Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/539
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; apparaatsfout; ‘hardheidsclausule’; ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 10-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3556
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/04067
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BX9022
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX9022, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX9022, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV3556, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV3556, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; apparaatsfout; ‘hardheidsclausule’; ontvankelijkheid cassatieberoep.
De advocaat van verzoeker heeft aangevoerd dat op de hem toegestuurde griffierechtnota van 19 september 2011 was vermeld dat het griffierecht binnen 28 dagen na dagtekening van de nota moet worden voldaan. Het gaat hier om een geval vergelijkbaar met dat van HR 4 november 2011, RvdW 2011/1349, waarin eveneens sprake was van verwarringwekkende informatie van de zijde van de gerechtelijke administratie. Op de gronden vermeld in rov. 3.4, tweede en derde alinea, van dat arrest moet ook thans worden geoordeeld dat toepassing van de sanctie van niet-ontvankelijkheid een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.