Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1266
EER Overeenkomst, artikel 53, lid 1. Groep van ondernemingen. Toerekenbaarheid van inbreuken. Aansprakelijkheid van moedermaatschappij voor inbreuken op mededingingsregels door dochterondernemingen. Beslissende invloed van moedermaatschappij. Weerlegbaar vermoeden bij deelneming van 100 %.
HvJ EG 10-09-2009, ECLI:EU:C:2009:536
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 september 2009
- Magistraten
A. Rosas, J.N. Cunha Rodrigues, J. Klučka, P. Lindh, A. Arabadjiev
- Zaaknummer
C-97/08 P
- Conclusie
A-G J. Kokott
- LJN
BJ8046
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2009:536, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑09‑2009
- Wetingang
EG-verdragartikel 81 lid 1; verordening (EG) nr. 1/2003artikel 23 lid 2
Essentie
Akzo Nobel NV, gevestigd te Arnhem, c.s. tegen Commissie van de EG.
Verzoek om een hogere voorziening, ingediend op 27 februari 2008.
EER Overeenkomst, artikel 53, lid 1. Groep van ondernemingen. Toerekenbaarheid van inbreuken. Aansprakelijkheid van moedermaatschappij voor inbreuken op mededingingsregels door dochterondernemingen. Beslissende invloed van moedermaatschappij. Weerlegbaar vermoeden bij deelneming van 100 %.
Het communautaire mededingingsrecht berust op het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid van de economische eenheid die de inbreuk heeft gepleegd. Als de moedermaatschappij deel uitmaakt van die economische eenheid, die, zoals in punt 55 van dit arrest is overwogen, uit verschillende rechtspersonen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.