Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 12 Royalty's
Geldend
Geldend vanaf 06-02-1983
- Bronpublicatie:
22-02-1982, Trb. 1982, 41 (uitgifte: 14-04-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-02-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-1983, Trb. 1983, 23 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Royalty's afkomstig uit een van de Staten en betaald aan een inwoner van de andere Staat mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Deze royalty's mogen echter in de Staat waaruit zij afkomstig zijn, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar de aldus geheven belasting mag 10 percent van het brutobedrag van de royalty's niet overschrijden.
3.
De bevoegde autoriteiten van de Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid van dit artikel.
4.
De uitdrukking ‘royalty's’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap — daaronder begrepen bioscoopfilms en films en geluids- en beeldbanden voor radio of televisie —, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, dan wel voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.
5.
De bepalingen van het eerste en tweede lid van dit artikel zijn niet van toepassing, indien de genieter van de royalty's, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de royalty's afkomstig zijn een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandig arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van deze Overeenkomst van toepassing.
6.
Royalty's worden geacht uit een van de Staten afkomstig te zijn, indien zij worden betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat.
7.
Niettegenstaande de bepalingen van het zesde lid van dit artikel worden royalty's geacht afkomstig te zijn uit de Staat waarin degene die de royalty's betaalt — of hij inwoner van een van de Staten is of niet — een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft waarvoor de verplichting tot het betalen van de royalty's was aangegaan en ten laste waarvan de royalty's komen.
8.
Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de genieter of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde royalty's, gelet op het gebruik, het recht of de inlichtingen waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de genieter zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.