Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 707
HR, 13-07-2007, nr. C06/103HR
HR 13-07-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6236
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/103HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BA6236
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA6236, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA6236, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2007
Essentie
Kredietovereenkomst ter financiering effectenportefeuille. Wanprestatie bank. Schadestaatprocedure. Schadevergoeding in natura (art. 6:103 BW)? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. H.J.W. Alt,
tegen
Banque Artesia Nederland B.V., te Amsterdam, verweerster in cassatie, adv. mr. R.S. Meijer.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 26 juni 2000 de Bank gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, na wijziging van eis, de Bank te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van Æ’Â 1.571.283,50, met rente en kosten.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.