Einde inhoudsopgave
Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
26-11-2018, Stcrt. 2018, 66937 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/243504)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2018, Stcrt. 2018, 66937 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/243504)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Openbare orde en veiligheid / Bedrijfsveiligheid
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
1.
De Minister beslist binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag.
2.
De Minister kan de toelating beperken tot een of meer daarbij aangegeven inperkingsniveaus en categorieën van fysische inperking. Hij kan daarbij afwijken van de aanvraag.
3.
Aan de toelating kunnen voorschriften worden verbonden, inhoudende dat de toegelaten functionaris:
- a.
meldt voor welke rechtspersoon of rechtspersonen hij werkzaam is of zal zijn, en op welke kennisgevingen of vergunningen en plaatsen van uitvoering hij toeziet of gaat toezien,
- b.
een wijziging van de gemelde gegevens onverwijld meldt, of
- c.
een melding doet aan de Minister indien hij zijn werkzaamheden als biologischeveiligheidsfunctionaris geheel of gedeeltelijk staakt.
4.
Vervallen.
5.
De Minister kan aan de beschikking tot toelating andere voorschriften en beperkingen verbinden.
6.
Tot de voorschriften en beperkingen, bedoeld in het vijfde lid, kan in elk geval behoren de beperking dat de toelating slechts geldt voor een daarbij aangegeven termijn.