Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
Artikel 26 [Verklaring van vermoedelijk overlijden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Ingeval vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1 een verklaring van vermoedelijk overlijden is uitgesproken, blijft ook na dat tijdstip op de rechtsgevolgen daarvan het voordien geldende recht van toepassing.
2.
Indien in een geding tot het verkrijgen van een verklaring van vermoedelijk overlijden het inleidende verzoekschrift is ingediend doch nog geen einduitspraak is gedaan vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1, zijn de artikelen 413–425 van Boek 1, alsmede de desbetreffende bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing, te beginnen met de eerste na dat tijdstip volgende uitspraak.