06-11-2012
- Datum
06-11-2012
- Auteur
mr. A.J.P. Schild
- JCDI
JCDI:ADS387658:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. de standaard overweging van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State: “Deze bepaling laat onverlet de toepassing van wetten die noodzakelijk kunnen worden geacht om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang.” Zie bijv. ABRvS 23 februari 2011, AB 2011, 117, m.nt. Barkhuysen & Bos, rov. 2.8.2.
Vgl. EHRM 23 september 1982, appl. nr. 7151/75 & 7152/75 (Sporrong & Lönnroth t. Zweden) § 69, zie voorts Vande Lanotte & Haeck 2004, deel 2, p. 308-309. Zie voorts Tjepkema 2010, p. 615.
Art. 1 EP bepaalt dat aan niemand het recht op eigendom mag worden ontnomen “behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht.” Daarnaast bepaalt art. 1 EP dat de verdragsstaten het recht hebben om eigendomsrechten te reguleren indien het algemeen belang dat vergt. Inbreuken op eigendomsrechten zijn derhalve geoorloofd indien deze kunnen worden gerechtvaardigd door een algemeen belang.1
Het EHRM toetst of een inbreuk op het recht van eigendom in de zin van art. 1 EP gerechtvaardigd kan worden aan de hand van de volgende drie stappen, die ook wel worden aangeduid als het ‘stappenschema’:2
Wordt de inbreuk gemaakt op grond van een voldoende deugdelijke wettelijke basis?
Heeft de inbreuk een legitieme doelstelling in het algemeen belang?
Is er sprake van een behoorlijk evenwicht tussen de eisen van het algemene belang van de samenleving en de bescherming van de fundamentele rechten van het individu? Is voldaan aan de eisen van proportionaliteit?
Deze drie ‘stappen’ worden (enigszins onnauwkeurig) ook wel aangeduid als respectievelijk de legal certainty-test, de public interest-test, en de fair balance-test. Het betreffen cumulatieve eisen. Het EHRM komt pas toe aan de derde stap – de fair balance-test – indien de eerste twee vragen in positieve zin zijn beantwoord.
4.2.4.1 Voorzien bij wet4.2.4.2 Algemeen belang (the public interest-test)4.2.4.3 De eisen van proportionaliteit en subsidiariteit (the fair balance-test)4.2.4.4 De disproportionate burden, een voorbeeld4.2.4.5 Ontnemen versus reguleren van eigendom4.2.4.6 Toetsing aan art. 1 EP bij ontneming van eigendom