Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 7 Winst uit onderneming
Geldend
Geldend vanaf 06-02-1983
- Bronpublicatie:
22-02-1982, Trb. 1982, 41 (uitgifte: 14-04-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-02-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-1983, Trb. 1983, 23 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De voordelen van een onderneming van een van de Staten zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
2.
Onder voorbehoud van de bepalingen van het derde lid van dit artikel worden, indien een onderneming van een van de Staten in de andere Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, in elk van de Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is.
3.
Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten — daaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten — die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd, hetzij elders.
4.
De aan een vaste inrichting toe te rekenen voordelen moeten worden bepaald op basis van een afzonderlijke door de vaste inrichting te voeren bedrijfsboekhouding. Indien zulk een bedrijfsboekhouding geen toereikende grondslag vormt voor het bepalen van de voordelen van de vaste inrichting, mogen deze voordelen worden bepaald op basis van een verdeling van de totale winst van de onderneming over de verschillende delen; de gevolgde methode van verdeling moet echter zodanig zijn, dat het resultaat in overeenstemming is met de beginselen die in dit artikel liggen besloten. Zo nodig trachten de bevoegde autoriteiten van de Staten tot overeenstemming te komen over de methode ter verdeling van de voordelen van de onderneming.
5.
Geen voordelen worden aan een vaste inrichting toegerekend enkel op grond van aankoop door die vaste inrichting van goederen of koopwaar voor de onderneming.
6.
Voor de toepassing van de voorgaande leden van dit artikel worden de aan de vaste inrichting toe te rekenen voordelen van jaar tot jaar volgens dezelfde methode bepaald, tenzij er een goede en genoegzame reden bestaat hiervan af te wijken.
7.
Indien in de voordelen bestanddelen zijn begrepen die afzonderlijk in andere artikelen van deze Overeenkomst worden behandeld, worden de bepalingen van die artikelen niet aangetast door de bepalingen van dit artikel.
8.
De voordelen door een inwoner van Nederland verkregen in Joegoslavië met betrekking tot zijn deelneming in een gemeenschappelijk met een Joegoslavische onderneming geëxploiteerde onderneming mogen in Joegoslavië worden belast. De voordelen moeten worden bepaald in overeenstemming met de in de leden twee tot en met zeven van dit artikel neergelegde beginselen.