Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1262
Bescherming in lidstaat van aanduiding van geografische herkomst van andere lidstaat. Communautaire beschermingsregeling voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamin-gen. Toetreding van Tsjechische Republiek. Overgangsmaatregelen. Verordening (EG) nr. 918/2004. Uitputtende werking.
HvJ EG 08-09-2009, ECLI:EU:C:2009:521
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
8 september 2009
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, K. Lenaerts, P. Kūris, E. Juhász, L. Bay Larsen, P. Lindh
- Zaaknummer
C-478/07
- Conclusie
A-G D. Ruiz Jarabo Colomer
- LJN
BJ7484
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2009:521, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 08‑09‑2009
- Wetingang
EG-verdrag, artikelen 28 en 30; verordening (EG) nr. 510/2006
Essentie
Budějovický Budvar, národnà podnik tegen Rudolf Ammersin GmbH.
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Handelsgericht Wien (Oostenrijk) bij beslissing van 27 september 2007.
Bescherming in lidstaat van aanduiding van geografische herkomst van andere lidstaat. Communautaire beschermingsregeling voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamin-gen. Toetreding van Tsjechische Republiek. Overgangsmaatregelen. Verordening (EG) nr. 918/2004. Uitputtende werking.
1. Om te bepalen of een benaming zoals die in het hoofdgeding kan worden beschouwd als een eenvoudige en indirecte aanduiding van geografische herkomst waarvan de bescherming krachtens de in het hoofdgeding aan de orde zijnde bilaterale verdragen kan worden gerechtvaardigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.