Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.37c
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (12-12-2013).
- Bronpublicatie:
24-09-2013, Stcrt. 2013, 27196 (uitgifte: 30-09-2013, regelingnummer: 480838)
- Inwerkingtreding
01-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2013, Stcrt. 2013, 27196 (uitgifte: 30-09-2013, regelingnummer: 480838)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Bescherming tegen vervolging, dan wel tegen ernstige schade kan alleen worden geboden door:
- a.
de staat, of
- b.
partijen of organisaties, met inbegrip van internationale organisaties, die de staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheersen,
mits zij bereid en in staat zijn bescherming te bieden overeenkomstig het tweede lid.
2.
Bescherming tegen vervolging of ernstige schade moet doeltreffend en van niet-tijdelijke aard zijn. In het algemeen wordt dergelijke bescherming geboden wanneer de actoren als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, redelijke maatregelen tot voorkoming van vervolging of ernstige schade treffen, onder andere door de instelling van een doeltreffend juridisch systeem voor de opsporing, gerechtelijke vervolging en bestraffing van handelingen die vervolging of ernstige schade vormen, en wanneer de verzoeker toegang tot een dergelijke bescherming heeft.