Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 861
HR, 19-09-2008, nr. C07/064HR
HR 19-09-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD3124
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 september 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/064HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BD3124
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD3124, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑09‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD3124, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Grondwaterwet. Wettelijke rente over schadevergoeding ex art. 35; stelplicht; onbegrijpelijk oordeel.
Aangezien de Grondwaterwet geen voorschriften in afwijkende zin kent, is op de verbintenis tot schadevergoeding als bedoeld in art. 35 van die wet het in art. 6:119 jo. art. 6:83 BW bepaalde van toepassing. Nu het hof, in het voetspoor van de rechtbank, de schadeberekening van de daartoe overeenkomstig art. 37 Grondwaterwet benoemde commissie van deskundigen heeft overgenomen, is in het licht van dat rapport, waarin is vermeld dat de schade steeds geacht kan worden te zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.