Cessie
Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/V.6.2.5:V.6.2.5 Evaluatie van art. 3:94 lid 3, tweede zin, BW
Cessie (O&R nr. 70) 2012/V.6.2.5
V.6.2.5 Evaluatie van art. 3:94 lid 3, tweede zin, BW
Documentgegevens:
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS355238:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie § 407 (1) BGB en art. 1691 lid 2 Belgisch BW.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
528. Evaluatie. Hiervoor is gebleken dat de tweede zin van art. 3:94 lid 3 BW nogal wat vragen oproept over zijn betekenis en reikwijdte. De regel dat de levering de schuldenaar voor de mededeling niet kan worden tegengeworpen, zegt op zichzelf niet veel. De bepaling suggereert een goederenrechtelijke relativering van de mededeling, maar daar gaat het nu juist niet om. De bepaling heeft uitsluitend een verbintenisrechtelijke betekenis. Alleen door raadpleging van de toelichting bij de bepaling kan meer duidelijkheid worden verkregen over kwesties als bevrijdende betaling en verrekening. Naar mijn mening had de wetgever er beter aan gedaan een aantal van de hiervoor besproken kwesties expliciet(er) in de wet te regelen, eventueel met behoud van art. 3:94 lid 3, tweede zin, BW. Zo had in art. 3:94 BW uitdrukkelijk kunnen worden bepaald dat de cedent voor de mededeling van cessie exclusief inningsbevoegd is. Wat betreft verrekening had een bepaling kunnen worden opgenomen in art. 6:130 BW. Art. 3:94 lid 3, tweede zin, BW behelst immers een uitzondering op het wederkerigheidsvereiste van art. 6:127 lid 2 BW. Ook met betrekking tot de vraag of de schuldenaar een voor de mededeling van cessie met de cedent verrichte rechtshandeling kan tegenwerpen aan de cessionaris, had – evenals door de Duitse en Belgische wetgever is gedaan1 – een regeling in art. 3:94 BW kunnen worden opgenomen. Dit zou veel onzekerheid hebben weggenomen.