Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1184
Redelijke termijn. Oordeel feitenrechter m.b.t. overschrijding in cassatie vóór terugwijzing.
HR 27-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3166
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/03037
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3166, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1929, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑11‑2014
- Wetingang
Art. 6 lid 1 EVRM; art. 359a Wetboek van Strafvordering
Essentie
Redelijke termijn. Oordeel feitenrechter over compensatie over overschrijding in cassatie vóór terugwijzing.
Indien de HR een klacht inzake de overschrijding van de redelijke termijn onbesproken heeft gelaten op de grond dat de bestreden uitspraak (gedeeltelijk) wordt vernietigd en de zaak wordt teruggewezen, is de rechter na terugwijzing niet gehouden de overschrijding van de redelijke termijn te compenseren door de op te leggen straf te verminderen met het percentage waarmee de HR als feitenrechter de in laatste feitelijke instantie opgelegde straf zou hebben verminderd. Het rechtsgevolg dat het hof aan de overschrijding van de redelijke termijn heeft verbonden kan slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.