Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten
Artikel 27 Benchmarkverklaring
Geldend
Geldend vanaf 10-12-2019
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2089)
- Inwerkingtreding
10-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2089)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Binnen twee weken na opneming van een beheerder in het in artikel 36 genoemde register publiceert de beheerder op een wijze die een eerlijke en gemakkelijke toegang verzekert, een benchmarkverklaring voor elke benchmark of, indien van toepassing, voor elke benchmarkgroep die in de Unie mag worden gebruikt overeenkomstig artikel 29.
Indien die beheerder een nieuwe benchmark of benchmarkgroep begint aan te bieden die in de Unie mag worden gebruikt overeenkomstig artikel 29, publiceert de beheerder binnen twee weken op een wijze die een eerlijke en gemakkelijke toegang garandeert, een benchmarkverklaring voor elke nieuwe benchmark of, indien van toepassing, voor elke benchmarkgroep.
De beheerder evalueert en, indien nodig, actualiseert de benchmarkverklaring voor elke benchmark of benchmarkgroep als er wijzigingen zijn in de informatie die overeenkomstig dit artikel moet worden verstrekt en minstens om de twee jaar.
De benchmarkverklaring:
- a)
definieert duidelijk en ondubbelzinnig de markt of economische realiteit die de benchmark meet, alsook de omstandigheden waaronder die meting onbetrouwbaar kan worden;
- b)
bevat de technische specificaties waaruit duidelijk en ondubbelzinnig de berekeningselementen van de benchmark blijken waarbij sprake kan zijn van keuzevrijheid, de criteria die van toepassing zijn op de uitoefening van die keuzevrijheid en de positie van de personen die deze kunnen uitoefenen en hoe die keuzevrijheid na afloop kan worden geëvalueerd;
- c)
vermeldt de mogelijkheid dat factoren, met inbegrip van externe factoren waarop de beheerder geen invloed heeft, het noodzakelijk kunnen maken wijzigingen aan te brengen in de benchmark of deze geheel stop te zetten, en
- d)
informeert de gebruikers dat wijzigingen in de benchmark of de volledige stopzetting ervan gevolgen kunnen hebben voor financiële overeenkomsten en financiële instrumenten die naar de benchmark verwijzen of de meting van de prestatie van beleggingsfondsen.
2.
De benchmarkverklaring omvat ten minste:
- a)
de definities voor alle sleuteltermen in verband met de benchmark;
- b)
de achterliggende reden voor de keuze van de benchmarkmethodologie en procedures voor beoordeling en goedkeuring van de methodologie;
- c)
de voor de vaststelling van de benchmark gebruikte criteria en procedures, met inbegrip van een beschrijving van de inputgegevens, de minimale voor vaststelling van een benchmark benodigde gegevens, de prioriteit die wordt gegeven aan de verschillende soorten inputgegevens, het gebruik van extrapolatiemodellen of -methoden en elke procedure voor het weer in balans brengen van de onderdelen van de index van de benchmark;
- d)
de controles en voorschriften die van toepassing zijn op de uitoefening van beoordelings- of keuzevrijheid door de beheerder en contribuanten, ter verzekering van de consistentie in het gebruik van dergelijke beoordelings- of keuzevrijheid;
- e)
de procedures die van toepassing zijn op de vaststelling van de benchmark in perioden van stress of perioden waarin de bronnen voor transactiegegevens mogelijk onvoldoende, onnauwkeurig of onbetrouwbaar zijn en de mogelijke beperkingen van de benchmark in die perioden;
- f)
de procedures voor de afhandeling van fouten in inputgegevens of in de vaststelling van de benchmark, met inbegrip van wanneer het opnieuw vaststellen van de benchmark is vereist, en
- g)
de vaststelling van potentiële beperkingen van de benchmark, met inbegrip van exploitatie ervan op illiquide of gefragmenteerde markten en de mogelijke concentratie van input.
2 bis.
Uiterlijk op 30 april 2020 bevat de benchmarkverklaring voor elk van de in lid 2 bedoelde vereisten een toelichting over de wijze waarop in elke aangeboden en gepubliceerde benchmark of benchmarkgroep ESG-factoren worden weerspiegeld. Voor benchmarks of benchmarkgroepen die geen ESG-doelstellingen nastreven, is het voldoende dat de benchmarkbeheerders in de benchmarkverklaring duidelijk aangeven dat zij zulke doelstellingen niet nastreven.
Indien er in de portefeuille van individuele benchmarkbeheerders geen EU-klimaattransitiebenchmark noch een op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmark beschikbaar is, of als de individuele benchmarkbeheerder geen benchmarks heeft die ESG-doelstellingen nastreven of ESG-factoren in aanmerking nemen, wordt dit in de benchmarkverklaringen van alle door die beheerder aangeboden benchmarks vermeld. Voor significante aandelen- en obligatiebenchmarks, alsook voor de EU-klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU- benchmarks, maken benchmarkbeheerders in hun benchmarkverklaringen details openbaar over de vraag of en in hoeverre een algemene mate van overeenstemming met de doelstelling van vermindering van de koolstofemissies of de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs wordt gewaarborgd, overeenkomstig de openbaarmakingsregels voor financiële producten in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad (1).
Uiterlijk op 31 december 2021 leggen benchmarkbeheerders voor elke benchmark of, in voorkomend geval, elke benchmarkgroep, uitgezonderd rentevoet- en valutawisselingsbenchmarks, in hun benchmarkverklaring uit op welke wijze de gebruikte methodologie is afgestemd op de koolstofemissiereductiedoelstelling of de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs bereikt.
2 ter.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 49 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening door de nadere omschrijving van de krachtens lid 2 bis van dit artikel in de benchmarkverklaring te verstrekken informatie, alsook het te gebruiken standaardformaat voor verwijzingen naar ESG-factoren, om marktdeelnemers in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken en om de technische haalbaarheid van de naleving van dat lid te waarborgen.
3.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om de inhoud van een benchmarkverklaring en de gevallen waarin een aanpassing van deze verklaring nodig is, nader te specificeren.
ESMA maakt een onderscheid tussen de verschillende soorten benchmarks en sectoren zoals vastgesteld in deze verordening en houdt rekening met het evenredigheidsbeginsel.
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 april 2017 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde regelgevende technische normen vast te stellen in overeenstemming met de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.
Voetnoten
Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).