Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/12.9
12.9 Proeftijd na proefplaatsing
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS384780:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, Wet van 10 november 2005, Stb. 572, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 december 2007, Stb. 564; WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, Wet van 18 februari 1966, Stb. 84, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 december 2007, Stb. 567; WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, Wet van 24 april 1997, Stb. 176, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 december 2007, Stb. 564 en 567; Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, Wet van 24 april 1997, Stb. 177, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 december 2007, Stb. 564 en 567; Ziektewet: Wet van 5 juni 1913, Stb. 204, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 12 december 2007, Stb. 553 en 555; WW: Werkloosheidswet, Wet van 6 november 1986, Stb. 566, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 december 2007, Stb. 564.
Wet van 1 juli 1998. Deze wet is per 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), Wet van 10 november 2005, Stb. 572.
Zie in dit verband onder andere HR 13 juni 1986, NJ 1986, 715 (Raithegngel). Zie voorts ook HR 2 oktober 1987, RvdW 1987/177 (Pons/Meerman).
Hof 's-Hertogenbosch 16 september 2003, JAR 2003/ 262 (lanssen/Star Domestic Services).
HR 24 oktober 1986, NJ 1987, 293 (Slijkoord/Hekkema). Zie ook Ktr. Utrecht 12 juli 2004, JAR 2004/ 230 (RAM/Dirk van den Broek). In deze zaak stelde de kantonrechter vast dat er geen sprake was van plaatsing binnen een concern.
Ook in de situatie waarin een werknemer, in het kader van een proefplaatsing op grond van de WIA, WAO, WAZ, Wajong, Ziektewet, WW,1 of de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA),2 voorafgaande aan een dienstverband werkzaamheden heeft verricht, is het overeenkomen van een proeftijd na een proefplaatsing in overeenstemming met de geldende jurisprudentie3 niet toelaatbaar geoordeeld, omdat de werkgever, mede gelet op de lengte van de proefplaatsing en de relatief eenvoudige aard van de werkzaamheden, voldoende gelegenheid heeft gehad om inzicht te verkrijgen in de hoedanigheden en geschiktheid van de werknemer voor de bedongen arbeid.4 Hetzelfde geldt in het geval van een voorafgaande plaatsing binnen een concern.5