Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
Artikel 13 [Bewijs buiten gemeenschap gehouden goederen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Artikel 130 van Boek 1 is ook van toepassing ten aanzien van huwelijkse voorwaarden die vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1 zijn tot stand gekomen.
2.
Op gemeenschappen van winst en verlies en van vruchten en inkomsten, overeengekomen vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1, blijven ook na dat tijdstip de tevoren geldende artikelen 210–222 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, voor zover van die voorschriften niet bij huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk of door de aard der bedingen is afgeweken.
3.
Op deelgenootschappen, bestaande op het tijdstip van in werking treden van Boek 1, zijn van dat tijdstip af de voorschriften van afdeling 2 van titel 8 van Boek 1 van toepassing, voor zover niet bij huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk of door de aard der bedingen een van die voorschriften afwijkende regeling is getroffen, met dien verstande dat het bewijs van de in artikel 143 onder a van Boek 1 bedoelde waarde van een bij het aangaan van een deelgenootschap aanwezig goed dat in de akte van huwelijkse voorwaarden of een daaraan vastgehechte staat was vermeld zonder opgave van de waarde, door alle middelen rechtens kan worden geleverd.