Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 23 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 06-02-1983
- Bronpublicatie:
22-02-1982, Trb. 1982, 41 (uitgifte: 14-04-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-02-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-1983, Trb. 1983, 23 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen of het vermogen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst in Joegoslavië mogen worden belast.
2.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt of vermogensbestanddelen bezit die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, zesde lid, artikel 11, derde lid, artikel 12, vijfde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, tweede lid, artikel 15, eerste en vierde lid, artikel 16, eerste lid, artikel 18, tweede lid, artikel 21, tweede lid en artikel 22, eerste en tweede lid, van deze Overeenkomst in Joegoslavië mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze bestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde bestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen of het vermogen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld. De vrijstelling waarin de voorgaande bepalingen van dit lid voorzien is eveneens van toepassing op voordelen verkregen door een inwoner van Nederland uit zijn deelneming in een gemeenschappelijke in Joegoslavië geëxploiteerde onderneming en tast niet aan de stimulerende maatregelen op belastinggebied die op grond van de Joegoslavische wetgeving worden verleend ter bevordering van buitenlandse investeringen in Joegoslavië.
3.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 15, derde lid, en artikel 17, eerste en tweede lid, van deze Overeenkomst in Joegoslavië mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Joegoslavië over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4
a)
Indien een inwoner van Joegoslavië inkomsten verkrijgt of vermogensbestanddelen bezit die, in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst in Nederland mogen worden belast, stelt Joegoslavië, behalve in het geval bedoeld in artikel 13, vijfde lid, en behoudens de bepalingen onder letter b), die voordelen en inkomsten of die vermogensbestanddelen vrij van belasting, maar mag het, bij het berekenen van de belasting over het overige inkomen of vermogen van die persoon, het belastingtarief toepassen dat van toepassing zou zijn geweest indien het vrijgestelde inkomen of vermogen niet was vrijgesteld.
b)
Indien een inwoner van Joegoslavië inkomen verkrijgt dat, in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 10 en 12 in Nederland mag worden belast, staat Joegoslavië een vermindering toe op de belasting naar het inkomen van die inwoner tot een bedrag gelijk aan de in Nederland betaalde belasting. Deze vermindering overschrijdt echter niet dat deel van de belasting, zoals dat is berekend vóór het verlenen van de vermindering, dat aan het uit Nederland verkregen inkomen kan worden toegerekend.
5.
Indien een inwoner van een van de Staten voordelen verkrijgt die ingevolge artikel 13, vijfde lid, in de andere Staat mogen worden belast, verleent die andere Staat een vermindering op zijn belasting over deze voordelen tot een bedrag dat gelijk is aan de belasting die in de eerstbedoelde Staat over die voordelen is geheven.