Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)
Artikel 110 bis
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/927 (uitgifte: 26-03-2024, regelingnummer: 2024/927)
- Inwerkingtreding
15-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/927 (uitgifte: 26-03-2024, regelingnummer: 2024/927)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Uiterlijk op 16 april 2029 en na het overeenkomstig artikel 13, lid 6, door de ESMA opgestelde verslag verricht de Commissie een evaluatie van de werking van de in deze richtlijn vastgelegde regels en van de ervaring die met de toepassing ervan is opgedaan. Die evaluatie omvat een beoordeling van de volgende aspecten:
- a)
de doeltreffendheid van de vergunningsvereisten in de artikelen 7 en 8 met betrekking tot de in artikel 13 van deze richtlijn vastgestelde delegatieregeling, met name met het oog op de voorkoming van het ontstaan van brievenbusmaatschappijen in de Unie;
- b)
de wenselijkheid van de benoeming van ten minste één niet-uitvoerende of onafhankelijke bestuurder in het leidinggevend orgaan van de beheermaatschappijen of beleggingsmaatschappijen van de icbe en de gevolgen daarvan voor de beleggersbescherming;
- c)
de geschiktheid van de vereisten die van toepassing zijn op beheermaatschappijen die op initiatief van een derde een icbe beheren, zoals vastgelegd in artikel 14, lid 2 bis, en de noodzaak van aanvullende waarborgen om te voorkomen dat die vereisten worden omzeild, en met name of de bepalingen van deze richtlijn inzake belangenconflicten doeltreffend en geschikt zijn om belangenconflicten die voortvloeien uit de relatie tussen de beheermaatschappij en de derde initiator in kaart te brengen, te beheren, te monitoren en, in voorkomend geval, openbaar te maken.