NJ 2018/388
Schorsing visvergunning is geen criminal charge. Ontoereikend bewijs opzet met betrekking tot het niet voldoen aan de vordering.
HR 12-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:901, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/01159
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124584:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:901, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:291, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑09‑2017
- Wetingang
Essentie
Schorsing visvergunning is geen criminal charge. Ontoereikend bewijs opzet met betrekking tot het niet voldoen aan de vordering.
1. Het met de — in een bestuursrechtelijke procedure — aan de verdachte opgelegde schorsing van zijn visvergunning vanwege handelen in strijd met art. 16 Verordening 850/98/EG nagestreefde doel was niet repressief, terwijl de omstandigheid dat de verdachte ten gevolge van die schorsing inkomsten is misgelopen, niet van dien aard is dat de schorsing niettemin heeft te gelden als ‘criminal charge’ en daarmee als een veroordeling voor een strafbaar feit conform art. 50 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.